Brief regering; Appreciatie van de gewijzigde motie Van der Graaf over zekerstellen dat aanpassing van de Kieswet niet leidt tot verslechtering van de representatie van kleine(re) partijen in de Eerste Kamer (35532-9) - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de verkiezing, de inrichting en samenstelling van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Deze brief is onder nr. 10 toegevoegd aan wetsvoorstel 35532 - Verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de verkiezing, de inrichting en samenstelling van de Eerste Kamer (eerste lezing) i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de verkiezing, de inrichting en samenstelling van de Eerste Kamer der Staten-Generaal; Brief regering; Appreciatie van de gewijzigde motie van het lid Van der Graaf over zekerstellen dat aanpassing van de Kieswet niet leidt tot verslechtering van de representatie van kleine(re) partijen in de Eerste Kamer (Kamerstuk 35532-9)
Document­datum 08-12-2020
Publicatie­datum 09-12-2020
Nummer KST3553210
Kenmerk 35532, nr. 10
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2020-

2021

35 532

Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de verkiezing, de inrichting en samenstelling van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Nr. 10

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 8 december 2020

Tijdens het wetgevingsoverleg op 2 december jl. over twee wijzigingsvoorstellen van de Grondwet naar aanleiding van het eindrapport van de staatscommissie parlementair stelsel heeft het lid Van der Graaf een motie ingediend die verzoekt om bij de verdeling van restzetels in de Eerste Kamer het stelsel van grootste overschotten te gebruiken (Kamerstuk 35 532, nr. 8).

In het debat heb ik deze motie ontraden omdat er verzocht werd om een bepaald middel te gebruiken dat niet neutraal zou uitpakken voor de verhouding tussen grote en kleine partijen, in vergelijking met de huidige situatie. Ik heb tevens aangegeven dat ik een motie zou omarmen die als doel formuleert dat er een uitwerking wordt gekozen die zo neutraal mogelijk is en die dus niet nadelig uitpakt voor grote of kleine partijen.

De indiener van de motie heeft vandaag de tekst van de motie gewijzigd (Kamerstuk 35 532, nr. 9). De motie verzoekt niet langer om de restzetels op basis van grootste overschotten te gebruiken, maar verzoekt de regering om bij de uitwerking van de voorgestelde wijze van verkiezing van de Eerste Kamer zeker te stellen dat haar voorstellen tot aanpassing van de Kieswet niet leiden tot een verslechtering van de representatie van kleine(re) partijen in de Eerste Kamer.

In deze vorm sluit de motie aan bij de strekking van het Grondwetsvoorstel, dat niet beoogt om grote of kleine partijen in de Eerste Kamer te benadelen. Om deze reden wil ik het oordeel van de motie aan uw Kamer laten.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K.H. Ollongren

kst-35532-10 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 532, nr. 10


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.