Artikel 182: Instelling provinciale geregtshoven; Koning benoemt presidenten en stelt Procureurs-Generaal aan

181
Artikel 182
183

In elke Provincie is een Geregtshof, ten ware bij de wet een hof over meer dan ééne Provincie mogt worden gesteld. Bij eene voorgevallene vacature wordt door de provinciale Staten eene nominatie van drie personen, ter vervulling van dezelve, den Koning aangeboden, ten einde daaruit de keuze te doen.

De Koning benoemt de Presidenten dier hoven uit de leden, en heeft de directe aanstelling van den Procureur-Generaal.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting Staatsblad

De gronden tot opbouw der regterlijke verordeningen in de eerste grondwet gelegd, waren grootendeels overeenkomstig met de oude Hollandsche instellingen en weken niet wezenlijk van die der Belgische provinciën af. Wij hebben dezelve behouden.

Tot beslissing van burgelijke zaken bestaan er regtbanken van eersten aanleg naar het meeste gerijf der twistende partijen geplaatst (art 134 [165]). Een hof van hooger beroep spreekt regt over een of meer provinciën, (art. 182).

Een opperste geregtshof heeft het toezigt over de handelingen van alle regterlijke kollegiën, en is bekleed met zodanig gezag als de wet aan hetzelve nader zal toekennen (art. 180).

De vervolging en bestraffing der misdaden is in elk regtsgebied toebetrouwd aan regters, die ook in burgerlijke geschillen uitspraak doen, en alzoo matigt deze hunne dubbele betrekking eene te groote helling tot strengheid, welke door eene uitsluitende oefening van het strafregt welligt bij hen zoude kunnen geboren worden.

Een hoog militair geregtshof uit regtsgeleerden en krijgslieden zamengesteld, bestemd om de vonnissen der krijgsraden nategaan, en zelve de regtsmagt door de wet aan hetzelve toetekennen te beoefenen, terwijl zeer belangrijke bedenkingen ons hebben doen besluiten, de kennisneming van alle misdaden door het krijgsvolk begaan aan die regtbank optedragen (art. 186).

Voorts zullen de bepalingen van bet burgerlijk en lijfstraffelijk regt, van de regten des koophandels en bet beleid en het zamenstel van bet justitiewezen, voor het geheele Rijk in algemeene wetboeken vervat worden (art. 163).

De onafhankelijkheid der regters is gewaarborgd; zij worden op eenen vasten en wettelijken voet bezoldigd, door den Koning benoemd, en wel de meesten hunner voor hun leven, op voordragt der Provinciale Staten, of van de tweede kamer der Staten-Generaal (art. 126 [113?], 182 en 183). Zie daar, Sire! de gronden van een stelsel 't welk door Uwe Majesteit overwogen, en door de Staten-Generaal aangenomen, eene nieuwe weldaad voor dit volk wezen zal.

2.

Ontwikkeling artikel

1801

De Publieke Aanklager of Procureur-Generaal by het Nationale Gerechtshof, alsmede de Procureurs-Generaal by de Departementale Gerechtshoven, worden door het Staats-Bewind aangesteld, uit eene nominatie van drie Personen, te formeeren door het Nationaal Gerechtshof en de Departementale Bestuuren respectivelyk.

1805

Bij vacature zenden de overige Leden eene nominatie van drie Personen aan de Vergadering van Hun Hoog Mogenden, welke daar uit de verkiezing doet.

De Raadpensionaris heeft de aanstelling van den Publieken Aanklager bij het Nationaal Geregtshof, en van de Publieke Aanklagers bij de Departementale Geregtshoven, uit eene Nominatie van drie personen, door het Hof, bij hetwelk de vacature voorvalt, te formeren.

1814

Er zal zijn in elke Provincie of Landschap één Geregtshof, ten ware bij de wet een Hof over meer dan eene Provincie of Landschap mogt worden gesteld. Van eene voorgevallene vacature wordt door het Hof kennis gegeven aan de Provinciale Staten, die, ter vervulling van dezelve, eene nominatie van drie personen aan den Souvereinen Vorst aanbieden, ten einde daaruit de keuze te doen.

De Souvereine Vorst heeft de directe aanstelling van den Procureur-Generaal bij gemelde Hoven.

1815

In elke Provincie is een Geregtshof, ten ware bij de wet een hof over meer dan ééne Provincie mogt worden gesteld. Bij eene voorgevallene vacature wordt door de provinciale Staten eene nominatie van drie personen, ter vervulling van dezelve, den Koning aangeboden, ten einde daaruit de keuze te doen.

De Koning benoemt de Presidenten dier hoven uit de leden, en heeft de directe aanstelling van den Procureur-Generaal.

1840: art 180