Vragen en antwoorden: Cohesiebeleid voert steun op om de gevolgen van Russische agressie in Oekraïne aan te pakken met “Flexibele bijstand aan gebieden” (Flexible Assistance to Territories)

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op woensdag 29 juni 2022.

Waarom hebt u “Flexibele bijstand aan gebieden” (Flexible Assistance to Territories, FAST-CARE) voorgesteld?

De EU-lidstaten worden geconfronteerd met een grote toestroom van mensen die op de vlucht zijn voor de Russische agressie tegen Oekraïne. Sinds het begin van de oorlog zijn meer dan 6,2 miljoen mensen in de EU aangekomen en er wordt ter plaatse nog steeds hard gewerkt om de ontheemden op te vangen en snel te integreren in hun gastgemeenschappen.

De oorlog in Oekraïne leidt ook tot vertragingen bij de uitvoering van projecten in het kader van het cohesiebeleid als gevolg van een personeelstekorten en gestegen grondstofkosten, op een moment dat de cohesiebeleidsprogramma's voor 2014-2020 ten einde lopen.

Na de goedkeuring van het cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa (Cohesion's Action for Refugees in Europe, CARE), waarbij de lidstaten en regio's noodhulp kunnen verlenen aan mensen die de Russische invasie van Oekraïne ontvluchten en de mensen die hen opvangen, breidt de Commissie haar steun nu uit door meer flexibiliteit te bieden voor de uitvoering van de financiering van het cohesiebeleid.

De flexibele bijstand aan gebieden (FAST-CARE) is met name bedoeld om extra steun bieden aan degenen die ontheemden verwelkomen en integreren — de lidstaten, lokale overheden en maatschappelijke organisaties — door ervoor te zorgen dat de middelen van het cohesiebeleid flexibel genoeg zijn om daar te worden ingezet waar ze het hardst nodig zijn. FAST-CARE voorziet ook in oplossingen voor de vertragingen bij de uitvoering van sommige cohesiebeleidsprojecten.

Op welke fondsen/programma's van het cohesiebeleid zijn deze wijzigingen van toepassing?

De voorgestelde wijzigingen zijn van toepassing op de verordening gemeenschappelijke bepalingen 2014-2020 en op de verordening gemeenschappelijke bepalingen 2021-2027, met andere woorden op alle fondsen van het cohesiebeleid (het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — EFRO, het Europees Sociaal Fonds — ESF en het Cohesiefonds i).

Hoe kunnen de lidstaten gebruikmaken van de mogelijkheid van 100 % medefinanciering door de EU? Moeten zij een wijziging van hun programma's voorstellen?

De 100 % medefinanciering door de EU zal zowel in het cohesiebeleidsprogramma voor 2014-2020 als dat voor 2021-2027 worden uitgebreid tot prioriteiten ter bevordering van de sociaal-economische integratie van onderdanen van derde landen.

Om het medefinancieringspercentage van 100 % te kunnen toepassen, moet een afzonderlijke prioritaire as in de programma's worden gecreëerd.

De lidstaten kunnen gebruikmaken van de 100 % medefinanciering voor een bestaande prioritaire as om de sociaal-economische integratie van onderdanen van derde landen te ondersteunen en migratieproblemen als gevolg van de Russische agressie in Oekraïne aan te pakken in het kader van een programma of hiervoor een nieuwe prioritaire as in hun programma's opnemen.

Als er al een dergelijke prioritaire as bestaat, is voor de toepassing van de 100 % financiering geen besluit van de Commissie nodig, maar alleen een kennisgeving van de herziene financiële tabellen.

Om in aanmerking te komen voor het medefinancieringspercentage van 100 % moeten de lidstaten ervoor zorgen dat ten minste 30 % van de steun bestemd is voor lokale overheden en maatschappelijke organisaties.

Komen alle onderdanen van derde landen in aanmerking voor financiering uit het cohesiebeleid?

Het voorstel biedt de nationale autoriteiten de mogelijkheid zowel noodmaatregelen als integratiemaatregelen voor de langere termijn (bv. infrastructuur voor onderwijs of huisvesting) voor alle onderdanen van derde landen of staatlozen te financieren.

Wanneer zullen de lidstaten de aanvullende 3,5 miljard euro aan voorfinanciering ontvangen? En hoe wordt deze financiering verdeeld?

Om de lidstaten snel extra liquiditeit te verschaffen, verhoogt FAST-CARE voor de periode 2021-2027 de voorfinancieringsbetalingen van de EU tot 3,5 miljard euro voor programma's die steun ontvangen uit het EFRO, het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) en het Cohesiefonds.

De eerste voorfinancieringstranche wordt in 2022 na de inwerkingtreding van de verordening uitbetaald. Voor reeds goedgekeurde programma's gebeurt dit meteen en voor nieuwe programma's die nog niet zijn goedgekeurd nadat ze zijn goedgekeurd. De tweede aanvullende voorfinancieringstranche moet in 2023 worden uitbetaald.

Indien de programma's niet in 2022 konden worden goedgekeurd, zal de desbetreffende aanvullende voorfinanciering in 2023 worden uitbetaald.

Alle lidstaten komen voor de aanvullende voorfinanciering in aanmerking, in verhouding tot hun nationale toewijzingen.

Hoe zorgt u voor meer flexibiliteit tussen de fondsen?

CARE had voor het EFRO en het ESF al voorzien in de mogelijkheid om projecten te financieren die onder de taak van het andere fonds vallen.

Met FAST-CARE kunnen ook de resterende middelen van het Cohesiefonds worden gebruikt om concrete acties te financieren die binnen het toepassingsgebied van de andere twee fondsen vallen, volgens de regels die op deze andere fondsen van toepassing zijn.

Kunt u enkele concrete voorbeelden geven van de manier waarop FAST-CARE mensen kan ondersteunen die op de vlucht zijn voor de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne?

Op korte termijn zal FAST-CARE de financiering vergemakkelijken van de eerste opvang en onmiddellijke hulp aan mensen die de oorlog in Oekraïne ontvluchten, zoals het verstrekken van voedsel, fundamentele materiële bijstand, huisvesting, vervoer, onmiddellijke gezondheidszorg, informatie en vertaaldiensten.

In een tweede fase kan FAST-CARE welkomst- en oriëntatiemaatregelen ondersteunen, zoals opvang, de bouw of renovatie van opvangcentra, accommodatie- en personeelskosten voor het beheer van de faciliteiten en integratieactiviteiten (met inbegrip van maatschappelijke organisaties die actief zijn in de lokale gemeenschap).

Op langere termijn kan toegang worden geboden tot gezondheidszorg, psychologische zorg en gemeenschapsgerichte ondersteuning, kinderopvang, sociale huisvesting, toegang tot de arbeidsmarkt, onderwijs en opleiding.

Hoe ondersteunt u de lokale begunstigden in de praktijk?

Gezien de essentiële rol van de lokale overheden en de maatschappelijke organisaties bij het verlenen van eerste hulp bij de opvang en integratie van vluchtelingen, zal ten minste 30 % van de steun van het cohesiebeleid in het kader van de desbetreffende prioriteiten worden toegekend aan lokale overheden en maatschappelijke organisaties die actief zijn in de lokale gemeenschappen.

Dit betekent dat de lidstaten de middelen rechtstreeks naar die begunstigden moeten sluizen om ervoor te zorgen dat zij een passend deel van de middelen ontvangen, gezien hun cruciale rol bij de opvang van vluchtelingen.

Wat voor oplossing biedt u voor projecten uit de periode 2014-2020 die tegen de wettelijke termijn van 2023 nog niet afgerond zullen zijn?

Projecten die vertragingen bij de uitvoering oplopen als gevolg van grondstoffen- en personeelstekorten of prijsstijgingen, kunnen gedeeltelijk worden overgeheveld naar de financieringsperiode 2021-2027, ook al komen sommige gebieden als gevolg van veranderingen in de regels niet langer voor steun in aanmerking. Deze mogelijkheid staat open voor reeds lopende projecten met meer dan 1 miljoen euro aan investeringen.