Artikel 8: Vrijheid van drukpers

7
Artikel 8
9

Niemand heeft voorafgaand verlof noodig, om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.

1.

Ontwikkeling artikel

1798

Ieder Burger mag zijn gevoelens uiten en verspreiden, op zoodanige wijze, als hij goedvindt, des niet strijdig met het oogmerk der Maatschappij. De vrijheid der Druk-pers is heilig, mids de Geschriften met den naam van Uitgever, Drukker, of Schrijver voorzien zijn. Dezen allen zijn, ten allen tijde, aansprakelijk voor alle zoodanige bedrijven, door middel der Drukpers, ten aanzien van afzonderlijke personen, of der gantsche Maatschappij, begaan, die door de Wet als misdadig erkend zijn.

1815

Het is aan elk geoorloofd om zijne gedachten en gevoelens door de drukpers, als een doelmatig middel tot uitbreiding van kennis en voortgang van verlichting, te openbaren, zonder eenig voorafgaand verlof daartoe noodig te hebben, blijvende nogtans elk voor hetgeen hij schrijft, drukt, uitgeeft of verspreidt, verantwoordelijk aan de maatschappij of bijzondere personen, voor zoo verre dezer regten mogten zijn beleedigd.

1840: art 225
1848

Niemand heeft voorafgaand verlof noodig, om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.

1887: art 7, 1917: art 7, 1922: art 7, 1938: art 7, 1948: art 7, 1953: art 7, 1956: art 7, 1963: art 7, 1972: art 7
1983
  • 1. 
    Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
  • 2. 
    De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisieuitzending.
  • 3. 
    Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de voorgaande leden genoemde middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. De wet kan het geven van vertoningen toegankelijk voor personen jonger dan zestien jaar regelen ter bescherming van de goede zeden.
  • 4. 
    De voorgaande leden zijn niet van toepassing op het maken van handelsreclame.
1987: art 7, 1995: art 7, 1999: art 7, 2000: art 7, 2002: art 7, 2005: art 7, 2006: art 7, 2008: art 7, 2017: art 7, 2018: art 7, 2022: art 7