Geloof en religie

Inhoudsopgave van deze pagina:

19: Vrijheid van godsdienst

Elk Burger heeft vrijheid, om God te dienen naar de overtuiging van zijn hart. De Maatschappij verleent, ten dezen opzigte, aan allen gelijke zekerheid en bescherming; mids de openbaare orde, door de Wet gevestigd, door hunnen uiterlijken eerdienst nimmer gestoord worde.

20: Uit lidmaatschap Kerkelijk Leerstelsel volgen geen burgerlijke voordeelen of nadeelen

Geene burgerlijke voordeelen, of nadeelen, zijn aan de belijdenis van eenig Kerkelijk Leerstelsel gehegt.

21: Kerkgenootschappen zorgen voor onderhoud Eerdienst

Elk Kerkgenootschap zorgt voor het onderhoud van zijnen Eerdienst, deszelfs Bedienaaren en Gestigten.

22: Godsdienst-oefening wordt verrigt in gebouwen met ontsloten deuren

De gemeenschaplijke Godsdienst-oefening wordt verrigt binnen de daartoe bestemde Gebouwen, en wel met ontsloten deuren.

23: Uiterlijke godsdienstkenmerken alleen binnen Kerkgebouw

Niemand zal met eenig orde's-kleed, of teeken, van een Kerklijk Genootschap, buiten zijn Kerkgebouw verschijnen.