Richtlijn 2015/565 - Wijziging van Richtlijn 2006/86/EG wat bepaalde technische voorschriften voor het coderen van menselijke weefsels en cellen betreft
Tabel uitklappen inklappen
9.4.2015
|
NL
|
Publicatieblad van de Europese Unie
|
L 93/43
|
RICHTLIJN (EU) 2015/565 VAN DE COMMISSIE
van 8 april 2015
tot wijziging van Richtlijn 2006/86/EG wat bepaalde technische voorschriften voor het coderen van menselijke weefsels en cellen betreft
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2004/23/EG van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name artikel 28,
Overwegende hetgeen volgt:
Tabel uitklappen inklappen
(1)
|
Richtlijn 2004/23/EG vereist dat de lidstaten de traceerbaarheid van weefsels en cellen van donor tot ontvanger en omgekeerd waarborgen.
|
Tabel uitklappen inklappen
(2)
|
Teneinde de traceerbaarheid te vergemakkelijken is het noodzakelijk om voor weefsels en cellen die in de Unie worden gedistribueerd een unieke identificatiecode („uniforme Europese code”) vast te stellen die informatie verstrekt over de voornaamste kenmerken en eigenschappen van die weefsels en cellen.
|
Tabel uitklappen inklappen
(3)
|
Om een uniforme toepassing van de uniforme Europese code in de hele Unie te waarborgen, moeten verplichtingen van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en van de weefselinstellingen met het oog op de toepassing van de uniforme Europese code worden vastgesteld. Alleen deze benadering zal zorgen voor een consistente en coherente toepassing van de code in de Unie.
|
Tabel uitklappen inklappen
(4)
|
De traceerbaarheid van donor tot ontvanger en omgekeerd moet worden gewaarborgd door het coderen van weefsels en cellen en door middel van begeleidende documentatie. De uniforme Europese code verstrekt de ontvanger informatie over de donatie en over de weefselinstelling die verantwoordelijk is voor de verkrijging van de weefsels en cellen. Anderzijds kan de weefselinstelling die verantwoordelijk is voor de verkrijging van de weefsels en cellen de weefsels en cellen die voor toepassing op de mens zijn gedistribueerd, voor de donor traceren door de volgende instellingen in de keten te verzoeken om gegevens over het gebruik van de weefsels en cellen, op basis van de in de uniforme Europese code vervatte elementen voor identificatie van de donatie die zijn opgenomen in de begeleidende documentatie.
|
Tabel uitklappen inklappen
(5)
|
De structuur van de uniforme Europese code moet worden geharmoniseerd om de toepassing ervan door kleine en grote instellingen te vergemakkelijken; terzelfder tijd moet instellingen een zekere flexibiliteit worden geboden om bestaande codes te blijven gebruiken.
|
Tabel uitklappen inklappen
(6)
|
Om de identificatie van de donatie en van het product mogelijk te maken moet een uniforme Europese code worden toegekend aan alle weefsels en cellen die voor toepassing op de mens worden gedistribueerd, met inbegrip van die welke uit derde landen zijn ingevoerd. De lidstaten kunnen bepaalde vrijstellingen van de toepassing van de code verlenen.
|
Tabel uitklappen inklappen
(7)
|
Indien weefsels en cellen van de toepassing van de uniforme Europese code worden uitgesloten of vrijgesteld, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de vereiste traceerbaarheid van deze weefsels en cellen in de hele keten vanaf de donatie en de verkrijging tot de toepassing op de mens wordt gewaarborgd.
|
Tabel uitklappen inklappen
(8)
|
Wanneer weefsels en cellen in andere gevallen dan voor distributie in circulatie worden gebracht (bijvoorbeeld wanneer zij voor verdere bewerking naar een andere instelling worden overgebracht, waarna zij al dan niet worden teruggezonden), moet in de begeleidende documentatie ten minste de donatie-identificatiesequentie worden vermeld. Indien weefsels en cellen uitsluitend voor bewaring en/of voor verdere distributie van een weefselinstelling naar een andere instelling worden overgebracht, kan de weefselinstelling naast de donatie-identificatiesequentie, die ten minste in de begeleidende documentatie moet worden vermeld, ook de uniforme Europese code al op het uiteindelijke etiket aanbrengen.
|
Tabel uitklappen inklappen
(9)
|
Ingeval weefsels en cellen bij een overledene zijn weggenomen door uitnameteams die optreden voor twee of meer weefselinstellingen, zorgen de lidstaten voor een geschikt traceerbaarheidssysteem dat alle uitnames dekt. Hiertoe kan een centraal systeem worden ontwikkeld voor de toekenning van unieke donatienummers bij elke op nationaal niveau geregistreerde donatie, of kan van alle weefselinstellingen worden geëist dat zij ervoor zorgen dat hoge traceerbaarheidseisen worden gesteld aan de donatie-identificatienummers die worden toegekend door elke weefselinstelling die van dezelfde overleden donor afkomstige weefsels of cellen verkrijgt of ontvangt.
|
Tabel uitklappen inklappen
(10)
|
De Commissie moet zorgen voor de toepassing van de uniforme Europese code door de bevoegde instanties van de lidstaten en de weefselinstellingen te voorzien van geschikte instrumenten. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten moeten het register van weefselinstellingen actualiseren, zodat elke wijziging in verband met erkenningen, aanwijzingen, machtigingen of vergunningen van weefselinstellingen hierin wordt uitgedrukt; de Commissie moet ervoor zorgen dat het register van weefsels en cellen wordt geactualiseerd telkens wanneer hierin nieuwe producten moeten worden opgenomen. Hiervoor moet de Commissie een groep van met name door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten aangewezen deskundigen raadplegen.
|
Tabel uitklappen inklappen
(11)
|
Voor de donatie-identificatiesequentie in de uniforme Europese code moet de importerende weefselinstelling gebruikmaken van de code van de weefselinstelling in het EU-repertorium van weefselinstellingen, en indien het donatienummer op het ingevoerde product niet wereldwijd uniek is, moet zij een uniek donatienummer toekennen.
|
Tabel uitklappen inklappen
(12)
|
In sommige lidstaten is het poolen van weefsels of cellen toegestaan. Derhalve valt de toepassing van de uniforme Europees code in geval van pooling binnen de werkingssfeer van deze richtlijn.
|
Tabel uitklappen inklappen
(13)
|
Voor weefsels en cellen die reeds in bewaring zijn aan het einde van de omzettingstermijn, moet een overgangsregeling worden ingevoerd.
|
Tabel uitklappen inklappen
(14)
|
Deze richtlijn belet de lidstaten niet om met betrekking tot het coderen van weefsels en cellen verdergaande maatregelen te handhaven of te treffen, op voorwaarde dat de bepalingen van het Verdrag worden geëerbiedigd.
|
Tabel uitklappen inklappen
(15)
|
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 29 van Richtlijn 2004/23/EG ingestelde comité,
|
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 2006/86/EG van de Commissie (2) wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
1)
|
In artikel 2 worden de volgende punten k) tot en met y) toegevoegd:
„k) „uniforme Europese code” of „SEC” („Single European Code”): de unieke identificatiecode die wordt vastgesteld voor weefsels en cellen die in de Unie worden gedistribueerd. De uniforme Europese code bestaat uit een donatie-identificatiesequentie en een productidentificatiesequentie, zoals nader bepaald in bijlage VII bij deze richtlijn;
-
l)
„donatie-identificatiesequentie”: het eerste deel van de uniforme Europese code, bestaande uit de EU-code van de weefselinstelling en het unieke donatienummer;
-
m)
„EU-code van de weefselinstelling”: de unieke identificatiecode voor weefselinstellingen in de Unie die in het bezit zijn van een erkenning, aanwijzing, machtiging of vergunning. De code van de weefselinstelling bestaat uit de ISO-landcode en het weefselinstellingsnummer in het EU-repertorium van weefselinstellingen, zoals nader bepaald in bijlage VII bij deze richtlijn;
-
n)
„uniek donatienummer”: het unieke nummer dat overeenkomstig het in elke lidstaat voor de toekenning van die nummers gehanteerde systeem wordt toegekend aan een specifieke donatie van weefsels en cellen, zoals nader bepaald in bijlage VII bij deze richtlijn;
-
o)
„productidentificatiesequentie”: het tweede deel van de uniforme Europese code, bestaande uit de productcode, het splitsingsnummer en de vervaldatum;
-
p)
„productcode”: de identificatiecode voor de specifieke soort weefsel of cellen in kwestie. De productcode bestaat uit de identificatiecode van het coderingssysteem voor producten die aangeeft welk coderingssysteem door de weefselinstelling wordt gehanteerd („E” voor EUTC, „A” voor ISBT128, „B” voor Eurocode) en het productnummer voor weefsels en cellen dat in het respectieve coderingssysteem voor de productsoort wordt gebruikt, zoals nader omschreven in bijlage VII bij deze richtlijn;
-
q)
„splitsingsnummer”: het nummer dat weefsels en cellen die hetzelfde unieke donatienummer en dezelfde productcode hebben en van dezelfde weefselinstelling afkomstig zijn, van elkaar onderscheidt en op unieke wijze identificeert, zoals nader omschreven in bijlage VII bij deze richtlijn;
-
r)
„vervaldatum”: de datum waarop de weefsels en cellen uiterlijk mogen worden toegepast, zoals nader omschreven in bijlage VII bij deze richtlijn;
-
s)
„EU-coderingsplatform”: het IT-platform dat door de Commissie wordt gehost en dat het EU-repertorium van weefselinstellingen alsmede het EU-repertorium van weefsel- en celproducten bevat;
-
t)
„EU-repertorium van weefselinstellingen”: het register van alle weefselinstellingen die erkend, aangewezen of gemachtigd zijn door, dan wel een vergunning hebben gekregen van de bevoegde autoriteit of bevoegde autoriteiten van de lidstaten, dat de in bijlage VIII bij deze richtlijn genoemde informatie over deze weefselinstellingen bevat;
-
u)
„EU-repertorium van weefsel- en celproducten”: het register van alle soorten weefsel en cellen die in de Unie circuleren en de respectieve productcodes volgens de drie toegestane coderingssystemen (EUTC, ISBT128 en Eurocode);
-
v)
„EUTC”: het door de Unie ontwikkelde productcoderingssysteem voor weefsels en cellen, bestaande uit een register van alle soorten weefsel en cellen die in de Unie circuleren en de overeenkomstige productcodes;
-
w)
„in circulatie gebracht”: distributie voor toepassing op de mens of overbrenging naar een andere instelling, bijvoorbeeld voor verdere bewerking al dan niet gevolgd door terugzending;
-
x)
„in hetzelfde centrum”: alle stappen vanaf de verkrijging tot de toepassing op de mens worden verricht onder toezicht van dezelfde verantwoordelijke persoon en volgens hetzelfde kwaliteits- en traceerbaarheidssysteem, in een centrum voor gezondheidszorg dat op dezelfde plaats ten minste beschikt over een weefselinstelling die in het bezit is van een erkenning, aanwijzing, machtiging of vergunning, en een met toepassing op de mens belaste organisatie;
-
y)
„pooling”: fysiek contact of vermenging in één container van weefsels of cellen die van meer dan één verkrijging van dezelfde donor, of van twee of meer donoren afkomstig zijn.”
.
|
Tabel uitklappen inklappen
2)
|
Artikel 9 wordt vervangen door:
„Artikel 9
Traceerbaarheid
-
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat weefsels en cellen traceerbaar zijn vanaf de verkrijging tot en met de toepassing op de mens of de verwijdering en omgekeerd, met name door middel van documentatie en het gebruik van de uniforme Europese code. Weefsels en cellen die voor geneesmiddelen voor geavanceerde therapie worden gebruikt, moeten ten minste totdat zij naar de fabrikant van geneesmiddelen voor geavanceerde therapie worden overgebracht overeenkomstig deze richtlijn traceerbaar zijn.
-
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat weefselinstellingen en met toepassing op de mens belaste organisaties de in bijlage VI vermelde gegevens ten minste 30 jaar op een geschikt en uitleesbaar opslagmedium bewaren.
-
3.
Ingeval weefsels en cellen bij een overledene zijn weggenomen door uitnameteams die optreden voor twee of meer weefselinstellingen, zorgen de lidstaten voor een geschikt traceerbaarheidssysteem dat alle uitnames dekt.”
.
|
Tabel uitklappen inklappen
3)
|
Artikel 10 wordt vervangen door:
„Artikel 10
Europees coderingssysteem
-
1.
Onverminderd de leden 2 en 3 van dit artikel wordt een uniforme Europese code toegepast op alle weefsels en cellen die voor toepassing op de mens worden gedistribueerd. Wanneer weefsels en cellen in andere situaties in circulatie worden gebracht, wordt in de begeleidende documentatie ten minste de donatie-identificatiesequentie vermeld.
-
2.
Lid 1 is niet van toepassing op:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
geslachtscellen bij partnerdonatie;
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
weefsels en cellen die rechtstreeks en met het oog op onmiddellijke transplantatie aan de ontvanger worden gedistribueerd, als bedoeld in artikel 6, lid 5, van Richtlijn 2004/23/EG;
|
Tabel uitklappen inklappen
c)
|
weefsels en cellen waarvan de invoer in de Unie in noodgevallen rechtstreeks door de bevoegde autoriteit of autoriteiten wordt toegestaan, als bedoeld in artikel 9, lid 3, onder b), van Richtlijn 2004/23/EG.
|
-
3.
Voorts kunnen de lidstaten ook vrijstellingen van de eis van lid 1 toestaan voor:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
weefsels en cellen met uitzondering van geslachtscellen bij partnerdonatie, indien deze weefsels en cellen in hetzelfde centrum blijven;
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
weefsels en cellen die in de Unie worden ingevoerd, indien deze weefsels en cellen vanaf de invoer tot en met de toepassing in hetzelfde centrum blijven, op voorwaarde dat dit centrum over een weefselinstelling beschikt die in het bezit is van een erkenning, aanwijzing, machtiging of vergunning voor importactiviteiten.”
|
.
|
Tabel uitklappen inklappen
4)
|
De volgende artikelen worden ingevoegd:
„Artikel 10 bis
Structuur van de uniforme Europese code
-
1.
De in artikel 10, lid 1, bedoelde uniforme Europese code voldoet aan de specificaties die zijn vastgesteld in dit artikel en in bijlage VII.
-
2.
De uniforme Europese code is met het oog leesbaar en wordt door het acroniem „SEC” voorafgegaan. Gelijktijdig gebruik van andere systemen voor etikettering en traceerbaarheid is mogelijk.
-
3.
In de uniforme Europese code moeten de donatie-identificatiesequentie en de productidentificatiesequentie door één spatie worden gescheiden of op twee opeenvolgende regels staan.
Artikel 10 ter
Eisen met betrekking tot de toepassing van de uniforme Europese code
-
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat weefselinstellingen, met inbegrip van importerende weefselinstellingen als omschreven in Richtlijn (EU) 2015/566 van de Commissie (3), de volgende minimumeisen naleven:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
een uniforme Europese code toekennen aan alle weefsels en cellen waarvoor de toepassing van deze code is vereist, uiterlijk vóór de distributie voor toepassing op de mens;
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
een donatie-identificatiesequentie toekennen na de verkrijging van de weefsels en cellen, bij de ontvangst van weefsels en cellen van een verkrijgingsorganisatie, of bij de invoer van weefsels en cellen van een leverancier uit een derde land. De donatie-identificatiesequentie omvat:
Tabel uitklappen inklappen
1.
|
de EU-code van de weefselinstelling als vastgesteld in het EU-repertorium van weefselinstellingen;
|
Tabel uitklappen inklappen
2.
|
een uniek donatienummer dat door de weefselinstelling wordt toegekend, tenzij dat nummer centraal op nationaal niveau wordt toegekend of een wereldwijd uniek nummer is zoals gehanteerd in het coderingssysteem ISBT128. In geval van pooling van weefsels en cellen wordt, voor zover pooling is toegestaan, een nieuw donatie-identificatienummer aan het eindproduct toegekend; de traceerbaarheid van de afzonderlijke donaties wordt gewaarborgd door de weefselinstelling die de pooling verricht;
|
|
Tabel uitklappen inklappen
c)
|
de donatie-identificatiesequentie niet wijzigen als zij eenmaal is toegekend aan weefsels en cellen die in circulatie zijn gebracht, tenzij om een coderingsfout recht te zetten; elke correctie moet goed worden gedocumenteerd;
|
Tabel uitklappen inklappen
d)
|
gebruikmaken van een van de toegestane productcoderingssystemen, alsmede van de overeenkomstige productnummers voor weefsels en cellen die in het EU-repertorium van weefsel- en celproducten zijn opgenomen, uiterlijk vóór de distributie voor toepassing op de mens;
|
Tabel uitklappen inklappen
e)
|
een passend splitsingsnummer en een passende vervaldatum gebruiken. Voor weefsels en cellen waarvoor geen vervaldatum is bepaald, wordt als vervaldatum 00000000 genoteerd, uiterlijk vóór de distributie voor toepassing op de mens;
|
Tabel uitklappen inklappen
f)
|
de uniforme Europese code onuitwisbaar en blijvend op het etiket van het betrokken product aanbrengen en die code in de desbetreffende begeleidende documentatie vermelden, uiterlijk vóór de distributie voor toepassing op de mens. De weefselinstelling kan een derde of derden met die opdracht belasten, mits de weefselinstelling ervoor zorgt dat deze richtlijn wordt nageleefd, met name wat de uniciteit van de code betreft. Indien de uniforme Europese code niet op het etiket kan worden aangebracht wegens de omvang van het etiket, wordt de code met behulp van de begeleidende documentatie op ondubbelzinnige wijze verbonden met de weefsels en cellen die met een dergelijk etiket zijn verpakt;
|
Tabel uitklappen inklappen
g)
|
de bevoegde autoriteit of autoriteiten in kennis stellen wanneer:
Tabel uitklappen inklappen
1.
|
informatie van het EU-repertorium van weefselinstellingen moet worden geactualiseerd of verbeterd;
|
Tabel uitklappen inklappen
2.
|
het EU-repertorium van weefsel- en celproducten moet worden geactualiseerd;
|
Tabel uitklappen inklappen
3.
|
de weefselinstelling met betrekking tot weefsels en cellen die van andere EU-weefselinstellingen zijn ontvangen een ernstige overtreding van de eisen inzake de uniforme Europese Code vaststelt;
|
|
Tabel uitklappen inklappen
h)
|
de nodige maatregelen nemen ingeval de uniforme Europese code onjuist op het etiket is aangebracht.
|
-
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat alle bevoegde autoriteiten de volgende minimumeisen naleven:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
zorgen voor de toekenning van een uniek weefselinstellingsnummer aan alle weefselinstellingen die in het bezit zijn van een erkenning, aanwijzing, machtiging of vergunning in de desbetreffende lidstaat. Indien een weefselinstelling over verschillende fysieke locaties, maar slechts één systeem voor de toekenning van unieke donatienummers beschikt, kan het als één enkele weefselinstelling worden beschouwd. Indien een weefselinstelling gebruikmaakt van twee of meer systemen voor de toekenning van unieke donatienummers, worden aan deze instelling afzonderlijke weefselinstellingsnummers toegekend overeenkomstig het aantal gebruikte toekenningssystemen;
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
vaststellen welk systeem of welke systemen voor de toekenning van unieke donatienummers in de desbetreffende lidstaat wordt of worden gebruikt. Toegestane toekenningssystemen omvatten nationale systemen voor de centrale toekenning van nationaal unieke donatienummers, systemen waarin elke weefselinstelling unieke donatienummers moet toekennen, en internationale systemen voor de toekenning van wereldwijd unieke donatienummers die verenigbaar zijn met de uniforme Europese code;
|
Tabel uitklappen inklappen
c)
|
de volledige uitvoering van de uniforme Europese code in de desbetreffende lidstaat controleren en de handhaving daarvan garanderen;
|
Tabel uitklappen inklappen
d)
|
zorgen voor de validatie van de gegevens over weefselinstellingen die voor de desbetreffende lidstaat in het EU-repertorium van weefselinstellingen zijn opgenomen en onverwijld zorgen voor actualisering van het repertorium, met name in de volgende gevallen:
Tabel uitklappen inklappen
1.
|
wanneer een nieuwe weefselinstelling wordt erkend, aangewezen of gemachtigd, dan wel een vergunning krijgt;
|
Tabel uitklappen inklappen
2.
|
wanneer informatie over een weefselinstelling is gewijzigd of niet correct in het EU-repertorium van weefselinstellingen is opgenomen;
|
Tabel uitklappen inklappen
3.
|
bij wijziging van de in bijlage VIII bij deze richtlijn vermelde gegevens met betrekking tot de erkenning, aanwijzing, machtiging of vergunning van een weefselinstelling, bijvoorbeeld:
Tabel uitklappen inklappen
—
|
erkenning, aanwijzing, machtiging of vergunning voor een nieuwe soort weefsel of cellen,
|
Tabel uitklappen inklappen
—
|
erkenning, aanwijzing, machtiging of vergunning voor nieuwe verplichte werkzaamheden,
|
Tabel uitklappen inklappen
—
|
aan een machtiging toegevoegde bijzonderheden omtrent voorwaarden en/of vrijstellingen,
|
Tabel uitklappen inklappen
—
|
gehele of gedeeltelijke opschorting van een specifieke erkenning, aanwijzing, machtiging of vergunning voor specifieke werkzaamheden of een bepaalde soort weefsel of cellen,
|
Tabel uitklappen inklappen
—
|
gehele of gedeeltelijke intrekking van de erkenning, aanwijzing, machtiging of vergunning van een weefselinstelling,
|
Tabel uitklappen inklappen
—
|
vrijwillige gehele of gedeeltelijke stopzetting door een weefselinstelling van een of meer werkzaamheden waartoe zij erkend, aangewezen of gemachtigd is of waarvoor zij een vergunning heeft gekregen.
|
|
Onder „onverwijld” wordt verstaan: uiterlijk tien werkdagen voor wijzigingen die van aanzienlijke invloed zijn op de erkenning, aanwijzing, machtiging of vergunning van de betrokken weefselinstellingen.
Wanneer een weefselinstelling door twee of meer bevoegde autoriteiten is gemachtigd tot verschillende werkzaamheden of voor verschillende soorten weefsel en cellen, zorgt elke bevoegde autoriteit voor actualisering van de informatie met betrekking tot die werkzaamheden waarvoor zij verantwoordelijk is;
|
Tabel uitklappen inklappen
e)
|
de bevoegde autoriteiten van een andere lidstaat waarschuwen wanneer in het EU-repertorium van weefselinstellingen onjuiste informatie met betrekking tot de andere lidstaat wordt opgemerkt of wanneer een ernstige overtreding van de bepalingen in verband met de uniforme Europese code in de andere lidstaat wordt vastgesteld;
|
Tabel uitklappen inklappen
f)
|
de Commissie en de andere bevoegde autoriteiten waarschuwen wanneer actualisering van het EU-repertorium van weefsel- en celproducten nodig wordt geacht.
|
-
3.
Toepassing van de uniforme Europese code sluit niet uit dat aanvullend andere codes worden toegepast in overeenstemming met de nationale eisen van de lidstaten.
Artikel 10 quater
Toegankelijkheid en het bijhouden van het Europese coderingssysteem
-
1.
De Commissie host en zorgt voor het bijhouden van een IT-platform („EU-coderingsplatform”) voor:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
het EU-repertorium van weefselinstellingen;
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
het EU-repertorium van weefsel- en celproducten.
|
-
2.
De Commissie zorgt ervoor dat de informatie van het EU-coderingsplatform publiek toegankelijk is vóór 29 oktober 2016.
-
3.
De Commissie zorgt in voorkomend geval voor actualisering van de EUTC en voor de gehele actualisering van het EU-compendium van weefsel- en celproducten. De Commissie acht het noodzakelijk dat overeenkomsten worden gesloten met de organisaties die ISBT128 en Eurocode beheren om ervoor te zorgen dat de geactualiseerde productcodes regelmatig ter beschikking van de Commissie worden gesteld, zodat deze in het EU-repertorium van weefsel- en celproducten kunnen worden opgenomen. Indien deze organisaties de bepalingen van de memoranda van overeenstemming niet naleven, kan de Commissie het verdere gebruik van de respectieve productcodes geheel of gedeeltelijk opschorten, nadat zij het voldoende aanbod van de betrokken soort producten in de lidstaten met inbegrip van een overgangsperiode in aanmerking heeft genomen en de deskundigen uit de lidstaten via de deskundigengroep van de bevoegde autoriteiten voor stoffen van menselijke oorsprong heeft geraadpleegd.
Artikel 10 quinquies
Overgangsperiode
Weefsels en cellen die op 29 oktober 2016 reeds in bewaring zijn, zijn vrijgesteld van de verplichtingen met betrekking tot de uniforme Europese code, op voorwaarde dat de weefsels en cellen uiterlijk vijf jaar na die datum in de Unie in circulatie worden gebracht en dat volledige traceerbaarheid anderszins wordt gewaarborgd. Voor weefsels en cellen die in bewaring blijven en pas na het verstrijken van deze periode van vijf jaar in circulatie worden gebracht en waarvoor de uniforme Europese code niet kan worden toegepast, met name omdat de weefsels en cellen diepgevroren zijn opgeslagen, maken de weefselinstellingen gebruik van de procedures die van toepassing zijn op producten met kleine etiketten als vastgesteld in artikel 10 ter, lid 1, onder f).
-
Richtlijn (EU) 2015/566 van de Commissie van 8 april 2015 tot uitvoering van Richtlijn 2004/23/EG aangaande de procedures om na te gaan of er sprake is van gelijkwaardige kwaliteits- en veiligheidsnormen voor ingevoerde weefsels en cellen ().”"
.
|
Tabel uitklappen inklappen
5)
|
De bijlagen worden gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze richtlijn.
|
Tabel uitklappen inklappen
6)
|
Als bijlage VIII wordt de tekst van bijlage II bij deze richtlijn opgenomen.
|
Artikel 2
De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 29 oktober 2016 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede. Zij passen die bepalingen toe vanaf 29 april 2017.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 8 april 2015.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
-
Richtlijn 2004/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van kwaliteits- en veiligheidsnormen voor het doneren, verkrijgen, testen, bewerken, bewaren en distribueren van menselijke weefsels en cellen ().
-
Richtlijn 2006/86/EG van de Commissie van 24 oktober 2006 ter uitvoering van Richtlijn 2004/23/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de traceerbaarheidsvereisten, de melding van ernstige bijwerkingen en ernstige ongewenste voorvallen en bepaalde technische voorschriften voor het coderen, bewerken, preserveren, bewaren en distribueren van menselijke weefsels en cellen ().
BIJLAGE I
De bijlagen bij Richtlijn 2006/86/EG worden als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
1)
|
Bijlage II, deel E, wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
in punt 1 wordt het volgende punt g) toegevoegd:
Tabel uitklappen inklappen
„g)
|
uniforme Europese code als van toepassing op de weefsels en cellen die voor toepassing op de mens worden gedistribueerd, of donatie-identificatiesequentie als van toepassing op de weefsels en cellen die in circulatie zijn gebracht en die niet voor toepassing op de mens worden gedistribueerd”
|
;
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
de tweede alinea van punt 1 wordt vervangen door:
„Indien de onder d), e) en g) bedoelde gegevens niet op het etiket van de primaire container kunnen worden vermeld, worden zij vermeld op een afzonderlijk blad dat bij de primaire container wordt gevoegd. Dit blad wordt samen met de primaire container verder verpakt op een wijze die garandeert dat ze bijeen blijven.”
;
|
Tabel uitklappen inklappen
c)
|
in punt 2 wordt het volgende punt j) toegevoegd:
Tabel uitklappen inklappen
„j)
|
voor ingevoerde weefsels en cellen, het land van verkrijging en het land van uitvoer (indien verschillend van het land van verkrijging)”
|
.
|
|
Tabel uitklappen inklappen
2)
|
De bijlagen III en IV worden vervangen door:
„
BIJLAGE III
MELDING VAN ERNSTIGE BIJWERKINGEN
DEEL A
Snelle melding van vermoede ernstige bijwerkingen
Weefselinstelling
EU-code van de weefselinstelling (indien van toepassing)
Identificatiecode melding
Datum melding (jaar/maand/dag)
Betrokken persoon (ontvanger of donor)
Datum (jaar/maand/dag) en plaats van verkrijging of toepassing op de mens
Uniek donatie-identificatienummer
Datum vermoede ernstige bijwerking (jaar/maand/dag)
Soort van de bij de vermoede ernstige bijwerking betrokken weefsels en cellen
Uniforme Europese code van de bij de vermoede ernstige bijwerking betrokken weefsels of cellen (indien van toepassing)
Aard van de vermoede ernstige bijwerking(en)
DEEL B
Conclusies van het onderzoek van ernstige bijwerkingen
Weefselinstelling
EU-code van de weefselinstelling (indien van toepassing)
Identificatiecode melding
Datum bevestiging (jaar/maand/dag)
Datum ernstige bijwerking (jaar/maand/dag)
Uniek donatie-identificatienummer
Bevestiging van de ernstige bijwerking (ja/neen)
Uniforme Europese code van de bij de bevestigde ernstige bijwerking betrokken weefsels of cellen (indien van toepassing)
Wijziging van de aard van de ernstige bijwerking (ja/neen) Zo ja, specificeren
Klinische uitkomst (indien bekend)
Tabel uitklappen inklappen
Tabel uitklappen inklappen
—
|
geringe restverschijnselen
|
Tabel uitklappen inklappen
—
|
ernstige restverschijnselen
|
Tabel uitklappen inklappen
Resultaat van het onderzoek en eindconclusies
Aanbevelingen voor preventieve en corrigerende maatregelen
BIJLAGE IV
MELDING VAN ERNSTIGE ONGEWENSTE VOORVALLEN
DEEL A
Snelle melding van vermoede ernstige ongewenste voorvallen
Tabel uitklappen inklappen
Weefselinstelling
|
EU-code van de weefselinstelling (indien van toepassing)
|
Identificatiecode melding
|
Datum melding (jaar/maand/dag)
|
Datum ernstig ongewenst voorval (jaar/maand/dag)
|
Ernstig ongewenst voorval met mogelijke gevolgen voor de kwaliteit en veiligheid van weefsels en cellen door een abnormale situatie bij:
|
Categorie
|
Gebrek in de weefsels/cellen
|
Falende apparatuur
|
Menselijke fout
|
Overige (specificeren)
|
Verkrijging
|
|
|
|
|
Testen
|
|
|
|
|
Vervoer
|
|
|
|
|
Bewerking
|
|
|
|
|
Bewaring
|
|
|
|
|
Distributie
|
|
|
|
|
Materiaal
|
|
|
|
|
Overige (specificeren)
|
|
|
|
|
DEEL B
Conclusies van het onderzoek van ernstige ongewenste voorvallen
Weefselinstelling
EU-code van de weefselinstelling (indien van toepassing)
Identificatiecode melding
Datum bevestiging (jaar/maand/dag)
Datum ernstig ongewenst voorval (jaar/maand/dag)
Oorzakenanalyse (bijzonderheden)
Genomen corrigerende maatregelen (bijzonderheden)
”
|
Tabel uitklappen inklappen
3)
|
De bijlagen VI en VII worden vervangen door:
„
BIJLAGE VI
Minimaal overeenkomstig artikel 9, lid 2, te bewaren gegevens
-
A.
DOOR WEEFSELINSTELLINGEN
Tabel uitklappen inklappen
|
1.
|
Identificatie van de donor
|
Tabel uitklappen inklappen
|
2.
|
Identificatie van de donatie, minimaal bestaande uit:
Tabel uitklappen inklappen
—
|
identificatie van de verkrijgingsorganisatie (met inbegrip van contactgegevens) of de weefselinstelling,
|
Tabel uitklappen inklappen
Tabel uitklappen inklappen
Tabel uitklappen inklappen
—
|
plaats van verkrijging,
|
Tabel uitklappen inklappen
—
|
soort donatie (bv. donatie van één of meerdere soorten weefsel, autologe of allogene donatie, levende of overleden donor).
|
|
Tabel uitklappen inklappen
|
3.
|
Identificatie van het product, minimaal bestaande uit:
Tabel uitklappen inklappen
—
|
identificatie van de weefselinstelling,
|
Tabel uitklappen inklappen
—
|
soort weefsel/cellen/product (basisnomenclatuur),
|
Tabel uitklappen inklappen
—
|
poolnummer (in geval van pooling),
|
Tabel uitklappen inklappen
—
|
splitsingsnummer (indien van toepassing),
|
Tabel uitklappen inklappen
—
|
vervaldatum (indien van toepassing),
|
Tabel uitklappen inklappen
—
|
status van de weefsels/cellen (in quarantaine geplaatst, geschikt voor gebruik, enz.),
|
Tabel uitklappen inklappen
—
|
beschrijving en herkomst van de producten, uitgevoerde bewerkingsstappen, met de weefsels/cellen in contact komende materialen en toevoegingen die gevolgen hebben voor de kwaliteit en/of veiligheid daarvan,
|
Tabel uitklappen inklappen
—
|
identificatie van de instelling die het uiteindelijke etiket aanbrengt.
|
|
Tabel uitklappen inklappen
|
4.
|
Uniforme Europese code (indien van toepassing)
|
Tabel uitklappen inklappen
|
5.
|
Gegevens over de toepassing op de mens, minimaal bestaande uit:
Tabel uitklappen inklappen
—
|
datum van distributie/verwijdering,
|
Tabel uitklappen inklappen
—
|
identificatie van de arts of eindgebruiker/instelling.
|
|
-
B.
DOOR MET TOEPASSING OP DE MENS BELASTE ORGANISATIES
Tabel uitklappen inklappen
|
1.
|
Identificatie van de leverende weefselinstelling
|
Tabel uitklappen inklappen
|
2.
|
Identificatie van de arts of eindgebruiker/instelling
|
Tabel uitklappen inklappen
Tabel uitklappen inklappen
Tabel uitklappen inklappen
|
5.
|
Identificatie van de ontvanger
|
Tabel uitklappen inklappen
|
6.
|
Datum van de toepassing
|
Tabel uitklappen inklappen
|
7.
|
Uniforme Europese code (indien van toepassing)
|
BIJLAGE VII
STRUCTUUR VAN DE UNIFORME EUROPESE CODE
Tabel uitklappen inklappen
DONATIE-IDENTIFICATIESEQUENTIE
|
PRODUCTIDENTIFICATIE-SEQUENTIE
|
EU-CODE VAN DE WEEFSELINSTELLING
|
UNIEK DONATIENUMMER
|
PRODUCTCODE
|
SPLITSINGSNUMMER
|
VERVALDATUM
(JJJJMMDD)
|
ISO-landcode
|
weefselinstellingsnummer
|
identifi-catiecode van het coderings-systeem voor producten
|
productnummer
|
2 letters
|
6 alfa-numerieke tekens
|
13 alfa-numerieke tekens
|
1 letter
|
7 alfa-numerieke tekens
|
3 alfa-numerieke tekens
|
8 cijfers
|
”
|
BIJLAGE II
„BIJLAGE VIII
In het eu-repertorium van weefselinstellingen te registreren gegevens
-
A.
Informatie over de weefselinstelling
Tabel uitklappen inklappen
|
1.
|
Naam van de weefselinstelling
|
Tabel uitklappen inklappen
|
2.
|
Nationale of internationale code van de weefselinstelling
|
Tabel uitklappen inklappen
|
3.
|
Naam van de organisatie waartoe de weefselinstelling behoort (indien van toepassing)
|
Tabel uitklappen inklappen
|
4.
|
Adres van de weefselinstelling
|
Tabel uitklappen inklappen
|
5.
|
Te publiceren contactgegevens: functioneel e-mailadres, telefoon en fax
|
-
B.
Gegevens over de erkenning, aanwijzing, machtiging of vergunning van de weefselinstelling
Tabel uitklappen inklappen
|
1.
|
Naam van de bevoegde autoriteit of autoriteiten die de erkenning, aanwijzing, machtiging of vergunning heeft/hebben afgegeven
|
Tabel uitklappen inklappen
|
2.
|
Naam van de nationale bevoegde autoriteit of autoriteiten die verantwoordelijk is/zijn voor het bijhouden van het EU-register van weefselinstellingen
|
Tabel uitklappen inklappen
|
3.
|
Naam van de houder van de erkenning, aanwijzing, machtiging of vergunning (indien van toepassing)
|
Tabel uitklappen inklappen
|
4.
|
Weefsels en cellen waarvoor de erkenning, aanwijzing, machtiging of vergunning is afgegeven
|
Tabel uitklappen inklappen
|
5.
|
Daadwerkelijk verrichte werkzaamheden waarvoor de erkenning, aanwijzing, machtiging of vergunning is afgegeven
|
Tabel uitklappen inklappen
|
6.
|
Status van de erkenning, aanwijzing, machtiging of vergunning (goedgekeurd, opgeschort, ingetrokken, geheel of gedeeltelijk, vrijwillige stopzetting van de werkzaamheden)
|
Tabel uitklappen inklappen
|
7.
|
Aan de machtiging toegevoegde bijzonderheden omtrent voorwaarden en vrijstellingen (indien van toepassing)”
|
Deze samenvatting is overgenomen van .