Hoofdstuk 8: Herziening van de Grondwet

De wijze waarop de Grondwet kan worden gewijzigd, wordt geregeld in hoofdstuk VIII. De voornaamste bepalingen daarbij zijn dat dit in twee stappen moet gebeuren en dat bij de tweede stap een versterkte meerderheid nodig is.

Eerst moet een overwegingswet worden aangenomen door Tweede en Eerste Kamer. Daarna wordt de Tweede Kamer ontbonden en vinden daarvoor verkiezingen plaats.

Hierna besluiten Tweede en Eerste Kamer over de eigenlijke wijziging. De Grondwet wordt alleen gewijzigd als dit voorstel met twee derden van de stemmen is aangenomen.

Ten slotte zijn enkele artikelen gewijd aan de bekrachtiging, afkondiging, inwerkingtreding en bekendmaking van de gewijzigde Grondwet en over de aanpassing van andere wetten aan de Grondwetswijziging.

Inhoudsopgave van deze pagina:

137: Eerste en tweede lezing; splitsing van voorstellen; kamerontbinding

  • 1. 
    De wet verklaart, dat een verandering in de Grondwet, zoals zij die voorstelt, in overweging zal worden genomen.
  • 2. 
    De Tweede Kamer kan, al dan niet op een daartoe door of vanwege de Koning ingediend voorstel, een voorstel voor zodanige wet splitsen.
  • 3. 
    Na de bekendmaking van de wet, bedoeld in het eerste lid wordt de Tweede Kamer ontbonden.
  • 4. 
    Nadat de nieuwe Tweede Kamer is samengekomen, overwegen beide kamers in tweede lezing het voorstel tot verandering, bedoeld in het eerste lid. Zij kunnen dit alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.
  • 5. 
    De Tweede Kamer kan, al dan niet op een daartoe door of vanwege de Koning ingediend voorstel, met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen een voorstel tot verandering splitsen.

138: Aanpassing ongewijzigde bepalingen

  • 1. 
    Voordat de in tweede lezing aangenomen voorstellen tot verandering in de Grondwet door de Koning worden bekrachtigd, kunnen bij de wet:
    • a. 
      de aangenomen voorstellen en de ongewijzigd gebleven bepalingen van de Grondwet voor zoveel nodig aan elkaar worden aangepast;
    • b. 
      de indeling in en de plaats van hoofdstukken, paragrafen en artikelen, alsmede de opschriften worden gewijzigd.
  • 2. 
    Een voorstel van wet, houdende voorzieningen als bedoeld in het eerste lid onder a, kunnen de kamers alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.

139: Bekendmaking; inwerkingtreding

De veranderingen in de Grondwet, door de Staten-Generaal aangenomen en door de Koning bekrachtigd, treden terstond in werking, nadat zij zijn bekendgemaakt.

140: Handhaving strijdige voorschriften

Bestaande wetten en andere regelingen en besluiten die in strijd zijn met een verandering in de Grondwet, blijven gehandhaafd, totdat daarvoor overeenkomstig de Grondwet een voorziening is getroffen.

141: Bekendmaking tekst herziene Grondwet

De tekst van de herziene Grondwet wordt bij koninklijk besluit bekendgemaakt, waarbij hoofdstukken, paragrafen en artikelen kunnen worden vernummerd en verwijzingen dienovereenkomstig kunnen worden veranderd.

142: Aanpassing Grondwet aan Statuut Koninkrijk der Nederlanden

De Grondwet kan bij de wet met het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in overeenstemming worden gebracht. De artikelen 139, 140 en 141 zijn van overeenkomstige toepassing.