Ir. D.S. (Dany) Tuijnman
VVD-Tweede Kamerlid en minister. Opgewekte ontspannen landbouwkundige van Zeeuwse huize. Maakte carrière in de liberale boerenbonden en was vele jaren een bescheiden agrarisch woordvoerder voor de VVD in de Tweede Kamer. Was rustpunt in de Kamerfractie en onder Wiegel i vicevoorzitter. Eindigde zijn politieke loopbaan als minister van Verkeer en Waterstaat in het eerste kabinet-Van Agt i, waarin hij te maken kreeg met de aanleg van de Almere-spoorlijn en van de Willemsspoortunnel in Rotterdam. Voerde de nationale strippenkaart in.
VVD
functie(s) in de periode 1963-1981: lid Tweede Kamer, minister
Inhoudsopgave van deze pagina:
Daniël Sebastiaan (Dany)
geboorteplaats en -datum
Middelburg, 16 april 1915
overlijdensplaats en -datum
Driebergen (gem. Driebergen-Rijsenburg), 25 april 1992partij(en)
VVD (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie)
-
-medewerker Bedrijfschap voor Zuivel, van 1942 tot 1945
-
-algemeen secretaris HML (Hollandsche Maatschappij van Landbouw), van 1946 tot 1973
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 5 juni 1963 tot 19 december 1977
-
-minister van Verkeer en Waterstaat, van 19 december 1977 tot 11 september 1981
-
-minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, van 1 september 1981 tot 11 september 1981 (na het aftreden van Beelaerts van Blokland)
-
-vicefractievoorzitter VVD Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 20 juli 1971 tot 30 november 1972
-
-vicefractievoorzitter VVD Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 28 mei 1973 tot 19 december 1977
-
-voorzitter COZ (Centraal Orgaan Zuivelcontrole)
-
-lid bestuur accountants en belastingadviesbureau van de Hollandsche Maatschappij voor Landbouw
-
-lid hoofdbestuur Nederlandse Vereniging "Vogelbescherming"
-
-lid bestuur Landbouwschap, van 1958 tot 1963
-
-voorzitter Centraal Diergeneeskundig Instituut te Lelystad, van 1970 tot 1977
-
-redacteur "Landbode", omstreeks 1970
-
-lid Raad van Commissarissen Noord-Nederlandse Drukkerij, omstreeks 1970
-
-lid Commissie van Beheer Middelbare en Hogere Landbouwschool te Dordrecht, omstreeks 1970
-
-plaatsvervangend lid hoofdbestuur KNLC (Koninklijk Nederlands Landbouw Comité), omstreeks 1970
-
-voorzitter bestuur Volkshogeschool Méridon te Chevreuse (Frankrijk), omstreeks 1970
-
-lid Koninkrijkscommissie inzake de staatkundige verhoudingen tussen Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen, vanaf 12 januari 1972
-
-voorzitter Hollandsche Maatschappij van Landbouw, van 1973 tot 1977
-
-voorzitter Beroepsorganisatie voor Landbouwkundige Ingenieurs
-
-lid Botercontrolestation in Zuid-Holland
-
-lid Kaascontrolestation in Zuid-Holland/Brabant
-
-voorzitter controlestation voor volvette boerenkaas in Zuid-Holland/Brabant
-
-voorzitter Controlestation voor Melkprodukten
-
-voorzitter Werkgroep Landinrichtingwet
-
-voorzitter Stichting Diergeneeskundig Onderzoek
-
-voorzitter Stichting Huishoudelijke en Consumentenvoorlichting, vanaf 1982 (nog in 1985)
-
-voorzitter Stichting in Bos en Landschap, vanaf 1982
-
-voorzitter Algemeen Tuchtgerecht Centraal Orgaan Zuivelcontrole, vanaf 1982
-
-voorzitter Begeleidingscommissie Toekomst-Ontwikkelings-Onderzoek Bandenbranche, omstreeks januari 1985
-
-lid bestuur Stichting Centrum voor Secretariaten te Noordwijk, omstreeks januari 1986 tot 1992
afgeleide functies, presidia etc.
-
-ondervoorzitter vaste commissie voor Landbouw en Visserij (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 3 oktober 1966 tot 19 juni 1973
-
-ondervoorzitter bijzondere commissie voor het voorstel van wet van Van den Bergh c.s. tot wijziging van de Onteigeningswet (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 16 oktober 1969 tot 19 december 1977
-
-voorzitter bijzondere commissie voor het wetsontwerp Wijziging van de Erfgooierswet 1912 (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 18 februari 1970 tot oktober 1970 (het wetsvoorstel beoogde ontbinding van de Vereniging Stad en Lande van Gooiland mogelijk te maken)
-
-lid Gemengde Commissie voor de Stenografische Dienst (namens de Tweede Kamer), van 12 mei 1971 tot 19 december 1977
-
-voorzitter vaste commissie voor Milieuhygiëne (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 29 september 1971 tot 19 juni 1973
-
-voorzitter bijzondere commissie voor de brief inzake uitvoering van de Vleeskeuringswet (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 10 april 1973 tot september 1977
-
-voorzitter vaste commissie voor Landbouw en Visserij (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 19 juni 1973 tot 19 december 1977
-
-ondervoorzitter bijzondere commissie voor het wetsvoorstel Reconstructie Midden-Delfland (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 26 juni 1973 tot oktober 1976
-
-voorzitter bijzondere commissie voor het wetsvoorstel Kanalisatie diergeneesmiddelen (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 22 juni 1976 tot 19 december 1977
-
-voorzitter bijzondere commissie voor het voorstel van wet van de leden Coppes en Van Winkel inzake dierenbeschermingsbepalingen (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 23 juni 1977 tot 19 december 1977
-
-voorzitter subcommissie planologie (Landbouwschap)
-
-lid commissie grondgebruik (Landbouwschap)
comités van aanbeveling, erefuncties etc.
lid van verdienste Hollandsche Maatschappij van Landbouwvoortgezet onderwijs
-
-Hogere Burgerschool
academische studie
-
-Nederlandse landbouw, Rijks Landbouw-Hoogeschool te Wageningen, tot 3 juli 1942
-
-Was landbouw-woordvoerder van de VVD-Tweede Kamerfractie. Hield zich verder onder meer bezig met milieuhygiëne, visserij en Koninkrijksaangelegenheden.
-
-Interpelleerde op 4 september 1974 als vicefractievoorzitter (bij afwezigheid van Wiegel) minister-president Den Uyl over uitspraken van minister Vredeling in het weekblad Vrij Nederland
opvallend stemgedrag (2/6)
-
-Behoorde in 1976 tot de helft van zijn fractie die tegen het wetsvoorstel Instelling van een Onderwijsplanbureau stemde
-
-Behoorde in 1977 tot de negen leden van zijn fractie die tegen het wetsvoorstel over invoering van de zomertijd stemden
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
als bewindspersoon (beleidsmatig)
-
-Verdedigde in 1978 met de ministers Van Aardenne en Ginjaar het besluit over de aanlanding van LNG in Nederland
-
-Bracht in 1979 samen met minister Ginjaar de Fosfatennota uit over het terugdringen van de fosfaatbelasting van het Nederlandse oppervlaktewater (15.640)
-
-Bracht in 1979 het Meerjarenplan Personenvervoer 1980-1984 uit, alsvervolg op het MPP 1976-1980. Dit sluit aan bij het Structuurschema Verkeer en Vervoer en het Rijkswegenplan 1980. Hoofdlijnen blijven beperking van de groei van de automobiliteit op bepaalde plaatsen en tijden. Er komen initiatieven om carpooling te bevorderen en er komen meer fietspaden. (15.885)
-
-Bracht in 1979 diverse beleidsbrieven uit over het tracé van de Almerespoorlijn. Het oorspronkelijke in 1978 voorgestelde tracé op het vaste land nabij het Naardermeer stuitte op veel bezwaren en er ontstond een bestuurlijke impasse door tegengestelde meningen bij gemeenten, Natuurmonumenten en landbouworganisaties. Stelde in 1980 een nader tracé vast voor de Gooiboog. (14.378)
-
-Bracht in 1980 de Nota 'Zoute Veren' uit over de veerbootdiensten in onder meer Zeeland en het Waddengebied. Veer- en bootdiensten moeten worden beschouwd als schakels in verkeersverbindingen voor het regionale en lokale verkeer en zijn geen openbaar vervoer. De primaire (financiële) verantwoordelijkheid ligt daarom bij de lagere overheden. (16.318)
-
-Bracht in 1980 samen met minister Beelaerts van Blokland de Nota 'De ontwikkeling van het Markerwaardgebied' uit, vooruitlopend op een regeringsbeslissing over een pkb inzake dat gebied. Het kabinet komt na afweging van voor- en nadelen tot een keuze voor inpoldering van tweederde van het gebied, waardoor er zowel ruimte komt voor woningbouw, landbouw, industrie en recreatie als voor beroepsvisserij, watersport en natuur. De inpoldering zou in 1982 kunnen beginnen en zou dan ca. vijftien jaar duren. (16.320)
-
-Tijdens zijn ministerschap werd (in mei 1980) de landelijke strippenkaart voor het openbaar vervoer ingevoerd
-
-Tijdens zijn ministerschap werd in 1980 het Structuurschema Verkeer en Vervoer (samen met het MPP 1980-1984) vastgesteld. In (14.390 & 15.885)
-
-Tijdens zijn ministerschap werd een besluit genomen over aanleg van een snelweg (A27) deels door landgoed Amelisweerd, over het tracé van de Almere-spoorlijn, over de bouw van de Willemsspoortunnel in Rotterdam
-
-Bracht in 1981 samen met de ministers Van Aardenne en Beelaerts van Blokland het Structuurschema zeehavens uit. Hierin wordt zowel de mogelijkheid van havenaanleg tussen Hoek van Holland en Maassluis als aanleg van de Maasvlakte open gehouden. De plannen voor zeehavenontwikkeling in de Hoekse Waard vervallen. (16.789)
als bewindspersoon (wetgeving)
-
-Bracht in 1978 samen met minister Ginjaar en staatssecretaris Van der Mei wetsvoorstellen tot stand inzake Goedkeuring van Verdragen over bescherming van de Rijn tegen chemische verontreiniging en tegen verontreiniging door zoutlozingen (met name uit de Franse kalimijnen) en over toezicht door de Internationale Rijncommissie. De wetsvoorstellen waren in 1977 ingediend door staatssecretaris Brinkhorst en de ministers Westerterp en Vorrink. (14.663)
-
-Bracht in 1978 een nieuwe Bevoegdhedenwet Waterschappen (Stb. 285) tot stand. Hierdoor wordt de heffing van waterschapsbelastingen onder de werking van de algemene belastingwetten gebracht. Er komt een mogelijkheid voor het maken van bezwaar tegen een heffing bij de belastingrechter. De verhaalsrechten voor waterschappen worden vereenvoudigd. Het wetsvoorstel was in 1976 ingediend door minister Westerterp. (13.960)
-
-Bracht in 1979 de Zeeaanvaringswet 1977 (Stb. 196) tot stand, die regels bevat over het voorkomen van aanvaringen op zee en die uitvoering geeft aan het Londense verdrag uit 1972 over aanvaringen op zee. Het wetsvoorstel was in 1977 ingediend door minister Westerterp. (14.628)
-
-Bracht in 1981 de Wet op de Raad voor de Verkeersveiligheid (Stb. 209) tot stand. Hierdoor kreeg de in september 1977 ingestelde raad een wettelijke basis. Voorzitter werd mr. Pieter van Vollenhoven.
-
-Bracht in 1981 samen met minister Ginjaar de Grondwaterwet (Stb. 392) tot stand waarin regels staan over het onttrekken van grondwater en het kunstmatig infiltreren van water in de bodem. Het grondwaterbeheer wordt opgedragen aan de provinciale besturen. De provincies stellen (tienjaarlijks) een beheersplan op voor hun provincie. Provincies kunnen een heffing instellen voor het onttrekken van grondwater. Het onttrekken of infiltreren van water is alleen toegestaan met een door Gedeputeerde Staten verleende vergunning. Het wetsvoorstel was in 1975 ingediend door de ministers Westerterp en Vorrink. (13.705)
-
-Bracht enkele wetten tot stand tot wijziging van de Grondwet (in eerste lezing) met betrekking tot bepalingen over de waterstaat
-
-Zijn moeder overleed in 1919 op 29-jarige leeftijd
-
-Zijn dochter Liesbeth was burgemeester van Norg, Papendrecht en Overbetuwe
anekdotes en citaten
-
-Van zijn jeugdige hoge stem maakte hij wel eens gebruik om thuis een ongewenst telefoongesprek af te kappen door te zeggen: o, u moet mijn vader hebben, maar die is er helaas niet. Ik zal zeggen dat u gebeld heeft.
-
-F. van der Molen, "Wie is Wie in de Tweede Kamer?" (1970)
-
-Steven Sterk en Frenk van der Linden, "Een minister en zijn compromissen. 'De mensen denken pas aan Tuijnman als de radio het over files heeft", De Tijd, 8 februari 1980
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Uitgebreide biografieën van de huidige leden van de Eerste en Tweede Kamer zijn beschikbaar via parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.