Artikel 29: Inkomen troonopvolgster

28
Artikel 29
30

De dochter des Konings, die de vermoedelijke erfgenaam is van de Kroon, geniet uit 's Rijks kas een jaarlijks inkomen van 200.000, te rekenen van de tijd, dat zij de ouderdom van achttien jaren heeft vervuld.

Indien zij een huwelijk aangaat, waartoe bij de wet toestemming is verleend, geniet haar gemaal uit 's Rijks kas eveneens een jaarlijks inkomen van f  200.000; hij blijft in het genot van dit inkomen na overlijden van de Prinses, zolang hij weduwnaar is en de staat van Nederlander behoudt.

Na het overlijden van haar gemaal geniet de Prinses, zolang zij ongehuwd blijft, een jaarlijks inkomen van f  400.000.

De inkomens, bedoeld in dit artikel, blijven bestaan, ingeval later een Prins van Oranje geboren wordt.

1.

Ontwikkeling artikel

1938

De dochter des Konings, die de vermoedelijke erfgenaam is van de Kroon, geniet uit 's Rijks kas een jaarlijks inkomen van 200.000, te rekenen van de tijd, dat zij de ouderdom van achttien jaren heeft vervuld.

Indien zij een huwelijk aangaat, waartoe bij de wet toestemming is verleend, geniet haar gemaal uit 's Rijks kas eveneens een jaarlijks inkomen van f  200.000; hij blijft in het genot van dit inkomen na overlijden van de Prinses, zolang hij weduwnaar is en de staat van Nederlander behoudt.

Na het overlijden van haar gemaal geniet de Prinses, zolang zij ongehuwd blijft, een jaarlijks inkomen van f  400.000.

De inkomens, bedoeld in dit artikel, blijven bestaan, ingeval later een Prins van Oranje geboren wordt.

1948: art 29, 1953: art 29, 1956: art 29, 1963: art 29
1972