Vijfde Afdeling. Van de wetgevende macht.

Inhoudsopgave van deze pagina:

119: Uitoefening wetgevende macht

De wetgevende macht wordt gezamenlijk door de Koning en de Staten-Generaal uitgeoefend.

120: Koning zendt voorstellen aan Tweede Kamer

De Koning zendt Zijn voorstellen, hetzij van wet, hetzij andere, aan de Tweede Kamer bij een schriftelijke boodschap of door een commissie. Hij kan aan bijzondere door hem aangewezen commissarissen opdragen de ministers bij het behandelen van die voorstellen in de vergaderingen der Staten-Generaal bij te staan.

121: Aan openbare beraadslaging gaat onderzoek vooraf

Aan de openbare beraadslaging over enig ingekomen voorstel des Konings gaat altijd een onderzoek van dat voorstel vooraf.

De Kamer bepaalt in haar Reglement van Orde de wijze, waarop dit onderzoek zal worden ingesteld.

122: Recht van wijziging

De Tweede Kamer alsmede de verenigde vergadering der Staten-Generaal heeft het recht wijzigingen in een voorstel des Konings te maken.

123: Formulieren bij aannemen of verwerpen wetsvoorstellen door Tweede Kamer

Wanneer de Tweede Kamer tot aanneming van het voorstel, hetzij onveranderd, hetzij gewijzigd, besluit, zendt zij het aan de Eerste Kamer met het volgende formulier:

"De Tweede Kamer der Staten-Generaal zendt aan de Eerste Kamer het hiernevens gaande voorstel des Konings en is van oordeel, dat het, zoals het daar ligt, door de Staten-Generaal behoort te worden aangenomen."

Wanneer de Tweede Kamer tot het niet-aannemen van het voorstel besluit, geeft zij daarvan kennis aan de Koning met het volgende formulier :

"De Tweede Kamer der Staten-Generaal betuigt de Koning haar dank voor Zijn ijver in het bevorderen van de belangen van de Staat en verzoekt Hem eerbiedig het gedane voorstel in nadere overweging te nemen."

124: Formulieren bij aannemen of verwerpen wetsvoorstellen door Eerste Kamer

De Eerste Kamer overweegt, met inachtneming van artikel 121, het voorstel zodanig als het door de Tweede Kamer is aangenomen.

Wanneer zij tot aanneming van het voorstel besluit, geeft zij daarvan kennis aan de Koning en aan de Tweede Kamer, met de volgende formulieren:

"Aan de Koning!"

"De Staten-Generaal betuigen de Koning hun dank voor Zijn ijver in het bevorderen van de belangen van de Staat en verenigen zich met het voorstel zo als het daar ligt."

"Aan de Tweede Kamer!"

"De Eerste Kamer der Staten-Generaal geeft aan de Tweede Kamer kennis, dat zij zich heeft verenigd met het voorstel betrekkelijk...., op de ...., aan haar door de Tweede Kamer toegezonden."

Wanneer de Eerste Kamer tot niet-aanneming van het voorstel besluit, geeft zij daarvan kennis aan de Koning en aan de Tweede Kamer, met de volgende formulieren:

"Aan de Koning!"

"De Eerste Kamer der Staten-Generaal betuigt de Koning haar dank voor zijn ijver in het bevorderen van de belangen van de Staat, en verzoekt hem eerbiedig het gedane voorstel in nadere overweging te nemen."

"Aan de Tweede Kamer!"

"De Eerste Kamer der Staten-Generaal, geeft aan de Tweede Kamer kennis, dat zij de Koning eerbiedig heeft verzocht het voorstel betrekkelijk ...., op de ...., aan haar door de Tweede Kamer toegezonden, in nadere overweging te nemen."

125: Intrekken voorstel

Zolang de Eerste kamer nog niet heeft beslist, blijft de Koning bevoegd het door hem gedaan voorstel weder in te trekken.

126: Recht van voordracht

De Staten-Generaal hebben het recht voorstellen van wet aan den Koning te doen.

127: Formulier voor zending wetsvoorstellen naar Eerste Kamer

De voordracht daartoe behoort uitsluitend aan de Tweede Kamer, die het voorstel overweegt op gelijke wijze als zulks ten aanzien van 's Konings voorstellen is bepaald, en, na aanneming, aan de Eerste Kamer verzendt met het volgende formulier :

"De Tweede Kamer der Staten-Generaal zendt aan de Eerste Kamer het hiernevensgaande voorstel, en is van oordeel, dat de Staten-Generaal daarop 's Konings bewilliging behoren te verzoeken."

Zij is bevoegd aan een of meer van haar leden de schriftelijke en mondelinge verdediging van haar voorstel in de Eerste Kamer op te dragen.

128: Formulieren voor goed- en afkeuring wetsvoorstellen door Eerste Kamer

Wanneer de Eerste Kamer, na daarover op de gewone wijze te hebben beraadslaagd, het voorstel goedkeurt, zendt zij het aan de Koning met het volgende formulier:

"De Staten-Generaal oordelende, dat het nevensgaande voorstel zou kunnen strekken tot bevordering van de belangen van de Staat, verzoeken eerbiedig daarop 's Konings bewilliging."

Voorts geeft zij daarvan kennis aan de Tweede Kamer met het volgende formulier:

"De Eerste Kamer der Staten-Generaal geeft kennis aan de Tweede Kamer, dat zij zich heeft verenigd met het van haar op de ..... ontvangen voorstel betrekkelijk ...... en daarop namens de Staten-Generaal 's Konings bewilliging heeft verzocht."

Wanneer de Eerste Kamer het voorstel niet goedkeurt, zo geeft zij daarvan kennis aan de Tweede Kamer met het volgende formulier:

"De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft geen genoegzame reden gevonden om op het hiernevens teruggaande voorstel 's Konings bewilliging te verzoeken."

129: Andere voordrachten

Andere voordrachten, dan voorstellen van wet, kunnen door elke Kamer afzonderlijk aan de Koning worden gedaan.

130: Formulieren waarmee Koning wetsvoorstel goed- of afkeurt

De Koning doet de Staten-Generaal zo spoedig mogelijk kennis dragen of hij een voorstel van Wet, door hen aangenomen, al dan niet goedkeurt. Die kennisgeving geschiedt met een der volgende formulieren:

"De Koning bewilligt in het voorstel."

of: "De Koning houdt het voorstel in overweging."

131: Goedgekeurde wetsvoorstellen krijgen kracht van wet; afkondiging; wetten zijn onschendbaar

Alle voorstellen van wet, door de Koning en de beide kamers der Staten-Generaal aangenomen, verkrijgen kracht van wet, en worden door de Koning afgekondigd.

De wetten zijn onschendbaar.

132: - Vervalt -

Vervalt.