Artikel 91: Vorst schorst besluiten die strijdig zijn met algemeene wetten

90
Artikel 91
92

Zij mogen geene besluiten nemen strijdig met de algemeene wetten of het algemeen belang der Vereenigde Nederlanden. In geval zulks mogt gebeuren, heeft de Souvereine Vorst het vermogen die besluiten te schorsen en buiten effect te stellen.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting Staatscourant

Niets is gevaarlijker, dan alles nieuw te willen maken, en wij hebben er de overvloedige ondervinding van. Wat anders is, de gebreken te verbeteren, en de grondslagen te bewaren. De grondslag is in ons Land de Constitutie der provintiën, der ridderschappen en steden. Daarom wordt deze constitutie bij de Grondwet bevestigd en alles zoo gelaten als het was, behalve hetgeen uitdrukkelijk verbeterd wordt. De voornaamste verbeteringen zijn dan nog herstellingen van de aloude Constitutie, zoo als zij was vóór de tijden van de Republiek, die eene groote nieuwigheid geweest is.

Tevens is, bij de Grondwet, zorg gedragen voor het behoud van eene redelijke vrijheid, voor die regten, welke den Nederlander altijd dierbaar zijn geweest, en de Staten van de Provintiën vinden, alzoo de algemeene voorspoed op dezelve gegrond is, en zijn aanzien rijst door den welstand van het volk. Toen Leopold de Tweede op den troon geroepen werd, dien Joseph had doen wankelen, door de zucht naar nieuwigheden, verklaarde hij aan de afgevaardigden, hem op de grenzen te gemoet gekomen, dat hij de Staten der Provintiën, als de grondzuil der monarchie, beschouwde. Deze Grondwet vereenigt, in zoo ver eene onvolmaakte menschelijke instelling vermag, alle de middelen tot behoud der nationale onafhankelijkheid en der burgerlijke vrijheid.

Dringt men in den geest van de Grondwet, zoo zal men ook gewaar worden, dat alle deze onderscheiden deelen, ten einde tot een groot en heilzaam oogmerk zamen te werken, in de naauwste betrekkingen tot elkanderen gebragt zijn. De Souvereine Vorst en de Staten-Generaal kunnen weinig zonder elkanderen doen.

  • De Souvereine Vorst staat tot elke provintie in dezelfde betrekking, als voorheen de Stadhouder;
  • de Staten der provintiën benoemen de leden van de Staten-generaal; de Staten-generaal dragen de uitvoering van alle wetten, rakende het inwendig bestuur, aan de staten de provintiën op; ontvangen allerhande voordragten van dezelven, en trachten de geschillen tusschen dezelven bij te leggen;
  • alle de familiën, die tot aanzien komen, kunnen in den adel en in de ridderschappen gebragt worden.

Deze wederkeerige betrekkingen bepalen zich niet tot de vergaderingen, kollegiën en familiën alleen; zij strekken zich zelfs uit tot bijzondere personen. De leden van de Staten-generaal kunnen genomen worden uit allerlei standen, uit allerlei kollegiën, uit het huis van den Souvereinen Vorst, uit de vloot en het leger; zoodat het slechts van de Staten der provintiën die ze benoemen afhangt, om den bloem der geheele natie in de Staten-generaal te brengen, en om alle mogelijke kunde en talenten in dei vergadering te verëenigen. Hetzelve kan in het vervolg waar gemaakt worden van de Staten der provintiën; de Grondwet behelst niets strijdigs daarmede; zij laat er, in alle opzigten, de deur toe open; de Staten der provintiën, de Ridderschappen, de steden, kunnen alle zoodanige verbeteringen in hunne constitutiën brengen, als zij met den tijd zullen goedvinden.

Uit dit zamenvloeijen in de Staten-generaal en in de Staten der provintiën van menschen, uit alle standen, edellieden, stedelijke regenten, regters, militairen, kooplieden, hoflieden, spruit natuurlijk voort een gemeenzame omgang, een vriendschap, eene mededeeling van denkbeelden, die al wat, om reden van orde, van regelmatigheid, heeft moeten afscheiden worden, wederom verëenigt, met banden van onderlinge genegenheid aan elkander hecht, en eenen zin voor Vaderland, eenen public spirit door alle de klassen van ingezetenen verspreidt, en in alle de gemoederen opwekt.

2.

Ontwikkeling artikel

1798

Het heeft toezigt over de handelingen der Departementaale en Gemeente-Bestuuren, gelijk mede der Geregtshoven en Regtbanken. Het kan derzelver Acten, zo die met de Wetten strijdig zijn, in haare werking, gelijk ook derzelver Leden in hunne bedieningen, schorsen, en de laatsten daadlijk afzetten, mids zoodanig besluit met redenen bekleed zij, blijvende aan de voornoemde Bestuuren, Geregtshoven en Regtbanken, of aan de bijzondere Leden van dien, ten allen tijde, onverlet hunne bijzondere verändwoording of aanklagt bij het Vertegenwoordigend Lichaam.

1814

Zij mogen geene besluiten nemen strijdig met de algemeene wetten of het algemeen belang der Vereenigde Nederlanden. In geval zulks mogt gebeuren, heeft de Souvereine Vorst het vermogen die besluiten te schorsen en buiten effect te stellen.

1815: art 149, 1840: art 147
1848

De Koning heeft het vermogen de besluiten der Staten, die met de wetten of het algemeen belang strijdig zijn, te schorsen of te vernietigen.

De wet regelt de gevolgen.

1887

De magt des Konings om de besluiten van Provinciale Staten of van Gedeputeerde Staten, die met de wet of het algemeen belang strijdig zijn, te schorsen en te vernietigen, wordt bij de wet geregeld.

1917: art 140, 1922: art 140, 1938: art 142, 1948: art 142, 1953: art 149, 1956: art 149, 1963: art 149, 1972: art 149