Artikel 25: Erfopvolging

24
Artikel 25
26

Het koningschap gaat bij overlijden van de Koning krachtens erfopvolging over op zijn wettige nakomelingen, waarbij het oudste kind voorrang heeft, met plaatsvervulling volgens dezelfde regel. Bij gebreke van eigen nakomelingen gaat het koningschap op gelijke wijze over op de wettige nakomelingen eerst van zijn ouder, dan van zijn grootouder, in de lijn van erfopvolging, voor zover de overleden Koning niet verder bestaand dan in de derde graad van bloedverwantschap.


In andere talen:

English

On the death of the King, the title to the Throne shall pass by hereditary succession to the Kings legitimate descendants in order of seniority, the same rule governing succession by the issue of descendants who predecease the King. If the King has no descendants, the title to the Throne shall pass in the same way to the legitimate descendants of the Kings parent and then of his grandparent who are in the line of succession but are not further removed from the deceased King than the third degree of consanguinity.

Français

A la mort du Roi, la royauté se transmet par voie de succession héréditaire à ses descendants légitimes, l'enfant aîné ayant la priorité, avec representation selon la même règle. A défaut de propres descendants, la royauté se transmet de cette manière aux descendants légitimes en premier lieu de son parent et ensuite de son grand-parent dans la ligne de succession, pour autant que le degré de parenté avec le Roi défunt ne soit pas plus éloigné que le troisième.

Deutsch

Beim Tode des Königs geht die Königswürde durch Erbfolge auf seine gesetzlichen Nachkommen über, wobei das älteste Kind Vorrang hat, für dessen Nachfolge dieselbe Regel gilt. Hat der verstorbene König keine eigenen Nachkommen, geht die Königswürde in gleicher Weise auf die gesetzlichen Nachkommen zunächst des elterlichen Zweiges, dann des großelterlichen Zweiges innerhalb der Erbfolgelinie über, sofern der verstorbene König mit ihnen nicht entfernter blutsverwandt war als im dritten Grade.

Español

La corona se transmitirá a la muerte del Rey mediante sucesión hereditaria a sus descendientes legítimos, teniendo prioridad el hijo o la hija mayor, con representación conforme a la misma regla. A falta de descendientes propios, la corona se transmitirá del mismo modo a los descendientes legítimos del padre en primer lugar, y en segundo lugar del abuelo, en la línea de sucesión, con tal de que el grado de parentesco consanguíneo con relación al Rey difunto no sea superior al tercero.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting

Het koningschap i gaat over op de wettige kinderen van de koning, ongeacht of het zonen of dochters zijn. Het oudste kind en vervolgens de kinderen van het oudste kind komen als eerste in aanmerking. Daarna het tweede kind van de koning en de kinderen van het tweede kind, vervolgens het derde kind en de kinderen van het derde kind... enz.

Zijn er op deze manier geen kinderen te vinden die koning kunnen worden dan komt de oudste broer/zus van de koning voor het koningschap in aanmerking, gevolgd door zijn/haar kinderen op dezelfde manier als bij de kinderen van de koning. Daarna de tweede broer/zus, derde broer/zus ....enz.

Als er ook op deze manieren geen koning beschikbaar is komt de oudste oom/tante van de koning in aanmerking voor het koningschap. Daarna de op een na oudste oom/tante, etc. De kinderen van ooms/tantes zijn echter uitgesloten om een koning op te volgen omdat zij vierdegraads familie zijn.

In artikel 30 i is er geregeld wat er moet gebeuren als er geen opvolger is.

2.

Formele toelichting

Na de inleidende bepaling van artikel 24 bepaalt artikel 25 de lijn van erfopvolging ten aanzien van het Koningschap. Erfopvolging vindt plaats tot in de derde graad van bloedverwantschap. Het koningschap gaat over op het oudste wettige kind van de Koning, ongeacht het geslacht.

3.

In eenvoudig Nederlands

  • 1. 
    Als de Koning dood is, wordt zijn oudste kind Koning.
  • 2. 
    Als het oudste kind van de Koning dood is, wordt zijn oudste kind Koning. Dat is dus het kleinkind van de overleden Koning.
  • 3. 
    Als dat kleinkind ook dood is, wordt zijn oudste kind Koning. Dat is dus het achterkleinkind van de overleden Koning.
  • 4. 
    Als het oudste kind van de Koning dood is en zelf geen kinderen heeft, wordt het op-één-na-oudste kind Koning. Daarna komen zijn kinderen en de kinderen van zijn kinderen.
  • 5. 
    Als de overleden Koning geen kinderen heeft, wordt zijn oudste broer of zus Koning. Daarna komen de kinderen van die broer of zus.
  • 6. 
    Als de overleden Koning geen broers of zussen heeft, wordt het oudste kind van zijn opa en oma Koning. Daarna komen de andere kinderen van zijn opa en oma.

Uitleg

Het oudste kind van de Koning wordt meestal de volgende Koning.

Bij de troonopvolging zijn er drie regels.

  • 1. 
    De oudste gaat voor, dan de op-één-na-oudste, enzovoort.
  • 2. 
    De kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen gaan vóór de ouders, grootouders, broers en zussen.
  • 3. 
    De troonopvolger moet familie van de Koning zijn. Eerstegraads familie, bijvoorbeeld een kind. Tweedegraads familie, bijvoorbeeld kleinkind, of broer of zus. Of derdegraads familie, bijvoorbeeld achterkleinkind, of oom of tante.

Nu, in 2007, is prins Willem-Alexander de wettige troonopvolger. Als Willem-Alexander doodgaat, is zijn dochter, prinses Catharina-Amalia, troonopvolger. De derde is haar jongere zusje, prinses Alexia. De vierde is de jongste dochter van prins Willem-Alexander en Prinses Maxima, prinses Ariane.

De vijfde is prins Constantijn, de derde zoon van Koningin Beatrix. Zijn kinderen zijn de zesde, zevende en achtste in de rij.

De negende in de rij is daarom prinses Margriet, de zus van Koningin Beatrix. Daarna volgen haar zonen. De kinderen van haar zonen kunnen geen Koning worden, want zij zijn vierdegraads familie.

4.

In de visie van Kortmann

In 2008 heeft prof. dr. C.A.J.M. Kortmann een voorstel gedaan voor een "goede grondwet die inzichtelijk en bij de tijd is". Voor dit artikel deed hij de volgende suggestie:

(Artikel 4)

  • 2. 
    Het koningschap vererft of gaat in buitengewone omstandigheden anders over volgens regels te stellen bij organieke wet.

5.

Achtergronden

  • De lijn van troonopvolging

    Het koningschap gaat over op de wettige nakomelingen van de Koning i, waarbij het oudste kind voorrang heeft. Sinds 1983 wordt er bij de volgorde geen onderscheid meer gemaakt tussen zonen en dochters. Als koning Willem-Alexander i nu zou overlijden of terugtreden als Koning, is zijn oudste dochter, prinses Catharina-Amalia i, de eerste in lijn om hem op te volgen. De tweede is prinses Alexia en de derde prinses Ariane, dochters uit zijn huwelijk met koningin Máxima i. De vermoedelijke troonopvolger draagt de titel Prins van Oranje. Sedert de grondwetswijziging van 1983 is het mogelijk behalve de titel Prins van Oranje ook de titel Prinses van Oranje te dragen.

6.

Praktijkvragen

Via de Rijksoverheid komen veel vragen over het Koninklijk huis binnen, zoals

Hebt u een andere vraag? Klik dan hier om deze online aan de Rijksoverheid te stellen. Of bel gratis 0800-8051.

7.

Ontwikkeling artikel

1806

De Leden van het Regerend Huis in Holland, zullen persoonlijk ondergeschikt blijven aan de instelling van het Constitutioneel Statut van Frankrijk, van den 30 Maart jongstleden, uitmakende de Wet, betreffende de Keizerlijke Familie van Frankrijk.

1814

Voor wettige nakomelingen van den Souvereinen Vorst worden gehouden alle de zoodanige, welke gesproten zijn uit een huwelijk, aangegaan met onderling goedvinden van Denzelven en de Staten-Generaal.

1815

De wettige nakomelingen van den regerenden Koning, zijn de kinderen reeds geboren, of die nog mogten geboren worden, uit zijn tegenwoordig huwelijk met Hare Majesteit Frederika Louisa Wilhelmina Prinses van Pruissen; en voorts in het algemeen alle afstammelingen, welke geboren zullen worden uit een huwelijk door den Koning, met gemeen overleg der Staten-Generaal aangegaan, of toegestemd.

1840: art 12, 1848: art 12
1887

De Kroon gaat bij erfopvolging over op Zijne zonen en verdere mannelijke uit mannen gekomen nakomelingen bij regt van eerstgeboorte, met dien verstande, dat bij vooroverlijden van een regthebbende diens zonen of verdere mannelijke uit mannen gekomen nakomelingen op gelijke wijze in Zijne plaats treden en de Kroon nooit in eene jongere lijn of een jongeren tak overgaat, zoolang er in de oudere lijn of den ouderen tak zoodanige nakomeling wordt gevonden.

1917: art 11, 1922: art 11, 1938: art 11, 1948: art 11, 1953: art 11, 1956: art 11
1963

De Kroon gaat bij erfopvolging over: op de nakomelingen van de laatstoverleden Koning, waarbij zonen voorrang hebben boven dochters en daarna het oudste kind voorgaat met plaatsvervulling volgens dezelfde regels; bij gebreke van nakomelingen van de laatstoverleden Koning, op gelijke wijze op de nakomelingen eerst van zijn ouder dan van zijn grootouder in de lijn van troonopvolging, voor zover de laatstoverleden Koning niet verder bestaand dan in de derde graad van bloedverwantschap.

1983

Het koningschap gaat bij overlijden van de Koning krachtens erfopvolging over op zijn wettige nakomelingen, waarbij het oudste kind voorrang heeft, met plaatsvervulling volgens dezelfde regel. Bij gebreke van eigen nakomelingen gaat het koningschap op gelijke wijze over op de wettige nakomelingen eerst van zijn ouder, dan van zijn grootouder, in de lijn van erfopvolging, voor zover de overleden Koning niet verder bestaand dan in de derde graad van bloedverwantschap.

1987: art 25, 1995: art 25, 1999: art 25, 2000: art 25, 2002: art 25, 2005: art 25, 2006: art 25, 2008: art 25, 2017: art 25, 2018: art 25, 2022: art 25