Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport -

Dit advies Raad van State en nader rapport is onder nr. 4 toegevoegd aan wetsvoorstel 34341 - Wijziging van de voorgestelde regeling in de Grondwet voor de vertegenwoordiging van Bonaire, Sint Eustatius en Saba in de Eerste Kamer i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport - Wijziging van de wet houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het regelen van de betrokkenheid van hun algemeen vertegenwoordigende organen bij de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer (kiescollege Eerste Kamer)
Document­datum 13-11-2015
Publicatie­datum 02-05-2018
Kenmerk 34341, nr. 4
Externe link origineel bericht

2.

Tekst

Datum

9 november 2015

Kenmerk

2015-0000654145

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 18 september 2015, nr. 2015001580, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het voorstel van wet houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het regelen van de betrokkenheid van hun algemeen vertegenwoordigende organen bij de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer (novelle inzake aparte kiescolleges voor de Eerste Kamer) rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 22 oktober 2015, nr. W01.15.0316/I, bied ik U hierbij aan.

  • 1. 
    Vastleggen aantal kiescolleges

Het advies van de Afdeling advisering is overgenomen. Het wetsvoorstel houdt nu de mogelijkheid open om bij wet voor meerdere Caribische openbare lichamen gezamenlijk een kiescollege in te stellen. De memorie van toelichting is met deze wijziging in overeenstemming gebracht.

  • 2. 
    Haalbaarheid tijdpad wetsvoorstel

De Afdeling advisering merkt op dat voorkomen dient te worden dat er ook in 2019 geen mogelijkheid bestaat voor Nederlanders in Caribisch Nederland om invloed uit te oefenen op de samenstelling van de Eerste Kamer. De Afdeling advisering werpt de vraag op of het mogelijk zal zijn om de novelle en de verklaringswet op een zodanig tijdstip te behandelen en bekend te maken dat het kiesrecht voor de Eerste Kamer tijdig aan Nederlanders in Caribisch Nederland kan worden toegekend. Zij wijst daarbij op het besluit van de Eerste Kamer om de behandeling van de verklaringswet aan te houden tot de evaluatie van de nieuwe staatkundige structuur is afgerond en op het verzoek van de eilandsraad van Bonaire om de verdere behandeling van de verklaringswet aan te houden tot eind december 2015 een referendum kan worden gehouden op Bonaire over de invulling van de band met Europees Nederland.

De regering herhaalt dat de onderhavige grondwetswijziging niet in de weg staat aan een andere status van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.1 De grondwetswijziging biedt weliswaar een expliciete basis voor het instellen van Caribische openbare lichamen, maar legt niet vast dat Bonaire, Sint Eustatius en/of Saba die status hebben.

Er rekening mee houdend dat er ook in de toekomst Caribische openbare lichamen zullen blijven, dient voor deze lichamen zo spoedig mogelijk een expliciete grondwettelijke basis te worden getroffen, zoals de Tweede Kamer en leden van de Eerste Kamer al in 2009 hebben uitgesproken.2 Artikel 134 van de Grondwet kan immers slechts tijdelijk een basis bieden voor territoriale decentralisatie.3 Bovendien dient voorkomen te worden, zoals de Afdeling advisering met de regering benadrukt, dat er ook in 2019 voor Nederlandse ingezetenen van Caribisch Nederland geen mogelijkheid bestaat om invloed uit te oefenen op de samenstelling van de Eerste Kamer. Al in 2006 is met de eilanden afgesproken dat een voorziening zal worden getroffen voor deelname aan de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer. De verplichting hiertoe vloeit tevens voort uit internationale verdragen waaraan Nederland gebonden is.4

Om deze redenen is het van groot belang dat de grondwetswijziging zo spoedig mogelijk – in ieder geval vóór de eerstvolgende Eerste Kamerverkiezingen – gestalte krijgt. Hiertoe dient de eerste lezing vóór de kandidaatstelling voor de eerstvolgende Tweede Kamerverkiezingen (kandidaatstelling gepland op 30 januari 2017) te worden afgerond.

Tegen de hiervoor geschetste achtergrond spreekt de regering de hoop uit dat de beide kamers der Staten-Generaal de parlementaire behandeling van de eerste lezing voortvarend ter hand zullen nemen. Indien een grondwettelijke regeling over de Caribische openbare lichamen na afronding van de eerste lezing niet langer nodig blijkt, zal in tweede lezing geen wet tot stand komen.

De memorie van toelichting is overeenkomstig het voorgaande aangevuld.

  • 3. 
    Overige wijzigingen

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in het opschrift van het verklaringswetsvoorstel te verduidelijken dat de status van Bonaire, Sint Eustatius en Saba niet in de Grondwet wordt vastgelegd (artikel I, onderdeel A, van de novelle). Tevens is de memorie van toelichting geactualiseerd. Het rapport van de evaluatiecommissie Caribisch Nederland is inmiddels verschenen en het bestuurscollege van Saba heeft alsnog een reactie op het wetsvoorstel gegeven.

Ik moge U, mede namens de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

dr. R.H.A. Plasterk

1 Zie onder meer Kamerstukken II 2011/12, 33 131, nr. 7, blz. 2, en Kamerstukken I 2012/13, 33 131, B, blz. 1-2.

2 Kamerstukken II 2009/10, 32 123 IV, nr. 12 (motie-Remkes c.s.); Handelingen I 2008/2009, nr. 32, blz. 1454 e.v.

3 Kamerstukken II 2011/12, 33 131, nr. 3, blz. 2.

4 Uit artikel 3 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) vloeit voort dat de Nederlandse ingezetenen van de eilanden het kiesrecht voor het Nederlandse parlement moeten kunnen uitoefenen. Bovendien is het op grond van onder meer artikel 1, eerste lid, van het Twaalfde Protocol bij het EVRM niet toelaatbaar om een ongerechtvaardigd onderscheid te maken tussen Nederlandse ingezetenen in het Europese deel van Nederland en Nederlandse ingezetenen in het Caribische deel van Nederland.

Pagina 3 van 3

pagina’s (inclusief voorblad)


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.