Artikel 3: Pensioenen van Leeraars, Hoogleeraars en Weduwen
Alle Leeraars, Hoogleeraars, en derzelver Weduwen, op 1 Januari 1798, gepensioneerd geweest zijnde, blijven de hun toegelegde Pensioenen, geduurende hun leven, genieten, mids zij aan het Bewind ter Plaatse, alwaar zij woonen, doen blijken, geene zes-honderd Guldens jaarlijksch inkomen te hebben buiten het gemelde Pensioen, en bewijzen toonen van hunne verknogtheid aan de tegenwoordige orde van zaken.
Ontwikkeling artikel
Alle Leeraars, Hoogleeraars, en derzelver Weduwen, op 1 Januari 1798, gepensioneerd geweest zijnde, blijven de hun toegelegde Pensioenen, geduurende hun leven, genieten, mids zij aan het Bewind ter Plaatse, alwaar zij woonen, doen blijken, geene zes-honderd Guldens jaarlijksch inkomen te hebben buiten het gemelde Pensioen, en bewijzen toonen van hunne verknogtheid aan de tegenwoordige orde van zaken.