Artikel 90: Benoeming voor het leven, vereischten, verkiezing opengevallen plaatsen

89
Artikel 90
91

Dezelve zitten gedurende hun leven, en moeten alle de vereischten bezitten, welke in de Leden van het Staats-Bewind Art. 29 i gevorderd worden. In cas van vacature formeeren dezelve een dubbeltal, by het welk door het Staats-Bewind insgelyks twee Personen gevoegd worden, uit welk viertal de electie geschiedt door het Wetgevend Lichaam.

1.

Ontwikkeling artikel

1798

Hetzelve is zaamgesteld uit Leden der Departementaale Geregtshoven.

Uit ieder dezer Hoven worden, bij Loting drie Leden gekozen, om als Regters te handelen.

Uit deze, aldus gekozen, vier-en-twintig Regters, kan zoo wel de beschuldigde, als beschuldiger, agt derzelver weigeren, zonder redengeving.

De redenen van weigering, tegen de overige Regters aangevoerd, worden beoordeeld door zoodanig Departementaal Geregtshof, als beschuldigdd of beschuldiger zal benoemen. Aan deszelfs uitspraak zullen zij zig onderwerpen. De redenen gegrond wordende geijordeeld, worden de Plaatsen dier geweigerde Leden, bij loting, vervuld, zonder de weigering te herhaalen.

Onder de zestien Regters, die alzoo zijn toegelaten, geschied eene uitloting van vier Leden.

De overige twaalf Regters vormen alzoo het Hoog Nationaal Geregtshof.

Uit dit getal word, bij loting,  Één derzelven tot openbaaren Aanklaager benoemd. De overige elf Regters verkiezen uit hun midden eenen Voorzitter.

De Wet bepaalt de Belofte, en andere voorbereidselen, tot deze Zitting behoorende.

1801

Dezelve zitten gedurende hun leven, en moeten alle de vereischten bezitten, welke in de Leden van het Staats-Bewind Art. 29 i gevorderd worden. In cas van vacature formeeren dezelve een dubbeltal, by het welk door het Staats-Bewind insgelyks twee Personen gevoegd worden, uit welk viertal de electie geschiedt door het Wetgevend Lichaam.

1806

Er zal een Hoog Nationaal Geregtshof zijn; de Leden zullen ten aanzien van ouderdom en inwoning dezelfde vereischten moeten bezitten, als hij Art. 52 i voor de Leden der Vergadering van Hun Hoog Mogenden zijn bepaald, en zich, overeenkomstig het gestatueerde bij Art. 67 i, niet mogen bestaan in of binnen den vierden graad van Bloedverwantschap of Zwagerschap.

1814

Er zal een opperste Geregtshof worden ingesteld onder den naam van Hoogen Raad der Vereenigde Nederlanden. Deszelfs leden worden, zoo veel mogelijk, uit alle de Provinciën of Landschappen genomen.

1815

Er bestaat voor het geheele Rijk een opperste Geregtshof, onder den naam van Hoogen Raad der Nederlanden.

Deszelfs leden worden, zoo veel mogelijk, uit alle de Provinciën genomen.

1840: art 173
1848

Er bestaat voor het geheele Rijk een opperste geregtshof, onder den naam van Hooge Raad der Nederlanden, waarvan de leden door den Koning, uit eene nominatie, volgens art. 158 i, worden benoemd.

1887: art 162, 1917: art 162, 1922: art 163, 1938: art 169, 1948: art 169, 1953: art 176, 1956: art 176, 1963: art 176, 1972: art 176
1983
  • 1. 
    De leden van de Hoge Raad der Nederlanden worden benoemd uit een voordracht van drie personen, opgemaakt door de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
  • 2. 
    De Hoge Raad is in de gevallen en binnen de grenzen bij de wet bepaald, belast met de cassatie van rechterlijke uitspraken wegens schending van het recht.
  • 3. 
    Bij de wet kunnen aan de Hoge Raad ook andere taken worden opgedragen.
1987: art 118, 1995: art 118, 1999: art 118, 2000: art 118, 2002: art 118, 2005: art 118, 2006: art 118, 2008: art 118, 2017: art 118, 2018: art 118, 2022: art 118