Hoofdstuk VII - Betrekkingen met internationale organisaties en derde landen en delegaties van de Unie

Inhoudsopgave van deze pagina:

III-224: Algemene bepalingen

  • 1. 
    De Unie brengt elke dienstige samenwerking tot stand met de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.
  • 2. 
    Zij onderhoudt bovendien de wenselijk geachte betrekkingen met andere internationale organisaties.
  • 3. 
    De minister van Buitenlandse Zaken van de Unie en de Commissie zijn belast met de uitvoering van het voorgaande lid.

III-225: Delegaties


Toelichting

Een aantal Conventieleden heeft voorgesteld nader uiteen te zetten hoe de vertegenwoordiging van de Unie in internationale organisaties moet zijn en hoe de betrekkingen met de derde landen moeten worden georganiseerd. Het Praesidium vond het opnemen van meer gedetailleerde bepalingen - die in veel gevallen betrekking hadden op de administratieve organisatie - echter niet nodig. De inhoud van de op dit gebied voorgestelde teksten blijft derhalve ongewijzigd.