Artikel 213: Schutterijen

212
Artikel 213
214

In alle gemeenten, welker bevolking binnen den besloten kring of omtrek der gebouwen, 2500 zielen en daarboven bedraagt, worden als van ouds Schutterijen opgerigt, tot behoud der inwendige rust. Deze Schutterijen dienen in tijden van oorlog en gevaar, tegen de aanvallen van den vijand. In andere gemeenten worden, in tijd van vrede, rustende Schutterijen ingesteld, welke, in geval van oorlog, gezamenlijk met de vorengemelde dienen als een Landstorm, tot verdediging des vaderlands.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting Staatsblad

Al wat in de eerste grondwet betrekkelijk de verdediging van den Staat bepaald was, bebben wij ook hier overgenomen.

Eene vaste en duurzame krijgsmagt zal, als het ware, de voorhoede der natie zijn (art. 204).

Eene militie wijsselijk geregeld, zal steeds gereed zijn om ter verdediging van het vaderland toetesnellen. (art 206 en 212.)

De geheele natie eindelijk in schutterijen vereenigd, zal (is het nood) hare vrijheid en onafhankelijkheid tegen eenen vijand weten te verdedigen (art. 213.)

Het is ons verder nuttig toegeschenen eenige bepalingen der onlangs gemaakte wetten op de militie in de grondwet over te nemen, daar zij aan den Staat de diensten verzekert, welke deze regt heeft te vorderen, en aan de ingezetenen de opvolging van vaste en onwrikbare voorschriften toezegt, en hen alzoo behoedt tegen willekeurige en ondoordachte maatregelen.

Bij het regelen van dezen heiligen pligt, hebben wij ons twee der belangrijkste tijdperken onzer geschiedenis verlevendigd; de bevrediging van Gend, welke de ongelukkige scheiding der zeventien provinciën vooraf ging, en de Unie van Utrecht, dien eersten grondslag van nationale onafhankelijkheid, dien bron van zoo veel roems en voorspoed. Eenmaal zal onze nakomelingschap met eene edele trotschheid terugzien op die gedenkwaardige dagen, toen Hollanders en Belgen, nog niet geheel tot éénen staat vereenigd, maar door onderlinge liefde en achting nauw verbroederd, onder de standaarden uwer dappere zonen, gewedijverd hebben met de geoefendste krijgsbenden op de oevers van de Sambre en de vlakten van Waterloo; - op die schoone dagen, toen zij, waardig om onder het geleide van Nassau's heldenkroost te strijden, de achting uwer bondgenooten, den welverdienden roem en onverwelkbare lauweren verdienden, welke de heilige onderpanden zijn van den moed en ijver waarmede zij ten allen tijde zullen gereed zijn, om hun vaderland, hunnen Koning en eene grondwet, welke onder zulke gunstige voortekenen wordt daargesteld, met hun bloed tegen allen aanval te beschermen. Alzoo zal de onafhankelijkheid eens volks waardig om vrij te zijn, en aan het hoofd hebbende een geslacht, waarin wijsheid en heldenmoed erfgoederen zijn, door zijne naburen steeds geëerbiedigd worden.

De Vorsten van uw huis, Sire! zullen zekerlijk met wijze behoedzaamheid gebruik maken van het recht om oorlog te verklaren [art. 57]; dit regt is in eene welgeregelde monarchie onafscheidelijk van den persoon des Vorsten; wij hebben hetzelve niet in het minste beperkt.

2.

Ontwikkeling artikel

1814

In alle de Steden worden, als van ouds, Schutterijen opgerigt tot behoud der inwendige rust. Deze Schutterijen dienen in tijden van oorlog en gevaar tegen de aanvallen van den vijand. In dit geval worden er ook Schutterijen ten platte Lande ingesteld, welke gezamenlijk met die der Steden dienen als een Landstorm tot verdediging des Vaderlands.

1815

In alle gemeenten, welker bevolking binnen den besloten kring of omtrek der gebouwen, 2500 zielen en daarboven bedraagt, worden als van ouds Schutterijen opgerigt, tot behoud der inwendige rust. Deze Schutterijen dienen in tijden van oorlog en gevaar, tegen de aanvallen van den vijand. In andere gemeenten worden, in tijd van vrede, rustende Schutterijen ingesteld, welke, in geval van oorlog, gezamenlijk met de vorengemelde dienen als een Landstorm, tot verdediging des vaderlands.

1840: art 211
1848

In de gemeenten worden schutterijen opgerigt.

Zij dienen in tijd van gevaar en oorlog tot verdediging des vaderlands, en ten allen tijde tot behoud der inwendige rust.