Tweede Afdeling. Van de rechterlijke macht.

Inhoudsopgave van deze pagina:

176: Hoge Raad der Nederlanden; herkomst Leden

Er bestaat een opperste gerechtshof onder de naam van Hoge Raad der Nederlanden, waarvan de leden door de Koning overeenkomstig het volgende artikel worden benoemd.

177: Procedure bij vacature; Benoeming leden

Van een voorgevallen vacature wordt door de Hoge Raad aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal kennis gegeven die, ter vervulling daarvan, een voordracht van drie personen aan de Koning aanbiedt, ten einde daaruit een keuze te doen.

De Koning benoemt de president en de vice-president uit de leden van de Hoge Raad.

178: Ambtsmisdrijven

De leden der Staten-Generaal, de ministers, de Gouverneur-Generaal van Indonesië en de Gouverneurs van Suriname en van de Nederlandse Antillen, de leden van de Raad van State, en de Commissarissen des Konings in de provinciën staan, wegens ambtsmisdrijven in die betrekkingen gepleegd, ook na hun aftreding, terecht voor de Hoge Raad ter vervolging hetzij van 's Konings wege, hetzij van wege de Tweede Kamer.

De wet kan bepalen, dat nog andere ambtenaren en leden van hoge colleges wegens ambtsmisdrijven voor de Hoge Raad terecht staan.

179: Toezicht over rechtsgang bij lagere Hoven

De Hoge Raad heeft het toezicht op de geregelde loop en de afdoening van rechtsgedingen, alsmede op het nakomen der wetten door de leden der rechterlijke macht en door de personen, bedoeld aan het slot van artikel 169.

Hij kan hun handelingen, beschikkingen en vonnissen, wanneer die met de wetten strijdig zijn, vernietigen en buiten werking stellen volgens de bepaling door de wet daaromtrent te maken, en behoudens de door de wet te stellen uitzonderingen.

De overige bevoegdheden van de Hoge Raad worden geregeld bij de wet.

180: Leden rechterlijke macht

De leden van de rechterlijke macht worden door de Koning aangesteld.

De leden van de rechterlijke macht, met rechtspraak belast, en de procureur-generaal bij de Hoge Raad worden voor hun leven aangesteld.

De wet kan bepalen, dat hun met het bereiken van een bepaalde leeftijd ontslag wordt verleend.

Zij kunnen worden afgezet of ontslagen door uitspraak van de Hoge Raad in de gevallen bij de wet aangewezen.

Op eigen verzoek kunnen zij door de Koning worden ontslagen.

Indien een college belast wordt met administratieve rechtspraak in het hoogste ressort voor het Rijk, zijn het eerste, tweede, derde en vierde zinsnede van dit artikel op de leden daarvan toepasselijk.

Zij kunnen worden afgezet of ontslagen op de wijze en in de gevallen, bij de wet aangewezen.

Dit artikel is niet toepasselijk op hen die uitsluitend belast zijn met rechtspraak over personen, horende tot de zee- of landmacht of tot enige andere gewapende macht, of met de beslissing van disciplinaire zaken.