Richtlijn 1998/61 - Wijziging van Richtlijn 97/33/EG wat betreft nummerportabiliteit tussen exploitanten en carriervoorkeuze
Inhoudsopgave van deze pagina:
|
Richtlijn 98/61/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 1998 tot wijziging van Richtlijn 97/33/EG wat betreft nummerportabiliteit tussen exploitanten en carriervoorkeuze
Publicatieblad Nr. L 268 van 03/10/1998 blz. 0037 - 0038
RICHTLIJN 98/61/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 24 september 1998 tot wijziging van Richtlijn 97/33/EG wat betreft nummerportabiliteit tussen exploitanten en carriervoorkeuze
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),
Volgens de procedure van artikel 189 B van het Verdrag (3),
Overwegende dat de Commissie een brede openbare raadpleging heeft georganiseerd op basis van het Groenboek over een nummeringsbeleid voor telecommunicatiediensten in Europa;
Overwegende dat uit deze raadpleging het belang is gebleken van in kwantitatief en kwalitatief opzicht gelijke toegang tot de nummervoorraad voor alle marktdeelnemers, evenals de cruciale betekenis van adequate nummeringsmechanismen, met name voor nummerportabiliteit en carrierkeuze, als sleutelfactoren voor de bevordering van de keuzevrijheid van de consument en daadwerkelijke concurrentie in een geliberaliseerde telecommunicatieomgeving;
Overwegende dat de Raad op 22 september 1997 een resolutie (4) heeft goedgekeurd waarin de Commissie wordt verzocht bij het Europees Parlement en bij de Raad voorstellen in te dienen betreffende de versnelde invoering van nummerportabiliteit en betreffende de invoering van carriervoorkeuze;
Overwegende dat het Europees Parlement op 17 juli 1997 een resolutie (5) heeft goedgekeurd waarin de Commissie wordt verzocht een voorstel te doen voor een wijziging van een reeds bestaande richtlijn teneinde carriervoorkeuze en nummerportabiliteit in te voeren;
Overwegende dat nationale regelgevende instanties, in het belang van de consument en rekening houdend met de specifieke situaties op de nationale markten, de verplichting tot het verstrekken van carriervoorkeuze die op individuele gespreksbasis kan worden veranderd, mogen uitbreiden tot organisaties die openbare telecommunicatienetwerken exploiteren en die geen aanmerkelijke macht op de markt hebben, voorzover dit voor deze organisaties geen onevenredige belasting vormt en nieuwe exploitanten niet verhindert tot de markt toe te treden;
Overwegende dat Richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 30 juni 1997 inzake interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging van de universele dienst en van de interoperabiliteit door toepassing van de beginselen van Open Network Provision (ONP) (6), derhalve dienovereenkomstig dient te worden gewijzigd,
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 97/33/EG wordt hierbij als volgt gewijzigd:
-
1.aan artikel 2, lid 1, worden de volgende definities toegevoegd:
"h) "abonnee": een natuurlijke of rechtspersoon die partij is bij een contract met de verstrekker van algemeen beschikbare telecommunicatiediensten voor de levering van dergelijke diensten;
-
i)"geografisch nummer": een nummer van het nationale nummerplan, in de cijferstructuur waarvan een deel een geografische betekenis heeft die wordt gebruikt om oproepen naar de fysieke locatie te sturen van het netwerkaansluitpunt van de abonnee aan wie het nummer is toegekend;";
-
2.de eerste alinea van lid 5 van artikel 12 wordt vervangen door de volgende tekst:
"5. De nationale regelgevende instanties bevorderen dat zo spoedig mogelijk nummerportabiliteit tussen exploitanten wordt ingevoerd, een faciliteit waarmee abonnees die daarom verzoeken, hun nummer(s) op het vaste openbare telefoonnetwerk en het Digitaal Netwerk voor Geïntegreerde Diensten (ISDN) onafhankelijk van de dienstverstrekkende organisatie kunnen behouden, op een specifieke locatie in geval van een geografisch nummer en op ongeacht welke locatie in geval van andere dan geografische nummers, en dragen er zorg voor dat deze faciliteit ten laatste beschikbaar is op 1 januari 2000, of, voor de lidstaten die een aanvullende overgangsperiode hebben gekregen, zo spoedig mogelijk daarna, doch niet later dan twee jaar na enige latere datum die voor de volledige liberalisering van spraaktelefoniediensten is overeengekomen.";
-
3.het volgende lid wordt toegevoegd aan artikel 12:
"7. De nationale regelgevende instanties verplichten ten minste de organisaties die openbare telecommunicatienetwerken als bedoeld in deel 1 van bijlage I exploiteren en die door de nationale regelgevende instanties zijn aangemeld als organisaties die een aanmerkelijke macht op de markt hebben, ertoe om hun abonnees, met inbegrip van ISDN-gebruikers, de mogelijkheid te bieden toegang te krijgen tot de geschakelde diensten van alle geïnterconnecteerde verstrekkers van algemeen beschikbare telecommunicatiediensten. Daartoe dienen uiterlijk op 1 januari 2000, of, voor de lidstaten die een aanvullende overgangsperiode hebben gekregen, zo spoedig mogelijk daarna, doch niet later dan twee jaar na enige latere datum die voor de volledige liberalisering van spraaktelefoniediensten is overeengekomen, de nodige faciliteiten beschikbaar te zijn die het de abonnee mogelijk maken deze diensten te kiezen door middel van een voorkeuze, met de mogelijkheid om iedere voorkeuze op individuele gespreksbasis te veranderen door het kiezen van een korte prefixcode.
De nationale regelgevende instanties zien erop toe dat de interconnectietarieven voor de verstrekking van deze faciliteit aangepast zijn aan de kosten en dat eventuele directe kosten voor de consument het gebruik van deze faciliteit niet ontmoedigen.";
-
4.de eerste zin van artikel 20, lid 2, wordt als volgt gelezen:
"2. Om uitstel van de verplichtingen van artikel 12, lid 5, en artikel 12, lid 7, kan worden verzocht, wanneer de betrokken lidstaten kunnen bewijzen dat zij voor bepaalde organisaties of categorieën van organisaties een buitensporige last zouden veroorzaken.".
Artikel 2
-
1.De lidstaten treffen de maatregelen die nodig zijn om vóór 31 december 1998 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
-
2.De lidstaten delen de Commissie de tekst mede van de belangrijke bepalingen van intern recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 24 september 1998.
Voor het Europees Parlement
De Voorzitter
-
J.M. GIL-ROBLES
Voor de Raad
De Voorzitter
-
J.FARNLEITNER
-
(1)PB C 330 van 1. 11. 1997, blz. 19, en
PB C 13 van 17. 1. 1998, blz. 10.
-
(2)PB C 73 van 9. 3. 1998, blz. 107.
-
(3)Advies van het Europees Parlement van 20 november 1997 (PB C 371 van 8. 12. 1997, blz. 180), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 12 februari 1998 (PB C 91 van 26. 3. 1998, blz. 42) en besluit van het Europees Parlement van 14 mei 1998 (PB C 167 van 1. 6. 1998). Besluit van de Raad van 20 juli 1998.
-
(4)PB C 303 van 4. 10. 1997, blz. 1.
-
(5)PB C 286 van 22. 9. 1997, blz. 232.
-
(6)PB L 199 van 26. 7. 1997, blz. 32.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.