Artikel 32: Beëdiging; inhuldiging koning

31
Artikel 32
33

Nadat de Koning de uitoefening van het koninklijk gezag heeft aangevangen, wordt hij zodra mogelijk beëdigd en ingehuldigd in de hoofdstad Amsterdam in een openbare verenigde vergadering van de Staten-Generaal. Hij zweert of belooft trouw aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van zijn ambt. De wet stelt nadere regels vast.

1.

Ontwikkeling artikel

1806

Op de plegtige Aanvrage van Hun Hoog Mogenden, vertegenwoordigende de Bataafsche Republiek, dat de PRINS Louis NAPOLEON moge worden benoemd en gekroond tot Erfelijken en Constitutionelen Koning van Holland, zoo voldoet Zijne Majesteit aan dat verlangen, autoriserende dienvolgens den PRINSE LODEWIJK NAPOLEON i, om de Kroon van Holland aantenemen, ten einde bekleed te worden door hem, en door zijne Natuurlijke, Wettige en mannelijke Afkomelingen, bij orde van eerstgeboorte, met altoosdurende uitsluiting der Vrouwen, en van derzelver Afkomelingen.

Ingevolge van deze autorisatie, zoo zal de PRINS LODEWIJK NAPOLEON, deze Kroon bezitten met den Titul van Koning van Holland, en met alle de magt en het gezag, welke bepaald zullen zijn door de Constitutionele Wetten, bij den Keizer NAPOLEON in het vorige Artikel geguarandeerd.

Niettemin is hier mede bedongen, dat de Kronen van Frankrijk en van Holland nimmer op hetzelfde Hoofd vereenigd zullen kunnen worden.

1814

De beëediging van den Souvereinen Vorst en de inhuldiging bij de Staten Generaal zullen plaats hebben in de stad Amsterdam, als de hoofdstad.

1815

De Koning wordt bij het aanvaarden der Regering plegtiglijk beëedigd en ingehuldigd, in eene openbare en vereenigde zitting der beide kamers van de Staten-Generaal, welke te dien einde onder den blooten Hemel gehouden wordt; in tijden van vrede heeft deze plegtigheid plaats beurtelings te Amsterdam en in eene der steden van de zuidelijke Provinciën, ter keuze des Konings.

1840

De Koning wordt bij het aanvaarden der Regering plegtiglijk beëedigd en ingehuldigd, binnen de stad Amsterdam, in eene openbare en vereenigde zitting der beide kamers van de Staten-Generaal.

1848: art 50, 1887: art 50, 1917: art 50, 1922: art 50, 1938: art 52, 1948: art 52, 1953: art 52, 1956: art 52, 1963: art 52, 1972: art 52
1983

Nadat de Koning de uitoefening van het koninklijk gezag heeft aangevangen, wordt hij zodra mogelijk beëdigd en ingehuldigd in de hoofdstad Amsterdam in een openbare verenigde vergadering van de Staten-Generaal. Hij zweert of belooft trouw aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van zijn ambt. De wet stelt nadere regels vast.

1987: art 32, 1995: art 32, 1999: art 32, 2000: art 32, 2002: art 32, 2005: art 32, 2006: art 32, 2008: art 32, 2017: art 32, 2018: art 32, 2022: art 32