Verordening 1976/2015 - Opslagcontracten voor tafelwijn, druivemost en geconcentreerde druivemost
Inhoudsopgave van deze pagina:
|
Verordening (EEG) nr. 2015/76 van de Commissie van 13 augustus 1976 betreffende de opslagcontracten voor tafelwijn, druivemost en geconcentreerde druivemost
Publicatieblad Nr. L 221 van 14/08/1976 blz. 0020 - 0023
++++
VERORDENING ( EEG ) Nr . 2015/76 VAN DE COMMISSIE
van 13 augustus 1976
betreffende de opslagcontracten voor tafelwijn , druivemost en geconcentreerde druivemost
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,
Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 816/70 van de Raad van 28 april 1970 houdende aanvullende bepalingen inzake de gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1167/76 ( 2 ) , en met name op artikel 5 , lid 7 , tweede alinea , artikel 6 , lid 5 , en artikel 35 ,
Overwegende dat bij Verordening ( EEG ) nr . 1437/70 van de Commissie van 20 juli 1970 ( 3 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 546/75 ( 4 ) , voorschriften zijn vastgesteld betreffende de opslagcontracten voor tafelwijn ; dat bij Verordening ( EEG ) nr . 1160/76 van de Raad van 17 mei 1976 ( 5 ) de artikelen 5 en 6 van Verordening ( EEG ) nr . 816/70 zijn gewijzigd , waarbij de mogelijkheid om in aanmerking te komen voor steun voor de particuliere opslag met name is uitgebreid tot druivemost en geconcentreerde druivemost ; dat Verordening ( EEG ) nr . 1437/70 in dit licht moet worden herzien ; dat bij deze gelegenheid voor deze reeds herhaaldelijk gewijzigde verordening een nieuwe tekst moet worden opgesteld waarin de wenselijk geachte verbeteringen zijn verwerkt ;
Overwegende dat Verordening ( EEG ) nr . 816/70 voorziet in de toekenning van steun voor de particuliere opslag van tafelwijn , druivemost en geconcentreerde druivemost ; dat overeenkomstig artikel 5 , lid 1 , van die verordening deze steun slechts wordt toegekend indien opslagcontracten worden gesloten ; dat uitvoeringsbepalingen dienen te worden vastgesteld met betrekking tot het afsluiten , de inhoud , de looptijd en de gevolgen van deze contracten ;
Overwegende dat in artikel 6 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 816/70 is bepaald dat de contracten worden gesloten tussen de interventiebureaus en de producenten die daarom verzoeken ; dat een definitie van het begrip producent moet worden gegeven en dat , gezien de door de producenten na te komen verplichtingen , moet worden geëist dat de produkten die worden opgeslagen hun eigendom zijn ;
Overwegende dat een doeltreffende controle moet worden ingesteld op de produkten waarvoor opslagcontracten worden gesloten ; dat met het oog daarop met name moet worden bepaald dat een interventiebureau van een Lid-Staat slechts contracten mag sluiten voor hoeveelheden die op het grondgebied van die Lid-Staat zijn opgeslagen , en dat het van elke wijziging in verband met het betrokken produkt op de hoogte moet worden gebracht ;
Overwegende dat het met het oog op de uniformiteit noodzakelijk is de contracten volgens een voor de gehele Gemeenschap identiek model te sluiten dat voldoende nauwkeurig is om identificatie van het betrokken produkt mogelijk te maken ;
Overwegende dat moet worden voorgeschreven dat dergelijke contracten slechts voor aanzienlijke hoeveelheden mogen worden gesloten , zulks om te waarborgen dat deze contracten van invloed zijn op de ontwikkeling van de marktprijzen ;
Overwegende dat de steun voor de opslag moet worden beperkt tot produkten die de ontwikkeling van de marktprijzen beïnvloeden ; dat deze steun bijgevolg slechts mag worden toegekend voor ongebottelde wijn ; dat om dezelfde redenen de contracten alleen betrekking mogen hebben op produkten van voldoende kwaliteit ; dat bovendien voor tafelwijn het sluiten van contracten moet worden beperkt tot wijn waarvan de bereiding reeds is gevorderd en dat voorts tijdens de looptijd van het contract de voor een goede bewaring van het produkt noodzakelijke behandelingen of oenologische procédés niet mogen worden belemmerd ;
Overwegende dat de afzet van produkten waarvoor een contract is gesloten , alsmede bepaalde daaraan voorafgaande voorbereidende handelingen , tijdens de looptijd van het contract moeten worden verboden , zulks om te voorkomen dat de marktsituatie daardoor zou worden beïnvloed ;
Overwegende dat , om rekening te kunnen houden met de ontwikkeling van de marktsituatie , de mogelijkheid dient te worden geschapen om bepaalde voorwaarden voor de contracten , en met name de looptijd van het contract , te wijzigen in de loop van de periode waarin contracten kunnen worden gesloten ; dat de looptijd van het contract met name moet worden verkort indien het produkt waarvoor het contract is gesloten , wegens aanzienlijk kwaliteitsverlies onmiddellijk moet worden afgezet of ongeschikt wordt voor consumptie in ongewijzigde staat ;
Overwegende dat het bedrag van de steun voor de particuliere opslag moet worden bepaald met inachtneming van de technische opslagkosten en de rente ; dat deze kosten niet mogen variëren volgens de aard van de produkten , terwijl de rente afhangt van de waarde van de betrokken produkten ; dat het gelet op deze situatie en om het beheer van de gesloten contracten te vereenvoudigen , wenselijk is het steunbedrag voor de verschillende soorten tafelwijn en most per dag en per hectoliter vast te stellen ; dat op grond van artikel 6 , lid 4 , derde alinea , van Verordening ( EEG ) nr . 816/70 het steunbedrag voor geconcentreerde druivemost met een soortelijk gewicht van 1,24 of meer bij 20 * C , moet worden vastgesteld door het steunbedrag voor geconcentreerde druivemost met een soortelijk gewicht van minder dan 1,24 bij 20 * C te vermenigvuldigen met coëfficiënt 1,5 ;
Overwegende dat , om in de afzonderlijke Lid-Staten verschillen in toepassing te voorkomen , termijnen moeten worden vastgesteld voor de uitkering van de steun aan de producent ;
Overwegende dat , wanneer bij het aflopen van een contract de voorwaarden voor het sluiten van een nieuw contract zijn vervuld en de producent daarom verzoekt , de formaliteiten voor het sluiten van het nieuwe contract kunnen worden vereenvoudigd ;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor wijn ,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
Artikel 1
In deze verordening worden de uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor het sluiten van de in de artikelen 5 en 6 van Verordening ( EEG ) nr . 816/70 bedoelde opslagcontracten , hierna " contracten " genoemd .
In deze verordening wordt onder " produkten " verstaan tafelwijn , druivemost en geconcentreerde druivemost .
Artikel 2
1 . De interventiebureaus sluiten alleen contracten met individuele producenten of met producentengroeperingen .
In deze verordening wordt onder producent verstaan elke natuurlijke of rechtspersoon die de volgende produkten verwerkt of laat verwerken :
-
-verse druiven tot druivemost ,
-
-druivemost tot geconcentreerde druivemost ,
-
-verse druiven , druivemost of gedeeltelijk gegiste druivemost tot wijn .
2 . Een producent kan slechts een contract sluiten voor een produkt dat door hem of onder zijn verantwoordelijkheid is bereid en dat nog steeds zijn eigendom is .
Artikel 3
Het interventiebureau van een Lid-Staat kan slechts contracten sluiten voor een op het grondgebied van deze Lid-Staat opgeslagen produkt .
Artikel 4
1 . Het contract wordt opgemaakt in ten minste twee exemplaren . Eén exemplaar is bestemd voor de producent , een tweede wordt bewaard door het interventiebureau .
2 . In het contract worden ten minste de volgende gegevens vermeld :
a ) de naam en het adres van de betrokken producent of producenten ,
b ) de naam en het adres van het interventiebureau ,
c ) de volgende technische gegevens :
-
-de aard van het produkt ( wijn , druivemost of geconcentreerde druivemost ) ,
-
-de plaats van opslag ,
-
-aanduidingen waardoor de recipiënten waarin het produkt is opgeslagen , kunnen worden geidentificeerd ,
-
-de hoeveelheid ,
-
-de kleur ,
-
-het totale alcoholgehalte , wanneer het wijn betreft ,
-
-het effectieve alcoholgehalte , wanneer het wijn betreft ,
-
-het totale zuurgehalte , uitgedrukt in g/liter of in milli-equivalenten/liter wanneer het wijn betreft ,
-
-het gehalte aan vluchtige zuren , uitgedrukt in g/liter of in milli-equivalenten/liter wanneer het wijn betreft .
-
-het totale gehalte aan zwaveldioxyde , uitgedrukt in mg/liter ,
-
-het soortelijk gewicht wanneer het most of geconcentreerde most betreft ,
d ) het bedrag van de steun .
e ) de data voor de uitvoering van het contract , gelet op het bepaalde in de artikelen 9 en 10 .
3 . De Lid-Staten kunnen :
a ) aanvullende gegevens voor de identificatie van het betrokken produkt verlangen , met name :
-
-de wijnstoksoort ,
-
-het produktiegebied van de druiven ;
b ) wat witte wijn betreft , afzien van de vermelding van het gehalte aan vluchtige zuren .
Artikel 5
De contracten hebben betrekking op een minimumhoeveelheid van 100 hectoliter voor wijn en 50 hectoliter voor most en geconcentreerde most .
Artikel 6
1 . Om in aanmerking te komen voor een contract moeten de produkten ongebotteld zijn op het ogenblik dat het contract wordt gesloten en van gezonde handelskwaliteit . Een analyseverslag , daterend van minder dan een maand voordien , wordt bij de contractaanvraag gevoegd . In dit verslag worden ten minste de in artikel 4 , lid 2 , sub c ) , bedoelde gegevens vermeld .
2 . Een contract voor tafelwijn kan niet worden gesloten voor de datum waarop de betrokken wijn voor het eerst wordt afgetapt .
Artikel 7
1 . De Lid-Staten nemen alle passende maatregelen om de nodige controles te waarborgen en met name om het mogelijk te maken de identiteit van het produkt waarvoor een contract is gesloten te verifiëren en te garanderen dat de opgeslagen hoeveelheid overeenstemt met de in genoemd contract vermelde gegevens .
2 . De producenten zijn ertoe gehouden te allen tijde de in lid 1 bedoelde controle toe te staan .
Artikel 8
Een contract kan niet worden gesloten voor een periode die ingaat voor de dag waarop het contract wordt gesloten .
Artikel 9
1 . In de opslagcontracten voor tafelwijn wordt bepaald dat het interventiebureau aan de uitkering van de steun en aan de overeenkomstige verplichtingen van de producent een einde kan maken , wanneer de in artikel 6 , lid 3 , van Verordening ( EEG ) nr . 816/70 bedoelde voorwaarden zijn vervuld .
Het contract loopt af op de datum waarop deze voorwaarden zijn vervuld .
2 . Wanneer het in lid 1 bedoelde geval zich voordoet , brengt het interventiebureau de betrokken producenten hierna onverwijld met passende middelen op de hoogte .
Artikel 10
1 . Wanneer een produkt waarvoor een contract is gesloten gedurende de looptijd van dit contract een aanmerkelijk kwaliteitsverlies ondergaat , brengt de producent het interventiebureau daarvan onverwijld op de hoogte . Deze mededeling moet vergezeld gaan van een analyseverslag dat dient als bewijs .
2 . Ingeval bij controle door het interventiebureau of door enige andere controle-instantie wordt geconstateerd dat een produkt waarvoor een contract is afgesloten gedurende de looptijd van het contract een aanmerkelijk kwaliteitsverlies heeft ondergaan , brengt het interventiebureau dit onverwijld ter kennis van de producent . Deze mededeling moet vergezeld gaan van een analyseverslag dat dient als bewijs .
3 . Het interventiebureau kan naar aanleiding van het optreden van de in lid 1 en lid 2 bedoelde factoren besluiten het contract vervroegd te beëindigen . Daartoe kan het interventiebureau gelasten deze factoren na te gaan .
Artikel 11
1 . Het voor de gehele Gemeenschap geldende steunbedrag voor de opslag van de betrokken produkten wordt forfaitair per dag en per hectoliter vastgesteld als volgt :
a ) voor tafelwijn van de soorten R I , R II , R III en A I en voor tafelwijn die met genoemde tafelwijnsoorten in nauw economisch verband staat , op 0,0072 rekeneenheid ,
b ) voor tafelwijn van de soorten A II en A III en voor tafelwijn die met genoemde tafelwijnsoorten in nauw economisch verband staat , op 0,0107 rekeneenheid ,
c ) voor most met een soortelijk gewicht van minder dan 1,24 bij 20 * C ,
-
-waaruit door wijnbereiding tafelwijn zou worden verkregen van de soorten R I , R II , R III en A I of tafelwijn die met genoemde tafelwijnsoorten in nauw economisch verband staat , op 0,0086 rekeneenheid ,
-
-waaruit door wijnbereiding tafelwijn zou worden verkregen van de soorten A II en A III of tafelwijn die met genoemde tafelwijnsoorten in nauw economisch verband staat , op 0,0128 rekeneenheid ,
d ) voor geconcentreerde druivemost met een soortelijk gewicht van 1,24 of meer bij 20 * C ,
-
-waaruit door wijnbereiding tafelwijn zou worden verkregen van de soorten R I , R II , R III en A I of tafelwijn die met genoemde tafelwijnsoorten in nauw economisch verband staat , op 0,0216 rekeneenheid ,
-
-waaruit door wijnbereiding tafelwijn zou worden verkregen van de soorten A II en A III of tafelwijn die met genoemde tafelwijnsoorten in nauw economisch verband staat , op 0,0321 rekeneenheid .
Artikel 12
1 . Het interventiebureau keert het steunbedrag uit :
a ) voor kortlopende contracten , uiterlijk vier weken na de dag waarop het contract is afgelopen ,
b ) voor langlopende contracten , in drie uitkeringen die elk uiterlijk vier weken na de laatste dag van elk kwartaal worden gedaan . Onder kwartaal wordt verstaan elke driemaandelijkse periode volgend op de dag van inwerkingtreding van het contract . Het uit te keren bedrag is het voor het afgelopen kwartaal verschuldigde bedrag .
2 . Indien het contract vervroegd wordt beëindigd , wordt het verschuldigde bedrag , berekend naar rata van de effectieve duur van het contract uitgekeerd , uiterlijk vier weken na de dag waarop het contract is afgelopen .
Artikel 13
Gedurende de looptijd van het contract :
a ) mag de producent het produkt waarvoor het contract is gesloten niet te koop aanbieden , verkopen of op enige andere wijze in de handel brengen ,
b ) mogen op de produkten waarvoor een contract is gesloten , alleen de behandelingen of oenologische procédés worden toegepast die noodzakelijk zijn voor de goede bewaring daarvan ,
c ) mogen de produkten waarvoor een contract is gesloten , niet in recipiënten met een inhoud van minder dan 50 liter worden verpakt .
Artikel 14
De producent doet aan het interventiebureau vooraf mededeling van elke gedurende de looptijd van het contract optredende wijziging in verband met :
a ) de plaats van opslag ,
of
b ) de verpakking van het produkt , indien deze wijziging tot gevolg heeft dat het aantal recipiënten waarin het produkt is opgeslagen wordt gewijzigd .
Artikel 15
1 . Behoudens overmacht is de steun niet verschuldigd indien de producent de verplichtingen waartoe hij krachtens het contract is gehouden niet nakomt .
2 . In geval van overmacht neemt het interventiebureau de maatregelen die het in het licht van de ingeroepen omstandigheid noodzakelijk acht .
3 . De interventiebureaus delen de Commissie mede welk gevolg is gegeven aan de aanvragen om toepassing van de overmachtsclausule .
Artikel 16
1 . Ingeval aan het einde van de looptijd van het contract de voorwaarden voor het sluiten van een contract nog steeds zijn vervuld , zowel wat betreft de prijzensituatie , onverminderd het bepaalde in artikel 5 , lid 5 , van Verordening ( EEG ) nr . 816/70 , als wat betreft de in de onderhavige verordening bedoelde eisen , kan voor hetzelfde produkt een nieuw contract worden gesloten .
2 . In een dergelijk geval kan het oude contract op aanvraag van de producent door het interventiebureau voor de nieuwe looptijd worden gevalideerd met aanpassing van de vermeldingen .
3 . In afwijking van lid 1 kan de producent , indien hij voornemens is aan het eind van de geldigheidsduur van een contract voor most , de most geheel of gedeeltelijk tot geconcentreerde most te verwerken , voor dit laatste produkt vernieuwing van het contract aanvragen . In dit geval vergewist het interventiebureau zich ervan of de hoeveelheid geconcentreerde most waarvoor vernieuwing is aangevraagd , is verkregen uit de most waarvoor een opslagcontract was gesloten .
Artikel 17
1 . Elke Lid-Staat wijst een interventiebureau aan om de in de artikelen 5 en 6 van Verordening ( EEG ) nr . 816/70 en in deze verordening bedoelde maatregelen ten uitvoer te leggen .
2 . De Lid-Staat deelt de Commissie onverwijld de naam en het adres van dit interventiebureau mee .
3 . De Lid-Staten waar de contracten worden gesloten , delen de Commissie uiterlijk de tiende van elke maand voor de voorafgaande maand het volgende mede :
a ) de hoeveelheden produkten waarvoor aan het begin van de betrokken maand contracten bestaan ,
b ) de hoeveelheden produkten waarvoor in de betrokken maand contracten zijn gesloten of waarvoor in die maand de contracten zijn afgelopen ,
c ) de hoeveelheden produkten waarvoor aan het einde van de betrokken maand contracten bestaan .
Artikel 18
Verordening ( EEG ) nr . 1437/70 wordt ingetrokken .
Artikel 19
Deze verordening treedt in werking op 1 september 1976 .
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .
Gedaan te Brussel , 13 augustus 1976 .
Voor de Commissie
P . J . LARDINOIS
Lid van de Commissie
( 1 ) PB nr . L 99 van 5 . 5 . 1970 , blz . 1 .
( 2 ) PB nr . L 135 van 24 . 5 . 1976 , blz . 42 .
( 3 ) PB nr . L 160 van 22 . 7 . 1970 , blz . 16 .
( 4 ) PB nr . L 58 van 4 . 3 . 1975 , blz . 5 .
( 5 ) PB nr . L 135 van 24 . 5 . 1976 , blz . 1 .
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.