Mr. P. Mijer

foto Mr. P. Mijer
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Collectie-Van Eck (Nationaal Archief)
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Conservatief koloniaal specialist, die als zoon van een Indisch handelaar, in Nederlands-Indië een succesvolle rechtelijke loopbaan doorliep. Toen hij met verlof was in Nederland werd hij minister van Koloniën in het kabinet-Van der Brugghen i. Daarna werd hij conservatief Tweede Kamerlid voor het district Zwolle. Als minister van het kabinet-Van Zuylen van Nijevelt i werd hij in 1866 middelpunt van een politiek conflict, nadat hij al kort na zijn aantreden tot Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië werd benoemd. Vurig verdediger van het koloniale stelsel van gedwongen cultures waarmee hij van kinds af was opgegroeid.

Conservatieven
functie(s) in de periode 1856-1872: lid Tweede Kamer, minister, Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Pieter

geboorteplaats en -datum
Batavia (Ned.-Indië), 3 juni 1812

overlijdensplaats en -datum
Scheveningen (gem. 's-Gravenhage), 6 februari 1881

2.

Partij/stroming

stroming(en)
conservatief

3.

Hoofdfuncties/beroepen

  • advocaat te 's-Gravenhage, van 17 oktober 1832 tot 16 april 1833
  • advocaat te Batavia (Nederlands-Indië), van 16 juni 1833 tot 1 maart 1835
  • ambtenaar Algemeene Secretarie van het Gouvernement te Buitenzorg (Ned.-Indië), vanaf 6 november 1834
  • referendaris ter Algemeene Secretarie van het Gouvernement te Buitenzorg (Ned.-Indië), van 1 maart 1835 tot 16 juli 1837 (werkzaam bij het kabinet van de gouverneur-generaal ad interim J.Ch. Baud)
  • griffier Hoog-Gerechtshof en Hoog-Militair Gerechtshof van Nederlands-Indië, van 16 juli 1837 tot 16 juli 1838
  • waarnemend raadsheer Hoog-Gerechtshof van Nederlands-Indië, van 16 juli 1838 tot 1 januari 1839
  • raadsheer Hoog-Gerechtshof van Nederlands-Indië, van 1 januari 1839 tot 16 maart 1839
  • waarnemend raadsheer Hoog-Militair Gerechtshof van Nederlands-Indië, van 16 maart 1839 tot 1 december 1845
  • waarnemend procureur-generaal bij het Hoog-Gerechtshof van Nederlands-Indië, van 1 december 1845 tot september 1846
  • waarnemend advocaat-fiscaal voor zee- en landmacht in Nederlands-Indië, van 1 december 1845 tot 1 oktober 1846
  • vicepresident Hoog-Gerechtshof en Hoog-Militair Gerechtshof van Nederlands-Indië, van 1 oktober 1846 tot 16 september 1849
  • procureur-generaal Hoog-Gerechtshof van Nederlands-Indië, van 16 september 1849 tot 1 november 1851
  • advocaat-fiscaal voor zee- en landmacht, van 16 september 1849 tot 1 november 1851
  • lid Raad van Nederlandsch-Indië, van 1 november 1851 tot 1 januari 1856
  • verlof in Nederland, vanaf 30 juli 1855
  • minister van Koloniën, van 1 januari 1856 tot 18 maart 1858 (benoemd bij K.B. van 5 december, beëdigd 6 december 1855)
  • gepensioneerd (pensioen f 12.000,- per jaar)
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 18 september 1860 tot 30 mei 1866 (voor het kiesdistrict Zwolle)
  • minister van Koloniën, van 1 juni 1866 tot 17 september 1866 (benoemd per 31 mei 1866)
  • tijdelijk voorzitter van de ministerraad, van mei 1866 tot september 1866
  • Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië, van 28 december 1866 tot 1 januari 1872 (benoemd bij K.B. van 17 september 1866)
  • terugkeer in Nederland, februari 1872

4.

Nevenfuncties

  • lid en secretaris commissie tot voorbereiding van de invoering van de nieuwe wetgeving in Nederlands-Indië, vanaf oktober 1837
  • adjunct-adviseur in de procedure van de erfgenamen van Gouverneur-Generaal Daendels, ter zake van in 's lands kas gestorte gelden, april 1838
  • lid bestuur Bataafsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, van juli 1839 tot september 1850
  • lid directie militair weduwen- en weezenfonds, vanaf 9 maart 1841
  • lid college van bestuur over de protestantse kerk in Nederlands-Indië, van 11 november 1844 tot 5 september 1851
  • lid commissie tot onderzoek van al hetgeen betrekking heeft tot de Nederlands-Indische scheepvaart beoosten de Kaap de Goede Hoop, vanaf 9 mei 1846
  • lid commissie belast met de vervaardiging van een ontwerp-wetboek van strafrecht voor Europeanen in Nederlands-Indië, van juni 1848 tot januari 1852
  • president college van bestuur over de protestantse kerk in Nederlands-Indië, vanaf 5 september 1851

afgeleide functies, presidia etc.
  • tijdelijk voorzitter van de ministerraad, van 1 april 1857 tot 1 juli 1857
  • lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van februari 1861 tot april 1861
  • lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van juni 1862 tot september 1862
  • lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van februari 1864 tot april 1864
  • lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van mei 1866 tot augustus 1866

5.

Opleiding

voortgezet onderwijs
  • opleiding Instituut 't Hoen te Vollenhoven

academische studie
  • Romeins en hedendaags recht (gepromoveerd op dissertatie), Hogeschool te Leiden, van 5 juni 1828 tot 11 oktober 1832 (summa cum lauda)

6.

Activiteiten

als parlementariër
  • Was koloniaal-woordvoerder in de Tweede Kamer. Sprak ook over onderwijs en waterstaat.
  • Behoorde in 1861 tot de 17 leden die tegen de ontwerp-Wet op de Raad van State stemden
  • Behoorde in 1861 tot de meerderheid die vóór een amendement-Ter Bruggen Hugenholtz stemde over het halveren van de begroting voor Onvoorziene Uitgaven

als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • Diende in 1857 wetsvoorstellen in tot opheffing van de slavernij in Suriname en West-Indië. Deze voorstellen bleven onafgedaan.

7.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • Werd op 24 mei 1866 door de koning gevraagd een kabinet te vormen. Weigerde echter, omdat hij een pensioen van f 12.000 had als oud-Indisch ambtenaar en een toelage als Kamerlid van f 2000 en die inkomsten als minister zou verliezen. Bovendien had hij een huis gekocht in Elburg, omdat hij Den Haag te duur vond. Hij stond alleen open voor een benoeming tot Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië.
  • De wel tot formateur benoemde Graaf Van Zuylen van Nijevelt vroeg hem kort daarna minister van Koloniën te worden. Mijer gaf te kennen slechts tijdelijk minister te willen worden, tot en met de behandeling van de begroting van Koloniën. Van Zuylen liet weten dat een ministerschap zijn kans zou vergroten om tot Gouverneur-Generaal te worden benoemd. Formeel zou de koning echter worden vrijgelaten in zijn keuze van de nieuwe Gouverneur-Generaal. Mijer stemde op 28 mei toe in een tijdelijk ministerschap.
  • Hoewel hij geen formateur was, contrasigneerde hij de besluiten bij de ministerswisselingen. Formateur Van Zuylen van Nijevelt wilde - met name vanwege de dubieuze benoeming van Mijer - liever op de achtergrond blijven.
  • Mijer kreeg twee dagen na goedkeuring van de begroting van Koloniën in de Eerste Kamer ontslag als minister. Een dag daarna volgde het ontslag - het verzoek daartoe was aangehouden - aan Sloet van de Beele als Gouverneur-Generaal en de benoeming van Mijer tot diens opvolger.

uit de privésfeer
  • Zijn schoonvader, Mr. D.F.W. Pietermaat, was onder meer lid van het Hooggerechtshof in Batavia. Hij was een zoon van P. Pietermaat, lid van de Notabelenvergadering
  • Verloor zijn vader al op jonge leeftijd. Zijn moeder hertrouwde op 13 juni 1813.
  • Zijn stiefvader was griffier bij de Raad van Justitie te Batavia

verkiezingen
  • Versloeg in 1860 bij de periodieke verkiezing in het Zwolle na herstemming Th.J. Stieltjes (lib.). Was verliezend kandidaat in het district Rotterdam.
  • Versloeg in 1864 bij de periodieke verkiezing in het district Zwolle S.J. van Roijen en J. Kalff

8.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • Levensbericht door S. van Deventer, in: Levensberichten van leden van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1884, 71
  • E. van Raalte, "Staatshoofd en ministers", 101-103
  • Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel III, 899
  • M.A. van Rhede van der Kloot, "Gouverneurs-Generaal en Commissarissen-Generaal van Nederlandsch-Indië 1610-1888"

Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek

publicaties over en van letterkundigen
gegevens uit de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

9.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

10.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.