Artikel 101: Frequentie bijeenkomsten

100
Artikel 101
102

De Staten-Generaal komen ten minste eenmaal 's jaars te zamen.

Hunne gewone zitting wordt geopend op den derden Dinsdag in September.

De Koning roept eene buitengewone zitting bijeen, zoo dikwijls hij zulks noodig oordeelt.

1.

Ontwikkeling artikel

1798

Jaarlijks treed een derde gedeelte (of hetgeen daarbij het naaste komt) van het volle getal der Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam af, en word vervangen door een gelijk getal nieuwe Leden, gekozen op den, bij het Reglement LETTER B, bepaalden tijd en wijze, door die Districten, voor welken de in dat jaar aftredenden opgekomen waren.

1801

Het Wetgevend Lichaam vergadert gewoonlyk tweemaal in het Jaar, en wel bepaaldelyk van den 15 April tot den 1 Juny, en van den 15 October tot den 15 December; en buitengewoon zoo dikwyls hetzelve zulks nodig oordeelt of door het Staats-Bewind wordt samengeroepen.

Hetzelve houdt zyne zittingen in de residentie van het Staats-Bewind. Jaarlyks op den 1 Juny gaat een derde gedeelte van deszelfs Leden af, te beginnen met den jaare 1802.

De Leden van het Wetgevend Lichaam genieten eene jaarwedde van f 4000 : 0 : 0 zonder meer, moeten den ouderdom van dertig jaaren bereikt hebben, en voords alle vereischten bezitten, welke bij Art. 29 i voor de Leden van het Staats-Bewind zijn vastgesteld.

1805

De Leden der Vergadering van Hun Hoog Mogenden vergaderen gewoonlijk tweemaal in het jaar, en wel bepaaldelijk van den 15 April tot den eersten Junij , en van den eersten December tot den 15 Januarij. Dezelve kunnen door den Raadpensionaris buitengewoon worden zamengeroepen, zoo dikwerf als Hij zulks zal goedvinden.

1806

Het Wetgevend Ligchaam vergadert gewoonlijk eenmaal in het jaar, en wel bepaaldelijk op den derden Dinsdag in de maand November; de Vergadering blijft twee maanden bij elkander.

De Vergadering kan door den Koning buitengewoon worden bijeengeroepen, zoo dikwerf Zijne Majesteit zulks zal goedvinden.

Op den eersten dag van iedere gewone Zitting treedt het oudste vijfde gedeelte der Leden van de Vergadering van Hun Hoog Mogenden af.

De eerste aftreding zal in 1807 plaats hebben, en wordt door het Lot bepaald. De aftredende Leden zijn altijd weder verkiesbaar.

1814

De Staten Generaal vergaderen ten minste eens in het jaar, en wijders op beschrijving van den Souvereinen Vorst, zoo dikwijls, als Hij zulks noodig oordeelt.

Hunne gewone vergadering wordt geopend op den eersten maandag in November.

1815

De Staten-Generaal vergaderen ten minste eenmaal 's jaars.

Hunne gewone vergadering wordt geopend op den derden Maandag in October. De Koning roept de buitengewone vergadering bijeen, zoo dikwijls hij zulks noodig oordeelt.

1840: art 99
1848

De Staten-Generaal vergaderen ten minste eenmaal 's jaars.

Hunne gewone vergadering wordt geopend op den derden Maandag in September. De Koning roept de buitengewone vergadering bij een, zoo dikwijls Hij zulks noodig oordeeIt.

1887: art 100, 1917: art 100, 1922: art 101, 1938: art 103, 1948: art 103, 1953: art 110, 1956: art 110, 1963: art 110, 1972: art 110
1983

Jaarlijks op de derde dinsdag van september of op een bij de wet te bepalen eerder tijdstip wordt door of namens de Koning in een verenigde vergadering van de Staten-Generaal een uiteenzetting van het door de regering te voeren beleid gegeven.

1987: art 65, 1995: art 65, 1999: art 65, 2000: art 65, 2002: art 65, 2005: art 65, 2006: art 65, 2008: art 65, 2017: art 65, 2018: art 65, 2022: art 65