Artikel 29: Koning kan geen vreemde Kroon dragen; Regering zetelt binnen Rijksgrenzen

28
Artikel 29
30

De Koning der Nederlanden kan geene vreemde Kroon dragen.

In geen geval kan de zetel van de Regering buiten het Rijk worden verplaatst.

1.

Ontwikkeling artikel

1798

Het Uitvoerend Bewind houd deszelfs verblijf, ten allen tijde, in dezelfde plaats, als het Vertegenwoordigend Lichaam.

1805

De Raadpensionaris heeft de bestelling van de Regering der Plaats, alwaar het Gouvernement resideert.

1806

De Koning heeft de bestelling van de Regering der Plaats, alwaar het Gouvernement resideert.

1815

De Koning der Nederlanden kan geene vreemde Kroon dragen.

In geen geval kan de zetel van de Regering buiten het Rijk worden verplaatst.

1840: art 28
1848

De Koning der Nederlanden kan geene vreemde Kroon dragen, met uitzondering van die van Luxemburg.

In geen geval kan de zetel van de Regering buiten het Rijk worden verplaatst.

1887: art 23, 1917: art 23
1922

De Koning der Nederlanden kan geene vreemde Kroon dragen.

In geen geval kan de zetel der regering buiten het Rijk worden verplaatst.

1938: art 21, 1948: art 21, 1953: art 21, 1956: art 21, 1963: art 21, 1972: art 21