Zevende Afdeeling. Van den Raad van State en de Ministeriële Departementen.

Inhoudsopgave van deze pagina:

71: Raad van State; Voorzitter; Prins van Oranje

Er is een Raad van State, welks zamenstelling en bevoegdheid worden geregeld door de wet.

De Koning is voorzitter van den Raad, en benoemt de leden.

De Prins van Oranje heeft echter, nadat zijn achttiende jaar is vervuld, zitting van regtswege en eene raadgevende stem.

72: Mandaat Raad van State

De Koning brengt ter overweging bij den Raad van State alle voorstellen, door hem aan de Staten-Generaal te doen, of door deze aan hem gedaan, alsmede alle algemeene maatregelen van inwendig bestuur van den Staat en van zijne koloniën en bezittingen in andere werelddeelen.

Aan het hoofd der uit te vaardigen wetten en bevelen wordt melding gemaakt, dat de Raad van State deswege gehoord is.

De Koning neemt wijders de gedachten van den Raad van State in over alle zaken van algemeen of bijzonder belang waarin hij zulks noodig oordeelt.

De Koning alleen besluit, en geeft telkens van zijn genomen besluit kennis aan den Raad.

73: Ministeriële departementen

De Koning stelt ministeriële departementen in, benoemt er de hoofden van, en ontslaat die naar welgevallen.

De hoofden der ministeriële departementen zorgen voor de uitvoering der Grondwet en der andere wetten, voor zooverre die van de Kroon afhangt.

Hunne verantwoordelijkheid wordt geregeld door de wet. Alle Koninklijke besluiten en beschikkingen worden door een der hoofden van de ministeriële departementen mede onderteekend.