Artikel 112: Competentie rechterlijke macht; administratieve rechtspraak

111
Artikel 112
113
  • 1. 
    Aan de rechterlijke macht is opgedragen de berechting van geschillen over burgerlijke rechten en over schuldvorderingen.
  • 2. 
    De wet kan de berechting van geschillen die niet uit burgerlijke rechtsbetrekkingen zijn ontstaan, opdragen hetzij aan de rechterlijke macht, hetzij aan gerechten die niet tot de rechterlijke macht behoren. De wet regelt de wijze van behandeling en de gevolgen van de beslissingen.
 

1.

Ontwikkeling artikel

1798

Derzelver aantal en werkzaamheden, zoodanig, als het gerief der Ingezetenen, ter bekominge van goed regt, vordert, gelijk mede het aantal van Leden, en de wijze van keus door de Grond-Vergaderingen, worden door de Wet bepaald.

1815

Alle twistgedingen over eigendom of daaruit voortspruitende regten, over schuldvordering of burgerlijke regten, behooren bij uitsluiting tot de kennis van de regterlijke magt.

1840: art 163
1848

Alle twistgedingen over eigendom of daaruit voortspruitende regten, over schuldvordering en andere burgerlijke regten, behooren bij uitsluiting tot de kennis van de regterlijke magt.

Aan haar behoort insgelijks, behoudens de uitzonderingen door de wet te bepalen, de beslissing over burgerschapsregten.

1887: art 153, 1917: art 153, 1922: art 154, 1938: art 160, 1948: art 160, 1953: art 167, 1956: art 167, 1963: art 167, 1972: art 167
1983
  • 1. 
    Aan de rechterlijke macht is opgedragen de berechting van geschillen over burgerlijke rechten en over schuldvorderingen.
  • 2. 
    De wet kan de berechting van geschillen die niet uit burgerlijke rechtsbetrekkingen zijn ontstaan, opdragen hetzij aan de rechterlijke macht, hetzij aan gerechten die niet tot de rechterlijke macht behoren. De wet regelt de wijze van behandeling en de gevolgen van de beslissingen.
1987: art 112, 1995: art 112, 1999: art 112, 2000: art 112, 2002: art 112, 2005: art 112, 2006: art 112, 2008: art 112, 2017: art 112, 2018: art 112, 2022: art 112