Jhr.Mr. Ch.J.M. (Charles) Ruijs de Beerenbrouck
Limburgse katholieke staatsman die in het interbellum driemaal minister-president en in twee periodes Tweede Kamervoorzitter was. Na advocaat en ambtenaar van het Openbaar Ministerie te zijn geweest, werd hij in 1905 Tweede Kamerlid. In 1918 volgde hij zijn vader i op als Commissaris van de Koningin in Limburg i, maar spoedig daarna werd hij kabinetsleider. Zijn eerste kabinet kreeg te maken met problemen die samenhingen met de Eerste Wereldoorlog en de afloop daarvan, zoals voedselschaarste en de vlucht van de Duitse keizer naar Nederland. Beantwoordde in november 1918 Troelstra's revolutiepoging i met de aankondiging van hervormingen (achturendag, vrouwenkiesrecht). Tijdens zijn laatste kabinet brak de economische wereldcrisis uit. Hoffelijke edelman en goed teamleider, die ook door niet-geloofsgenoten werd gewaardeerd. Als minister van Binnenlandse Zaken echter niet zo doortastend.
AB van R.K.-kiesvereenigingen, RKSP
functie(s) in de periode 1905-1936: lid Tweede Kamer, voorzitter Tweede Kamer, minister, minister-president, Commissaris van de Koning(in)
Inhoudsopgave van deze pagina:
Charles Joseph Marie (Charles)
geboorteplaats en -datum
Roermond, 1 december 1873
overlijdensplaats en -datum
Utrecht, 17 april 1936
begraafplaats en -datum
Vierakker, familiegraf landgoed Suideras, 21 april 1936partij(en)
RKSP (Roomsch-Katholieke Staatspartij)
-
-advocaat en procureur te Maastricht, van 1896 tot 1 augustus 1901
-
-lid gemeenteraad van Maastricht, van 5 september 1899 tot 9 september 1918
-
-kantonrechter-plaatsvervanger, kanton Maastricht, van 1 mei 1900 tot 1 augustus 1901
-
-ambtenaar voor de kantongerechten in het arrondissement Maastricht, Openbaar Ministerie te Maastricht, van 1 augustus 1901 tot 1 oktober 1905
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 september 1905 tot 21 september 1909 (voor het kiesdistrict Gulpen)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 7 december 1909 tot 16 mei 1918 (voor het kiesdistrict Gulpen)
-
-regeringscommissaris voor de Belgische vluchtelingen, van 11 oktober 1914 tot 16 mei 1918
-
-Commissaris van de Koningin in Limburg, van 16 mei 1918 tot 8 september 1918 (benoemd bij K.B. van 7 mei 1918)
-
-minister van Binnenlandse Zaken, van 9 september 1918 tot 1 januari 1923
-
-voorzitter van de ministerraad, van 9 september 1918 tot 3 augustus 1925 (tot 26 september 1922 formeel tijdelijk voorzitter)
-
-minister van Marine ad interim, van 20 februari 1919 tot 16 april 1919 (na het aftreden van minister Bijleveld)
-
-waarnemend minister van Koloniën, van 13 augustus 1919 tot 12 november 1919 (na het aftreden van minister Idenburg)
-
-minister van Oorlog ad interim, van 5 januari 1920 tot 30 maart 1920 (na het aftreden van minister Alting von Geusau)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 25 juli 1922 tot 18 september 1922
-
-minister van Landbouw, Nijverheid en Handel ad interim, van 13 september 1922 tot 1 januari 1923 (na het aftreden van Van IJsselstein en in afwachting van een reorganisatie)
-
-minister van Binnenlandse Zaken en Landbouw, van 1 januari 1923 tot 3 augustus 1925 (afdeling Landbouw bij besluit van 24 november 1922, Stb. 178 toegevoegd)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 15 september 1925 tot 10 augustus 1929
-
-voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 september 1925 tot 10 augustus 1929
-
-minister van Binnenlandse Zaken en Landbouw, van 10 augustus 1929 tot 1 mei 1932 (bij besluit van 8 december 1931, Stb. 501 naam per 1 mei 1932 gewijzigd in "Binnenlandse Zaken")
-
-voorzitter van de ministerraad, van 10 augustus 1929 tot 26 mei 1933
-
-minister van Binnenlandse Zaken, van 1 mei 1932 tot 25 mei 1933
-
-minister van Buitenlandse Zaken ad interim, van 20 april 1933 tot 25 mei 1933 (na het aftreden van minister Beelaerts van Blokland)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 9 mei 1933 tot 17 april 1936
-
-voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 31 mei 1933 tot 17 april 1936
ambtstitel
-
-minister van staat, van 25 juli 1927 tot 17 april 1936
takenpakket (bewindspersoon)
-
-Was in 1932-1933 tevens belast met werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling, alsmede volksgezondheid
(in)formateurschap(pen)
-
-kabinetsformateur, van 29 augustus 1918 tot 6 september 1918
-
-kabinetsformateur, van 22 juni 1921 tot 26 juli 1921 (poging mislukt)
-
-kabinetsformateur, van 22 juli 1922 tot 8 september 1922
-
-kabinetsformateur, van 12 juli 1929 tot 9 augustus 1929
-
-voorzitter Algemeene Bond van Roomsch-Katholieke Rijkskiesvereenigingen, van 7 november 1925 tot augustus 1929 (sinds 26 maart 1926 Roomsch-Katholieke Staatspartij)
-
-voorzitter commissie kiesreglement RKSP, 1927
lijsttrekkerschappen
-
-lijstaanvoerder RKSP Tweede Kamerverkiezingen 1929 (in de kieskringen Rotterdam, 's-Gravenhage en Amsterdam)
-
-voorzitter KSA (Katholieke Sociale Actie), van 1908 tot 1911
-
-voorzitter Vereeniging tot Bevordering van de Volkszang in Limburg, vanaf 1909
-
-lid Staatscommissie voor de inwendige organisatie van de departementen van Algemeen Bestuur (Staatscommissie-Van Leeuwen), van 10 september 1910 tot 28 maart 1912
-
-lid Centraal College voor de Reclassering, van 11 januari 1911 tot 1917
-
-lid Raad van Commissarissen N.V. Constructie Werkplaats Limburg te Heerlen, vanaf 1912
-
-ondervoorzitter en penningmeester curatorium Stichting R.K. Leergangen, van 1912 tot september 1918
-
-kamerheer in buitengewone dienst van koningin Wilhelmina, van 28 augustus 1913 tot 17 april 1936
-
-lid Staatscommissie inzake de rechtstoestand van de ambtenaar (Staatscommissie-Dresselhuys), van 21 mei 1917 tot september 1918
-
-lid Commission for the Relief in Belgium, van mei 1917 tot mei 1918
-
-voorzitter Staatscommissie inzake de Grondwetsherziening, van 20 december 1918 tot 27 oktober 1920
-
-lid curatorium Stichting R.K. Leergangen, van 1925 tot september 1929
-
-voorzitter Staatscommissie inzake de radio-omroep, vanaf 15 oktober 1925 (nog in 1927)
-
-lid bestuur en voorzitter Heilige Land-Stichting, vanaf 1926 (nog in 1929)
-
-lid College van Curatoren Katholieke Handels-Hoogeschool te Tilburg, van april 1926 tot augustus 1929
-
-lid College van Curatoren Rijksuniversiteit Leiden, van 13 december 1926 tot augustus 1929
-
-lid College voor de Visscherijen, van 1 juli 1927 tot 17 april 1936
-
-voorzitter comité oprichting gedenkteken voor Mgr. Ariëns, 1928
-
-lid Raad van Commissarissen "De Nederlandsche Bank", van februari 1929 tot augustus 1929
-
-lid Raad van Commissarissen N.V. Hollandsche IJzeren-Spoorweg Maatschappij en N.V. Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, omstreeks 1931
-
-voorzitter Mijnraad, van 1 oktober 1933 tot 17 april 1936
-
-lid ereraad in affaire-Van 't Sant, 1934 (beschuldigingen tegen de Haagse politiecommissaris Van 't Sant over oplichting)
-
-lid Bosraad, van april 1934 tot 17 april 1936
-
-vooorzitter Nationale Federatie "Wit-Gele Kruis", van september 1935 tot 17 april 1936
-
-voorzitter Nationaal Comité van Aanbeveling voor de KRO, 1935
afgeleide functies, presidia etc.
-
-voorzitter Commissie van Rapporteurs voor het wetsontwerp wijziging van de Arbeidswet (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van juni 1910 tot april 1911
-
-lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van januari 1913 tot april 1913
-
-voorzitter begrotingscommissie voor hoofdstuk IX (Waterstaat) 1915 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
-
-lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van november 1916 tot februari 1917
-
-voorzitter Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 17 september 1925 tot 10 augustus 1929
-
-voorzitter Commissie voor Huishoudelijke aangelegenheden (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 17 september 1925 tot 10 augustus 1929
-
-voorzitter vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 17 september 1925 tot 10 augustus 1929
-
-voorzitter Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 31 mei 1933 tot 17 april 1936
-
-voorzitter Commissie voor Huishoudelijke aangelegenheden (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 31 mei 1933 tot 17 april 1936
-
-voorzitter vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 31 mei 1933 tot 17 april 1936
comités van aanbeveling, erefuncties etc.
erevoorzitter Comité van Aanbeveling herbouw Benedictijnerklooster te Egmond, 1935
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
voortgezet onderwijs-
-gymnasium te Maastricht
-
-gymnasium te 's-Gravenhage
academische studie
-
-rechtswetenschap (niet voltooid), Rijksuniversiteit Utrecht
-
-rechtsgeleerdheid (gepromoveerd op dissertatie), Rijksuniversiteit Leiden, van 28 september 1892 tot 17 december 1895
-
-Hield zich als Tweede Kamerlid (1905-1918) vooral bezig met juridische zaken en arbeid
opvallend stemgedrag
-
-Behoorde in 1915 tot de minderheid van zijn fractie die vóór een motie-Albarda stemde over staatsexploitatie van de olievelden in Djambi
-
-Behoorde in 1935 tot de minderheid van zijn fractie die tegen een (onaanvaardbaar verklaard, en aangenomen) amendement-Suring stemde over beperking van de bevoegdheid van de regering om in te grijpen in ambtenarensalarissen (lagere overheid)
als minister-president
-
-Kreeg als minister-president in 1918 te maken met de gevolgen van het einde van de Eerste Wereldoorlog, zoals de terugtocht van Duitse troepen door Limburg, de vlucht van de Duitse keizer naar Nederland, de Belgische annexatie-eisen, de rellen in het Nederlandse leger en de revolutiepoging van Troelstra
-
-Het door hem geleide kabinet voerde rond 1923 een stringent bezuinigingsbeleid, hetgeen onder andere tot inkrimping van het aantal ambtenaren leidde. Eén van de maatregelen die daarbij werd genomen, was dat een huwende ambtenares ontslag diende te nemen.
-
-Legde op 15 januari 1924 een korte verklaring af over het aanblijven van het kabinet na de crisis door de verwerping van de ontwerp-Vlootwet
-
-Zijn derde kabinet stelde in 1932, nadat devaluatie van het Engelse pond tot verslechtering van de economische situatie had geleid, de bezuinigingscommissie-Welter in
als bewindspersoon (beleidsmatig) (10/12)
-
-Trok in 1923 de door zijn voorganger Van IJsselstein ingediende ontwerp-Wet op het middelbaar en lager landbouwonderwijs in, nadat de Tweede Kamer zich in meerderheid (49 tegen 7 stemmen) tegen verdere afhandeling had uitgesproken. De Kamer vond dat te veel regelgeving werd gedelegeerd en was tegen het onderdeel landbouw-voorlichting.
-
-Bepaalde in 1924 dat huwende rijksambtenaressen, tenzij zij ouder waren dan 45 jaar, met ingang van de dag van het huwelijk moesten worden ontslagen
-
-In 1925 verwierp de Eerste Kamer met 31 tegen 17 stemmen een door hem ingediend en verdedigd wetsvoorstel tot afschaffing van de zomertijd
-
-In 1925 verwierp de Eerste Kamer met 24 tegen 14 stemmen een door hem ingediend en verdedigd wetsvoorstel dat gemoedsbezwaren tegen de stemplicht mogelijk moest maken
-
-Belangrijkste benoemingen tijdens zijn ministerschap 1918-1925: E.O.J.M. baron van Hövell tot Westerflier (rk, Commissaris der Koningin in Limburg), jhr. J.W. Quarles van Ufford (Commissaris der Koningin in Zeeland), H.Th. s'Jacob (chu, Commissaris der Koningin in Utrecht), S. baron van Heemstra (arp, Commissaris der Koningin in Gelderland), A.E. baron van Voorst tot Voorst (rk, Commissaris der Koningin in Overijssel), jhr. A.W.L. Tjarda van Starkenborch Stachouwer (lib., Commissaris der Koningin in Groningen), W. de Vlugt (arp, burgemeester van Amsterdam), J. Wytema (lib., burgemeester van Rotterdam), J.A.N. Patijn (lib., burgemeester van 's-Gravenhage)
-
-Bracht in 1931 het Algemeen Rijksambtenarenreglement tot stand, waarin regels staan over de aanstelling, bevordering, bezoldiging, het verlof, disciplinaire straffen en schorsing en ontslag van ambtenaren. De in 1924 genomen maatregel dat huwende ambtenaressen ontslagen worden, wordt in het reglement vastgelegd.
-
-Stelde in 1931 de Bezuinigingscommissie-Welter in, die moest adviseren over bezuiningen bij alle ministeries
-
-Voerde in 1932 samen met minister De Geer bezuinigingen door bij de gemeenten (drie procent salariskorting gemeentepersoneel)
-
-In 1932 verwierp de Tweede Kamer met 44 tegen 30 stemmen het door verdedigde wetsvoorstel Regelen betreffende bevoegdheid der tandheelkundigen
-
-Belangrijkste benoemingen tijdens zijn ministerschap 1929-1933: jhr. F. Beelaerts van Blokland (chu, vicepresident Raad van State), R.H. baron de Vos van Steenwijk (lib., Commissaris der Koningin in Drenthe), L.H.N. Bosch ridder van Rosenthal (chu, burgemeester van 's-Gravenhage) en W.L. baron de Vos van Steenwijk (chu, voorzitter Eerste Kamer)
als bewindspersoon (wetgeving) (10/19)
-
-Bracht in 1923 de wet tot vereniging van de gemeenten Ambt- en Stad-Ommen tot stand
-
-Bracht in 1923 een wet tot stand waarbij het grondgebied van de gemeente 's-Gravenhage werd uitgebreid met dat van de op te heffen gemeente Loosduinen
-
-Bracht in 1924 de Ruilverkavelingswet tot stand. Verspreid liggende landerijen of met voor de landbouw ongunstige ontsluiting of waterafvoer kunnen een betere economische indeling krijgen door ruiling van gronden. Ruilverkaveling werd mogelijk bij meerderheid van stemmen van de eigenaren; thuisblijvers worden onder de voorstemmers gerekend.
-
-Bracht in 1924 een wet tot stand waarbij een nieuwe gemeente Maarheeze ontstond door vereniging van de gemeenten Maarheeze en Soerendonk, Sterksel en Gassel
-
-Bracht in 1925 een wet tot stand waarbij de gemeenten Deurne en Liessel, en Vlierden werd verenigd tot Deurne
-
-Bracht in 1929 de Landbouwuitvoerwet tot stand. Deze stelde de uitvoer van boter, kaas en bacon en andere landbouwproducten onder toezicht van controle-instellingen die de kwaliteit moesten bewaken.
-
-Bracht in 1931 een wet tot stand waarbij de gemeenten Driebergen en Rijssenburg werden verenigd tot Driebergen-Rijssenburg
-
-Bracht in 1931 een herziening van de Gemeentewet tot stand, waardoor onder meer gemeenschappelijke regelingen van meerdere gemeenten mogelijk werden, de ambten van burgemeester en gemeentesecretaris werden opengesteld voor vrouwen, geestelijken raadslid mochten worden en raadsleden bij ordeverstoring verwijderd konden worden. Gemeenten van minder dan 5000 inwoners konden de gemeentepolitie vervangen door rijkspolitie. Het wetsvoorstel was in 1928 ingediend door minister Kan.
-
-Bracht in 1932 een wet tot stand waarbij het grondgebied van de op te heffen gemeente Cromvoirt werd verdeeld over dat van de gemeenten 's-Hertogenbosch en Vught
-
-Bracht in 1933 een wet tot wijziging van de Drankwet tot stand, waardoor beperkingen konden worden gesteld aan het geven van gelegenheid tot dansen
U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.
algemeen (5/12)-
-Raakte in maart 1929 zo gebroullieerd met Nolens dat er een jaar nauwelijks contact tussen hen was en Ruijs in 1929 als formateur geen overleg voerde met de RK-fractie. Pas in september 1930 kwam er op initiatief van jhr. O.F.A.M. van Nispen tot Sevenaer een verzoeningsgesprek. Aanleiding van het conflict was een (ten onrechte) veronderstelde uitlating van Nolens over hem.
-
-Tijdens zijn derde kabinet brak (in 1929) de economische wereldcrisis uit
-
-Kritiek op zijn landbouwbeleid leidde er mede toe dat in 1932 landbouw overging naar Economische Zaken, terwijl volksgezondheid onder Binnenlandse Zaken kwam
-
-Werd op 30 mei 1933 als eerste kandidaat op de voordracht voor het Tweede Kamervoorzitterschap geplaatst. Hij kreeg 57 van de 74 stemmen.
-
-Speelde een belangrijke rol bij de oprichting in 1935 van de Sint Adelbertvereniging, de standsorganisatie van leidinggevende katholieken die de godsdienstig-zedelijke, culturele en maatschappelijke belangen van de leden moest behartigen en het onderling contact moest bevorderen.
uit de privésfeer (5/7)
-
-Richtte in 1909 het Spoorwegcomité Wylre-Gulpen-Vaals op, dat vergeefs aandrong op aanleg van deze zijtak van de lijn Maastricht-Vaals
-
-Was van februari tot juni 1911 uitgeschakeld wegens overspannenheid
-
-Was in november en december 1928 uitgeschakeld door een nierziekte
-
-Onderhield ook vriendschappelijke betrekkingen met niet-geloofsgenoten en zelfs met politieke opponenten, zoals Henk Sneevliet
-
-Zijn begrafenis werd bijgewoond door vele hoogwaardigheidsbekleders, onder wie de bisschop van Roermond en een vertegenwoordiger van de koningin. De Nederlandse spoorwegen zette een extra trein in om belangstellenden naar en van Zutphen te vervoeren.
verkiezingen
-
-Versloeg in 1905 in het district Gulpen J.H. Pinckers (r.k.)
-
-Versloeg in 1909 P.M.F.H. Brouwers (r.k.), maar werd niet toegelaten wegens beweerde onregelmatigheden, zoals het gebruik van verouderde stembiljetten. Versloeg bij nieuwe verkiezingen L.M. Hermans (sdap)
-
-Versloeg in 1913 N.J. Schrijen (r.k.)
-
-Werd in 1917 bij enkelvoudige kandidaatstelling gekozen
niet-aanvaarde politieke functies
-
-lid Tweede Kamer, augustus 1929 (i.v.m. benoeming tot minister)
-
-minister van Buitenlandse Zaken, mei 1933 (geweigerd)
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
literatuur/documentatie-
-H.J.H. Schurgers "Charles Ruys, mens, christen, staatsman" (Valkenburg, 1973)
-
-G. Puchinger, "Nederlandse minister-presidenten van de twintigste eeuw" (1984)
-
-G. Puchinger, "Ruijs van Beerenbroek, jhr. Charles Joseph Marie (1873-1936)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel II, 515
-
-G.A.M. Beekelaar, "Gustave Ruijs de Beerenbrouck (1842-1926), commissaris der Koningin 1893-1918 en Charles Ruijs de Beerenbrouck (1873-1936), commissaris der koningin, mei-augustus 1918", in: J.H.M. Wieland e.a. (red.), "De Gouverneurs in de beide Limburgen 1815-1989" (Maastricht, 1989) 265-298
-
-J. van Meeuwen, "Ruijs van Beerenbroek, Charles Joseph Marie", in: Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland, deel II, 132
-
-M.J.L.A. Stassen, "Charles Ruys de Beerenbrouck, edelman-staatsman 1873-1936. Een leven lang een vaste waarde" (Maastricht, 2005)
-
-F. Verhagen, "Toen de katholieken Nederland veroverden. Charles Ruijs de Beerenbrouck 1873-1936" (2015)
-
-Onze Afgevaarigden, 1905, 1909, 1913
Biografisch Woordenboek(en)
-
-biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
-
-biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.