Afdeling 3 - Financiële bepalingen

Inhoudsopgave van deze pagina:

III-210: Financiële bepalingen

  • 1. 
    De administratieve uitgaven die voor de instellingen voortvloeien uit de bepalingen van dit hoofdstuk komen ten laste van de begroting van de Unie.
  • 2. 
    De beleidsuitgaven die voortvloeien uit de uitvoering van die bepalingen komen eveneens ten laste van de begroting van de Unie, behalve wanneer het beleidsuitgaven betreft die voortvloeien uit operaties die gevolgen hebben op militair of defensiegebied en gevallen waarin de Raad met eenparigheid van stemmen anders besluit.

    In de gevallen waarin de uitgaven niet ten laste komen van de begroting van de Unie, komen zij ten laste van de lidstaten volgens de bruto nationaal product-verdeelsleutel, tenzij de Raad met eenparigheid van stemmen anders besluit. Lidstaten wier vertegenwoordiger in de Raad een formele verklaring krachtens [artikel 9, lid 1, tweede alinea,] heeft afgelegd, zijn niet verplicht bij te dragen in de financiering van uitgaven die voortvloeien uit operaties die gevolgen hebben op militair of defensiegebied.

  • 3. 
    Bij een besluit van de Raad worden de specifieke procedures vastgesteld om de snelle toegankelijkheid te waarborgen van de in de begroting van de Unie opgevoerde kredieten voor de dringende financiering van initiatieven in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, met name de voorbereidingen van de in [artikel 32, lid 1, van deel I] van de Grondwet bedoelde missies.

    De activiteiten ter voorbereiding van de in artikel 32, lid 1, van deel I van de Grondwet bedoelde missies die niet ten laste komen van de begroting van de Unie, worden gefinancierd door een startfonds, dat wordt gevormd door bijdragen van de lidstaten.

    De Raad neemt met gekwalificeerde meerderheid op voorstel van de minister van Buitenlandse Zaken de volgende voorschriften aan:

    • a) 
      de voorschriften voor de instelling en financiering van het fonds, met name de aan het fonds toegekende financiële middelen en de wijze van afroepen van de bijdragen;
    • b) 
      de voorschriften voor het beheer van het fonds;
    • c) 
      de voorschriften voor de financiële controle.

    Wanneer de Raad een missie overweegt als bedoeld in [artikel 32 van deel I] van de Grondwet, die niet ten laste kan komen van de begroting van de Unie, machtigt hij de minister van Buitenlandse Zaken om dit fonds te gebruiken. De minister van Buitenlandse Zaken brengt aan de Raad verslag uit over de uitvoering van dit mandaat.


Toelichting

Gezien de uiteenlopende, vaak conflicterende, benaderingen wordt voorgesteld de inhoud van [artikel III-210 (voorheen artikel 22)] niet te wijzigen. Een technische wijziging van lid 3, eerste alinea, is evenwel noodzakelijk gebleken.