Artikel III-297: De Raad van Ministers

III-296
Artikel III-297
III-298
  • 1. 
    Wanneer een internationale situatie een operationeel optreden van de Unie vereist, neemt de Raad de nodige Europese besluiten. In die besluiten worden de doelstellingen, de draagwijdte, de middelen welke de Unie ter beschikking dienen te worden gesteld, en de voorwaarden voor de uitvoering van het optreden omschreven, alsmede, zo nodig, de duur ervan.

    Indien zich een verandering van omstandigheden voordoet met een duidelijke invloed op een vraag stuk dat het voorwerp is van een dergelijk Europees besluit, beziet de Raad de beginselen en de doelstellingen van dat besluit opnieuw en neemt hij de nodige Europese besluiten.

  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde Europese besluiten binden de lidstaten bij het innemen van standpunten en bij hun optreden.
  • 3. 
    Telkens wanneer op grond van een Europees besluit in de zin van lid 1 een nationale standpuntbepaling of een nationaal optreden wordt overwogen, wordt daarvan door de betrokken lidstaat op een zodanig tijdstip kennis gegeven dat zo nodig voorafgaand overleg in de Raad mogelijk is. De verplichting tot voorafgaande kennisgeving geldt niet voor maatregelen die slechts de nationale omzetting van dat besluit vormen.
  • 4. 
    In geval van dwingende noodzaak voortvloeiend uit veranderingen in de situatie en bij gebreke van een herziening, als bedoeld in lid 1, van het Europees besluit, kunnen de lidstaten met spoed de nodige maatregelen treffen, rekening houdend met de algemene doelstellingen van dat besluit. De betrokken lidstaat stelt de Raad onverwijld van iedere zodanige maatregel in kennis.
  • 5. 
    Indien een lidstaat bij de uitvoering van een in dit artikel bedoeld Europees besluit ernstige moeilijkheden ondervindt, legt hij deze voor aan de Raad, die daarover beraadslaagt en passende oplossingen zoekt. Deze mogen niet in strijd zijn met de doelstellingen van het optreden noch afbreuk doen aan de doeltreffendheid ervan.
 

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting Nederlandse regering

De artikelen betreffende de operationele optredens van de Unie en de standpunten van de Unie over bepaalde aangelegenheden van geografische of thematische aard zijn opgenomen respectievelijk in de artikelen III-297 en III-298 i. De bepalingen zijn, afgezien van enkele technische wijzigingen, ongewijzigd ten opzichte van de bepalingen terzake in artikelen 14 i en 15 van het EU-Verdrag i.

2.

Ontwikkeling artikel

2003
  • 1. 
    Wanneer een internationale situatie een operationeel optreden van de Unie vereist, neemt de Raad de noodzakelijke besluiten. In die besluiten worden de doelstellingen, de draagwijdte, de middelen welke de Unie ter beschikking dienen te worden gesteld, en de voorwaarden voor de uitvoering van het optreden omschreven, alsmede, zo nodig, de duur ervan.
  • 2. 
    Indien zich een verandering van omstandigheden voordoet met een duidelijke invloed op een vraagstuk dat het voorwerp is van een dergelijk besluit, beziet de Raad de beginselen en de doelstellingen van dat optreden opnieuw en neemt hij de noodzakelijke besluiten. Zolang de Raad geen besluit heeft genomen wordt het besluit over het optreden van de Unie gehandhaafd.
  • 3. 
    Die besluiten binden de lidstaten bij het innemen van standpunten en bij hun optreden.
  • 4. 
    Telkens wanneer op grond van een dergelijk besluit een nationale standpuntbepaling of een nationaal optreden wordt overwogen, wordt daarvan op een zodanig tijdstip kennis gegeven dat zo nodig voorafgaand overleg binnen de Raad mogelijk is. De verplichting tot voorafgaande kennisgeving geldt niet voor maatregelen die slechts de nationale omzetting van de besluiten van de Raad vormen.
  • 5. 
    In geval van dwingende noodzaak voortvloeiend uit veranderingen in de situatie en bij gebreke van een besluit van de Raad, kunnen de lidstaten met spoed de noodzakelijke maatregelen nemen, rekening houdend met de algemene doelstellingen van het besluit dat betrekking heeft op het optreden van de Unie. De betrokken lidstaat stelt de Raad onverwijld van iedere zodanige maatregel in kennis.
  • 6. 
    In geval van ernstige moeilijkheden bij de uitvoering van een dergelijk besluit, legt een lidstaat deze voor aan de Raad, die daarover beraadslaagt en passende oplossingen zoekt. Deze mogen niet in strijd zijn met de doelstellingen van het optreden noch afbreuk doen aan de doeltreffendheid ervan.

3.

Commentaar

  • 1. 
    Overname van de tekst van artikel 14, lid 1, VEU betreffende gemeenschappelijke optredens, maar aangepast om rekening te houden met de benaming van de GBVB-instrumenten (besluiten).
  • 2. 
    Artikel 14, lid 2, VEU, ongewijzigd behalve de benaming van het instrument: "Indien zich een verandering van omstandigheden voordoet met een duidelijke invloed op een vraagstuk dat het voorwerp is van een gemeenschappelijk optreden, beziet de Raad de beginselen en de doelstellingen van dat optreden opnieuw en neemt hij de noodzakelijke besluiten. Zolang de Raad geen besluit heeft genomen, wordt het gemeenschappelijk optreden gehandhaafd.".
  • 3. 
    Artikel 14, lid 3, VEU, ongewijzigd behalve de benaming van het instrument: "Een gemeenschappelijk optreden bindt de lidstaten bij het innemen van standpunten en bij hun verdere optreden.".
  • 4. 
    Artikel 14, lid 5, VEU, ongewijzigd behalve de benaming van het instrument: "Telkens wanneer op grond van een gemeenschappelijk optreden een nationale standpuntbepaling of een nationaal optreden wordt overwogen, wordt daarvan op een zodanig tijdstip kennis gegeven dat zo nodig voorafgaand overleg binnen de Raad mogelijk is. De verplichting tot voorafgaande kennisgeving geldt niet voor maatregelen die slechts de nationale omzetting van de besluiten van de Raad vormen.".
  • 5. 
    Artikel 14, lid 6, VEU, ongewijzigd behalve de benaming van het instrument: "In geval van dwingende noodzaak voortvloeiend uit veranderingen in de situatie en bij gebreke van een besluit van de Raad, kunnen de lidstaten met spoed de noodzakelijke maatregelen nemen, rekening houdend met de algemene doelstellingen van het gemeenschappelijk optreden. De betrokken lidstaat stelt de Raad onverwijld van iedere zodanige maatregel in kennis.".
  • 6. 
    Artikel 14, lid 7, VEU, ongewijzigd behalve de benaming van het instrument: "In geval van ernstige moeilijkheden bij de uitvoering van een gemeenschappelijk optreden, legt een lidstaat deze voor aan de Raad, die daarover beraadslaagt en passende oplossingen zoekt. Deze mogen niet in strijd zijn met de doelstellingen van het gemeenschappelijk optreden noch afbreuk doen aan de doeltreffendheid ervan.".
2003
  • 1. 
    Wanneer een internationale situatie een operationeel optreden van de Unie vereist, neemt de Raad de noodzakelijke besluiten. In die besluiten worden de doelstellingen, de draagwijdte, de middelen welke de Unie ter beschikking dienen te worden gesteld, en de voorwaarden voor de uitvoering van het optreden omschreven, alsmede, zo nodig, de duur ervan.
  • 2. 
    Indien zich een verandering van omstandigheden voordoet met een duidelijke invloed op een vraagstuk dat het voorwerp is van een dergelijk besluit, beziet de Raad de beginselen en de doelstellingen van dat optreden opnieuw en neemt hij de noodzakelijke besluiten. Zolang de Raad geen besluit heeft genomen wordt het besluit over het optreden van de Unie gehandhaafd.
  • 3. 
    Die besluiten binden de lidstaten bij het innemen van standpunten en bij hun optreden.
  • 4. 
    Telkens wanneer op grond van een dergelijk besluit een nationale standpuntbepaling of een nationaal optreden wordt overwogen, wordt daarvan op een zodanig tijdstip kennis gegeven dat zo nodig voorafgaand overleg binnen de Raad mogelijk is. De verplichting tot voorafgaande kennisgeving geldt niet voor maatregelen die slechts de nationale omzetting van de besluiten van de Raad vormen.
  • 5. 
    In geval van dwingende noodzaak voortvloeiend uit veranderingen in de situatie en bij gebreke van een besluit van de Raad, kunnen de lidstaten met spoed de noodzakelijke maatregelen nemen, rekening houdend met de algemene doelstellingen van het besluit dat betrekking heeft op het optreden van de Unie. De betrokken lidstaat stelt de Raad onverwijld van iedere zodanige maatregel in kennis.
  • 6. 
    In geval van ernstige moeilijkheden bij de uitvoering van een dergelijk besluit, legt een lidstaat deze voor aan de Raad, die daarover beraadslaagt en passende oplossingen zoekt. Deze mogen niet in strijd zijn met de doelstellingen van het optreden noch afbreuk doen aan de doeltreffendheid ervan.
2003
  • 1. 
    Wanneer een internationale situatie een operationeel optreden van de Unie vereist, neemt de Raad van Ministers de nodige Europese besluiten. In die besluiten worden de doelstellingen, de draagwijdte, de middelen welke de Unie ter beschikking dienen te worden gesteld, en de voorwaarden voor de uitvoering van het optreden omschreven, alsmede, zo nodig, de duur ervan.

    Indien zich een verandering van omstandigheden voordoet met een duidelijke invloed op een vraagstuk dat het voorwerp is van een dergelijk Europees besluit, beziet de Raad van Ministers de beginselen en de doelstellingen van dat optreden opnieuw en neemt hij de nodige Europese besluiten. Zolang de Raad van Ministers zich niet heeft uitgesproken, blijft het Europees besluit over het optreden van de Unie gehandhaafd.

  • 2. 
    Die Europese besluiten binden de lidstaten bij het innemen van standpunten en bij hun optreden.
  • 3. 
    Telkens wanneer op grond van een Europees besluit in de zin van lid 1 een nationale standpuntbepaling of een nationaal optreden wordt overwogen, wordt daarvan op een zodanig tijdstip kennis gegeven dat zo nodig voorafgaand overleg in de Raad van Ministers mogelijk is. De verplichting tot voorafgaande kennisgeving geldt niet voor regelingen die slechts de nationale omzetting van Europese besluiten vormen.
  • 4. 
    In geval van dringende noodzaak voortvloeiend uit veranderingen in de situatie en bij gebreke van een nieuw Europees besluit, kunnen de lidstaten met spoed de nodige regelingen treffen, rekening houdend met de algemene doelstellingen van het desbetreffende Europees besluit. De betrokken lidstaat stelt de Raad van Ministers onverwijld van iedere zodanige regeling in kennis.
  • 5. 
    Indien een lidstaat bij de uitvoering van een in dit artikel bedoeld Europees besluit ernstige moeilijkheden ondervindt, legt hij deze voor aan de Raad van Ministers, die daarover beraadslaagt en passende oplossingen zoekt. Deze mogen niet in strijd zijn met de doelstellingen van het optreden noch afbreuk doen aan de doeltreffendheid ervan.
2003
  • 1. 
    Wanneer een internationale situatie een operationeel optreden van de Unie vereist, neemt de Raad de nodige Europese besluiten. In die besluiten worden de doelstellingen, de draagwijdte, de middelen welke de Unie ter beschikking dienen te worden gesteld, en de voorwaarden voor de uitvoering van het optreden omschreven, alsmede, zo nodig, de duur ervan.

    Indien zich een verandering van omstandigheden voordoet met een duidelijke invloed op een vraagstuk dat het voorwerp is van een dergelijk Europees besluit, beziet de Raad de beginselen en de doelstellingen van dat besluit opnieuw en neemt hij de nodige Europese besluiten.

  • 2. 
    Die Europese besluiten binden de lidstaten bij het innemen van standpunten en bij hun optreden.
  • 3. 
    Telkens wanneer op grond van een Europees besluit in de zin van lid 1 een nationale standpuntbepaling of een nationaal optreden wordt overwogen, wordt daarvan door de betrokken lidstaat op een zodanig tijdstip kennis gegeven dat zo nodig voorafgaand overleg in de Raad mogelijk is. De verplichting tot voorafgaande kennisgeving geldt niet voor regelingen die slechts de nationale omzetting van dat besluit vormen.
  • 4. 
    In geval van dringende noodzaak voortvloeiend uit veranderingen in de situatie en bij gebreke van een herziening van het in lid 1 bedoelde Europees besluit, kunnen de lidstaten met spoed de nodige regelingen treffen, rekening houdend met de algemene doelstellingen van dat besluit. De betrokken lidstaat stelt de Raad onverwijld van iedere zodanige regeling in kennis.
  • 5. 
    Indien een lidstaat bij de uitvoering van een in dit artikel bedoeld Europees besluit ernstige moeilijkheden ondervindt, legt hij deze voor aan de Raad, die daarover beraadslaagt en passende oplossingen zoekt. Deze mogen niet in strijd zijn met de doelstellingen van het optreden noch afbreuk doen aan de doeltreffendheid ervan.
2004
  • 1. 
    Wanneer een internationale situatie een operationeel optreden van de Unie vereist, neemt de Raad de nodige Europese besluiten. In die besluiten worden de doelstellingen, de draagwijdte, de middelen welke de Unie ter beschikking dienen te worden gesteld, en de voorwaarden voor de uitvoering van het optreden omschreven, alsmede, zo nodig, de duur ervan.

    Indien zich een verandering van omstandigheden voordoet met een duidelijke invloed op een vraag stuk dat het voorwerp is van een dergelijk Europees besluit, beziet de Raad de beginselen en de doelstellingen van dat besluit opnieuw en neemt hij de nodige Europese besluiten.

  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde Europese besluiten binden de lidstaten bij het innemen van standpunten en bij hun optreden.
  • 3. 
    Telkens wanneer op grond van een Europees besluit in de zin van lid 1 een nationale standpuntbepaling of een nationaal optreden wordt overwogen, wordt daarvan door de betrokken lidstaat op een zodanig tijdstip kennis gegeven dat zo nodig voorafgaand overleg in de Raad mogelijk is. De verplichting tot voorafgaande kennisgeving geldt niet voor maatregelen die slechts de nationale omzetting van dat besluit vormen.
  • 4. 
    In geval van dwingende noodzaak voortvloeiend uit veranderingen in de situatie en bij gebreke van een herziening, als bedoeld in lid 1, van het Europees besluit, kunnen de lidstaten met spoed de nodige maatregelen treffen, rekening houdend met de algemene doelstellingen van dat besluit. De betrokken lidstaat stelt de Raad onverwijld van iedere zodanige maatregel in kennis.
  • 5. 
    Indien een lidstaat bij de uitvoering van een in dit artikel bedoeld Europees besluit ernstige moeilijkheden ondervindt, legt hij deze voor aan de Raad, die daarover beraadslaagt en passende oplossingen zoekt. Deze mogen niet in strijd zijn met de doelstellingen van het optreden noch afbreuk doen aan de doeltreffendheid ervan.