Continuïteit én verandering - verslag van het Actualiteitendebat 'De Europese Unie na Merkel'

dinsdag 7 december 2021

DEN HAAG (PDC i) - Na 16 jaar is het zover, Merkel zwaait af en er komt een nieuwe bondskanselier. Op de dag dat bekend werd dat de Groenen akkoord zijn met het Duitse coalitieakkoord vond het Actualiteitendebat ‘De Europese Unie na Merkel’ plaats. Het Actualiteitendebat werd georganiseerd door het Montesquieu Instituut, in samenwerking met Nieuwspoort i, ProDemos i en Filmhuis Den Haag i. ‘Wat betekent Merkels vertrek voor de verhoudingen in de Europese Unie?’ was de vraag die centraal stond in het gesprek tussen panelleden Hanco Jürgens i, Kysia Hekster i, Joris Backer en Derk Jan Eppink i onder leiding van Kees Boonman i.

‘Ik denk dat veel hetzelfde blijft én dat veel gaat veranderen,’ aldus Jürgens, die tevens de inleiding van het debat verzorgde. Merkel was in veel opzichten een crisis-kanselier. Van de Eurocrisis, naar de vluchtelingencrisis, naar de coronacrisis. Jürgens stelde dat er crises zullen blijven ontstaan, maar dat de vraag wordt of er anders op gereageerd gaat worden door het nieuwe Duitse kabinet. Het heeft namelijk grote ambities, die het debat aan zullen zwengelen in de Europese Raad i. Nederland zal zich hierin constructief moeten opstellen als ze een rol van belang wil houden, stelde Jürgens.

Volgens Backer moet Nederland weer een plekje in het Duitse hart veroveren. Nederland moet een keuze maken; wil zij meegetrokken worden of zelf meesturen in Europa. Eppink kijkt kritisch naar de grote Duitse ambities. Besluitvorming komt uiteindelijk vaak neer op belangenafweging en hierbij zijn de financiële belangen de dominantste in Eppinks ogen. Daarnaast moet de Duitse coalitie met drie partijen overeenstemming bereiken, dit zal het besluitvormingsproces bemoeilijken. Hierbij vulde Hekster aan dat er ook belangrijke onderwerpen ontbreken in het Duitse coalitieakkoord. Zo staat er geen woord over Nordstream II in, omdat de Groenen en de FDP hier botsende meningen over hebben. Het is dus maar de vraag hoe de drie partijen dit soort onderwerpen gaan aanpakken.

Er staat een Europese Raad gepland voor 16 en 17 december, de eerste met Scholz als bondskanselier. De vraag die voorligt is hoe de Duitse regering zich op deze top zal presenteren. Hoewel verwacht wordt dat het vooral een ‘kennismakingstop’ zal zijn, wees Hekster de panelleden erop dat tot nu toe elke Europese top werd gedomineerd door de (onverwachte) actualiteit van de week ervoor. Het is dus nog te vroeg om te zeggen hoe de nieuwe bondskanselier zich zal presenteren bij zijn Europese collega’s. Volgens Hekster is het waarschijnlijk dat het nieuwe kabinet zich zal focussen op China en niet op Rusland. Over het China-beleid is namelijk iets meer overeenstemming tussen de drie partijen, maar ook daar zitten problemen. Zo wees Jürgens erop dat de aangekondigde minister van Buitenlandse Zaken, Annalena Baerbock, heeft aangegeven dat ze het promoten van mensenrechten een speerpunt wil maken van het buitenlandbeleid van Duitsland. Hierbij verwacht Jürgens dat er spanning komt tussen de handelsbelangen en het hameren op mensenrechten.

Duitsland ziet volgens Jürgens het als haar belangrijkste taak in Europa om ‘de boel bij elkaar te houden’. Juist het aantreden van Mario Draghi i als Italiaanse premier geeft hier ruimte voor, want met Draghi hebben de Duitsers het gevoel dat er een leider is aangetreden waarmee ze kunnen onderhandelen en die enigszins voorspelbaar is. Al te grote veranderingen zullen toch om verdragswijzigingen vragen, stelt Eppink, en dat zal zorgen voor de nodige vertraging. De ambities van de Duitse regering mogen dan wel groot zijn, concluderen de panelleden, maar het maken van grote veranderingen kost in de EU veel tijd. Eppink en Backer waren het oneens over het draagvlak voor deze veranderingen. Voor Eppink was het maar de vraag of men grote wijzigingen zag zitten, maar Backer zag juist een groot enthousiasme over Europese samenwerking.

Het debat draaide ook om de vraag hoeveel onderhandelingsruimte er nog zal zijn bij Europese toppen. De Fransen hebben met de Italianen afgesproken om vooraf hun positie te overleggen; eenzelfde overeenkomst hebben de Fransen met de Duitsers. Daarnaast is de onderhandelingsruimte van Scholz ook kleiner dan die van Merkel, omdat er binnen de Duitse regering nu meer compromissen moeten worden gesloten. Jürgens ziet de ruimte voor Nederland dan ook in Berlijn en niet in Brussel. Backer vindt het daarom ook betreurenswaardig dat er slechts één ‘politiek familielid’ van de vermoedelijke Nederlandse coalitie in de Duitse regering zit. Alleen de FDP en D66 i maken namelijk in het Europees Parlement i deel uit van dezelfde partij. Nederland zal dus alles op alles moeten zetten om haar invloed te behouden.