Artikel 19: Werkgelegenheid; rechtspositie werknemers; arbeid

18
Artikel 19
20
  • 1. 
    Bevordering van voldoende werkgelegenheid is voorwerp van zorg der overheid.
  • 2. 
    De wet stelt regels omtrent de rechtspositie van hen die arbeid verrichten en omtrent hun bescherming daarbij, alsmede omtrent medezeggenschap.
  • 3. 
    Het recht van iedere Nederlander op vrije keuze van arbeid wordt erkend, behoudens de beperkingen bij of krachtens de wet gesteld.

1.

Ontwikkeling artikel

1798

Bij de aanneming der Staatsregeling, worden vervallen verklaard alle Gilden, Corporatiën of Broederschappen van Neeringen, Ambachten, of Fabrieken.

Ook heeft ieder Burger, in welke Plaats woonachtig, het regt zoodanige Fabriek of Trafiek op te rigten, of zoodanig eerlijk bedrijf aan te vangen als hij verkiezen zal.

Het Vertegenwoordigend Lichaam zorgt, dat de goede orde, het gemak en gerief der ingezetenen, ten dezen opzigte, worden verzekerd.

1801

De Wet maakt de nodige bepalingen tot het verzekeren aan iederen Burger van deszelfs eerlyk bestaan; doch alle Gilden, of uitsluitende Broederschappen, blyven afgeschaft.

1983
  • 1. 
    Bevordering van voldoende werkgelegenheid is voorwerp van zorg der overheid.
  • 2. 
    De wet stelt regels omtrent de rechtspositie van hen die arbeid verrichten en omtrent hun bescherming daarbij, alsmede omtrent medezeggenschap.
  • 3. 
    Het recht van iedere Nederlander op vrije keuze van arbeid wordt erkend, behoudens de beperkingen bij of krachtens de wet gesteld.
1987: art 19, 1995: art 19, 1999: art 19, 2000: art 19, 2002: art 19, 2005: art 19, 2006: art 19, 2008: art 19, 2017: art 19, 2018: art 19, 2022: art 19