Artikel 176: Voorstel begrooting huishoudelijke kosten
Ten dien einde, zend elk Departementaal Bestuur, jaarlijks, met den aanvang der Maand September, aan het Uitvoerend Bewind eene specifieke begrooting der kosten voor het volgend Jaar.
Ontwikkeling artikel
Ten dien einde, zend elk Departementaal Bestuur, jaarlijks, met den aanvang der Maand September, aan het Uitvoerend Bewind eene specifieke begrooting der kosten voor het volgend Jaar.
Tot goedmaking der bovengemelde gewone kosten, zal ten spoedigsten door ieder Departementaal Bestuur eene begrooting derzelve aan het Staats-Bewind worden voorgedragen, alsmede welke Artikelen der thans in hetzelve Departement gelieven wordende Belastingen voortaan tot styving van dezelve kosten in de Kas van het zelve zouden behoren te worden gestort, en in het vervolg als Departementale Belastingen aangemerkt. Ingevalle deze in vervolg van tijd niet toereikende gevonden mogten worden, draagt het Departement, achtervolgens Art. 58, nieuwe Departementale Belastingen voor, welke echter niet zullen mogen gelegd worden op den doorvoer door, den uitvoer naar, of den invoer uit eenig Departement. Zullende mede de voortbrengzelen van den grond of de nyverheid van andere Departementen nimmer mogen worden bezwaard, boven-die van het Departement zelve, alwaar de belasting geheven wordt.
De Departementale Besturen zijn niet bevoegd tot het heffen van Departementale Belastingen, dan na alvorens daartoe te zijn geautoriseerd door een Besluit van Hun Hoog Mogenden, genomen op eene stellige en uitdrukkelijke Voordragt van den Raadpensionaris.
De Departementale Belastingen, door de Vergadering van Hun Hoog Mogenden op den voet van het voorgaand Artikel vastgesteld, zullen niet mogen betreffen den Doorvoer door, den Uitvoer naar of den Invoer uit eenig ander Departement; zullende mede de voortbrengselen van den grond of de nijverheid van andere Departementen nimmer mogen worden bezwaard boven die van het Departement zelve, alwaar de Belasting geheven wordt.
Zij dragen de kosten van hun bestuur voor aan den Souvereinen Vorst, die dezelve, ingevalle van goedkeuring, op de begrooting der staatsbehoeften brengt.
Zij zorgen, dat de doorvoer door, de uitvoer naar, of de invoer uit eenige andere Provinciën of Landschappen geene belemmering ondergaan, voor zoo verre bij de algemeene wetten dien aangaande geene bijzondere voorzieningen gemaakt zijn.
De Staten zenden alle, door hen goedgekeurde, begrootingen van inkomsten en uitgaven aan den Souvereinen Vorst, welke, zulks goedvindende, zoo ten aanzien van gemelde begrootingen, als omtrent alle verdere handelingen der plaatselijke Regeringen, zoodanige inzage kan vorderen, als Hij vermeent te behooren, en dezelve handelingen, des noods, kan schorsen en buiten effect stellen. Ten aanzien van het opnemen en sluiten der plaatselijke rekeningen worden door den Souvereinen Vorst de vereischte voorzieningen voorgeschreven.
De Staten zenden aan den Koning alle de begrootingen van inkomsten en uitgaven, welke Hij vordert.
Ten aanzien van het opnemen en sluiten der plaatselijke rekeningen, worden door den Koning de vereischte voorzieningen voorgeschreven.
Elk besluit der Staten tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van eene provinciale belasting, behoeft de goedkeuring des Konings.
De wet geeft algemeene regels ten aanzien van de provinciale belastingen.
Deze belastingen mogen den doorvoer, den uitvoer naar en den invoer uit andere provinciën niet belemmeren.
De begrooting der provinciale inkomsten en uitgaven, jaarlijks door de Staten op te maken, behoeft de goedkeuring des Konings.
De wet regelt het vaststellen van de provinciale rekening.
Elk besluit der Staten tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een provinciale belasting, behoeft de goedkeuring des Konings.
De wet kan bepalen, dat ook andere besluiten volgens door haar te stellen regels aan de goedkeuring des Konings zijn onderworpen; de goedkeuring van deze besluiten kan niet worden geweigerd dan bij een met redenen omkleed besluit, de Raad van State gehoord.
De wet geeft algemene regels ten aanzien van de provinciale belastingen.
Deze belastingen mogen de doorvoer, de uitvoer naar en de invoer uit andere provinciën niet belemmeren.