Overslaan en naar de inhoud gaan
De Nederlandse Grondwet
Zoeken
Licht
Donker
Auto
Hoofdnavigatie
Huidige Grondwet
Algemene bepaling
1. Grondrechten
2. Regering
3. Staten-Generaal
4. Advies en controle
5. Wetgeving en bestuur
6. Rechtspraak
7. Decentrale overheden
8. Herziening Grondwet
Grondwetswijzigingen
Aanhangige wetsvoorstellen
Verruiming tijdelijke vervanging volksvertegenwoordigers (2025-)
Terugzendrecht Eerste Kamer (2023-)
Recht op eerbiediging van het gezinsleven (2023-)
Correctief referendum (2022-)
Wijziging artikel 23 Grondwet (2021-)
Zittingsduur Eerste Kamer (2020-)
2e lezing Grondwetsherziening in Verenigde Vergadering (2020-)
Uitbreiding kiesrechtuitsluiting (2019-)
Gestrande grondwetswijzigingen (1983-heden)
Ontwikkelingen
Constitutionele toetsing
Kiesstelsel
Referendum
Gekozen minister-president of formateur
Toekomst tweekamerstelsel
Wet politieke partijen
Versies Grondwet
Huidige Grondwet (2022/2023)
Grondwet van 1983: algehele (redactionele) modernisering
Grondwet van 1917: onderwijspacificatie en algemeen kiesrecht
Grondwet van 1887: tussenstap in kiesrecht- en schoolstrijd
Grondwet van 1848: ministeriële verantwoordelijkheid
Grondwet van 1840: België afgesplitst
Grondwet van 1815: samenvoeging met België: een koninkrijk
Grondwet van 1814: een soeverein vorstendom
Grondwetscommissies
Commissie-Remkes - Staatscommissie parlementair stelsel (2017-2018)
Commissie-Thomassen (2009-2010)
Commissie-Biesheuvel (1982-1985)
Commissie-Cals/Donner (1967-1971)
Commissies voor 1967
Andere commissies
Commissie-Engels - Werking van artikel 57 van de Grondwet (2023)
Staatscommissie Rechtsstaat (2022-2024)
Commissie-Fokkens - Herziening wetgeving ambtsdelicten (2018-2021)
Nationale Conventie (2006)
Commissie-De Koning (1991-1993)
Hoofdstukken Grondwet
Algemene bepaling
Grondrechten
Regering
Staten-Generaal
Advies en controle
Wetgeving en bestuur
Rechtspraak
Decentrale overheden
Herziening Grondwet
Context
Dit artikel op NederlandRechtsstaat.nl
Parlementaire behandeling
Parlementaire behandeling Artikel 149: Uitoefening regterlijke magt
Naar artikel 149