Artikel 16: Recht ongeboren kind van Koning

15
Artikel 16
17

Het kind, waarvan een vrouw zwanger is op het ogenblik van het overlijden des Konings, wordt ten opzichte van het recht op de Kroon als reeds geboren aangemerkt. Dood ter wereld komende wordt het geacht nooit te hebben bestaan.

1.

Ontwikkeling artikel

1887

Het kind, waarvan eene vrouw zwanger is op het oogenblik van het overlijden des Konings, wordt ten opzichte van het regt op de Kroon als reeds geboren aangemerkt. Dood ter wereld komende wordt het geacht nooit te hebben bestaan.

1917: art 17
1922

Het kind, waarvan eene vrouw zwanger is op het oogenblik van het overlijden des Konings, wordt ten opzichte van het recht op de Kroon als reeds geboren aangemerkt. Dood ter wereld komende wordt het geacht nooit te hebben bestaan.

1938: art 16
1948

Het kind, waarvan een vrouw zwanger is op het ogenblik van het overlijden des Konings, wordt ten opzichte van het recht op de Kroon als reeds geboren aangemerkt. Dood ter wereld komende wordt het geacht nooit te hebben bestaan.

1953: art 16, 1956: art 16, 1963: art 16, 1972: art 16
1983

Het kind, waarvan een vrouw zwanger is op het ogenblik van het overlijden van de Koning, wordt voor de erfopvolging als reeds geboren aangemerkt. Komt het dood ter wereld, dan wordt het geacht nooit te hebben bestaan.

1987: art 26, 1995: art 26, 1999: art 26, 2000: art 26, 2002: art 26, 2005: art 26, 2006: art 26, 2008: art 26, 2017: art 26, 2018: art 26, 2022: art 26