Artikel 231: Staten-Generaal in dubbele getale bijeen in kwesties rond troonopvolging

230
Artikel 231
232

In de gevallen, waarin, volgens artikel 27, 44 en 46, de Tweede Kamer der Staten-Generaal, volgens deze Grondwet, in dubbelen getale moet bijeenkomen, wordt deze benoeming door de Staten der Provincie gedaan, op last van den genen die het Koninklijk gezag uitoefent.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting Staatsblad

Wij hebben reeds aangemerkt, Sire! dat naar ons inzien eene staatsregeling, welke alle wettige regten verzekert, welker gronden geheel in de zeden en in de geaardheid der natie liggen, op eene grootere duurzaamheid hopen mag, dan wanneer zij op loutere bespiegelingen gebouwd is: maar de tijd verandert en wijzigt alles, en het is ons toegeschenen, dat er groote nuttigheid was in het behouden van een middel om die veranderingen niet op een te voren geregeld en bepaald tijdstip, maar in geval van gebiedende noodzakelijkheid te kunnen verkrijgen, zonder gevaar te loopen, tot alle verkeerde nieuwigheden te vervallen (art. 199-233 [229-234]).

De grondwet voor de Vereenigde Nederlanden, had aan de commissie, die dezelve ontworpen had, opgedragen de bevoegdheid om derzelver bepalingen, ingeval van twijfeling, gedurende de drie eerste jaren na derzelver invoering, uit te leggen: wij hebben gedacht dat de wet, die het gemeen overleg van den Koning en de Staten-Generaal uitdrukt, de meeste bevoegdheid tot zulk eene uitlegging had, daar dezelve in waarheid niets is, dan eene juiste toepassing van de grondwet zelve.

Ten einde met behoedzaamheid en zonder schokken de veranderingen daar te stellen welke de nieuwe grondwet noodig maakt, heeft zij bij eenige afzonderlijke artikelen aan Uwe Majesteit opgedragen, om geleidelijk alle de onderscheiden bepalingen in werking te brengen, welke zij inhoudt, en om voor de eerste reis de leden der tweede kamer van de Staten-Generaal, en alle andere magistraatspersonen en ambtenaren aan te stellen, al ware hunne benoeming voor het vervolg op eene andere wijze geregeld (art. add. 1).

Volgens die artikelen blijven ook in volle kracht de wetten, welke de onderscheiden gedeelten van het Rijk bestieren, tot op het oogenblik dat zij met den wenschelijken spoed, maar tevens zonder overhaasting, door andere rijpelijk doordachte wetten zullen zijn vervangen, en aldus heeft de grondwet zich de beste steun, de magtigste hulp verschaft, welke zij erlangen kan, dat is Uwe wijsheid en Uwe onbegrensde liefde voor het volk (art. add. 2).

Mogt Sire! deze grondwet door Uwe doorzigt gelouterd, door den tijd verbeterd, tot de welvaart van het rijk medewerken, het geluk der natie vermeerderen, en de onderlinge liefde en genegenheid van Vorst en onderdanen aankweeken, welke zoo vruchtbaar tot waar heil, alleenlijk het voorregt is van eenen goeden Vorst en onder Uw bestier ons de heerlijkste toekomst oplevert. '

2.

Ontwikkeling artikel

1814

In de gevallen, bij artikel 8 i, 10, 11 en 24 omschreven, wordt de vergadering der Staten Generaal in dubbelen getale bij een geroepen, overeenkomstig hetgeen daaromtrent bij het negende hoofdstuk zal worden bepaald.

1815

In de gevallen, waarin, volgens artikel 27, 44 en 46, de Tweede Kamer der Staten-Generaal, volgens deze Grondwet, in dubbelen getale moet bijeenkomen, wordt deze benoeming door de Staten der Provincie gedaan, op last van den genen die het Koninklijk gezag uitoefent.

1840: art 229
1848

De voorstellen:

1e. der wet regelende het kiesregt en de benoeming van afgevaardigden ter Eerste en Tweede Kamer,

2e. van provinciale en gemeente-wet,

worden voorgedragen in de eerste zitting der Staten- Generaal, volgende op de afkondiging der veranderingen in de Grondwet.

De ontwerpen van wet, betreffende de verantwoordelijkheid der ministers i, de nieuwe regterlijke inrigting, het onderwijs i en armbestuur i, en tot uitoefening van het regt van vereeniging en vergadering i, worden zoo mogelijk in diezelfde zitting, en in allen geval niet later dan in de daarop volgende, voorgesteld.

De wetten op het beleid der regering in de koloniën en bezittingen van het Rijk in andere werelddeelen i worden binnen drie jaren na de afkondiging dezer veranderingen in de Grondwet voorgedragen.