Artikel 156: Staten oordelen over plaatselijke begrootingen
De Plaatselijke Besturen zijn gehouden en verpligt de begrooting hunner inkomsten en uitgaven aan de Staten over te leggen, en gedragen zich naar het geen dienaangaande door gemelde Staten noodig geoordeeld wordt.
Ontwikkeling artikel
Het zend, jaarlijks, met den aanvang der Maand Augustus, aan dat Departementaal Bestuur, waaronder deszelfs Gemeente behoort, specifieke Memoriën van Ontvang en Uitgave voor Nationaale Reekening.
Het regelen der plaatselijke belangen, ingevolge het voorgaande artikel aan de gemelde plaatselijke besturen zijnde overgelaten, blijven deze nogtans gehouden en verpligt de begrooting hunner inkomsten en uitgaven aan de Staten overteleggen, en gedragen zich naar het geen dienaangaande door gemelde Staten zal worden noodig geoordeeld.
De wet regelt ook het opmaken der begrootingen en het opnemen en sluiten der plaatselijke rekeningen.
De besluiten der gemeentebesturen, rakende de beschikking over gemeente-eigendom, en zoodanige andere burgerlijke regtshandelingen welke de wet aanwijst, alsmede de begrootingen van inkomsten en uitgaven, worden aan de goedkeuring der Provinciale Staten onderworpen.
De besluiten der gemeentebesturen, rakende zoodanige beschikking over gemeente-eigendom, en zoodanige andere burgerlijke regtshandelingen welke de wet aanwijst, alsmede de begrootingen van inkomsten en uitgaven, worden aan de goedkeuring der Gedeputeerde Staten onderworpen.
Het opmaken der begrootingen en het vaststellen der rekeningen wordt door de wet geregeld.