Preambule

Onze Grondwet wordt democratisch genoemd omdat de macht niet in handen is van een minderheid, maar van de grootst mogelijke meerderheid.

   Thucydides II, 37

In het besef dat Europa als werelddeel een bakermat van de beschaving is; dat zijn inwoners, die zich hier sinds de dageraad van de mensheid golfsgewijs gevestigd hebben, geleidelijk de waarden hebben ontwikkeld die ten grondslag liggen aan het humanisme: gelijkheid van alle mensen, vrijheid en eerbied voor de rede,

Geïnspireerd door de culturele, religieuze en humanistische tradities van Europa die nog steeds deel uitmaken van zijn erfgoed, en in de samenleving een beeld hebben verankerd van de centrale rol van de menselijke persoon en zijn onschendbare en onvervreemdbare rechten, alsmede van de eerbiediging van het recht,

In de overtuiging dat het voortaan verenigde Europa de ingeslagen weg van beschaving, vooruitgang en welvaart wil vervolgen, voor het goed van al zijn bewoners, met inbegrip van de meest kwetsbaren en de meest behoeftigen; dat Europa een werelddeel wil blijven dat openstaat voor cultuur, kennis en maatschappelijke vooruitgang; en dat Europa het democratische en transparante karakter van zijn openbare leven wil verdiepen en zich wil beijveren voor vrede, rechtvaardigheid en solidariteit in de wereld,

In het vertrouwen dat de volkeren van Europa, onverminderd trots op hun identiteit en hun nationale geschiedenis, vastbesloten zijn hun oude tegenstellingen te overwinnen, en, steeds hechter verenigd, vorm te geven aan hun gemeenschappelijke lotsbestemming,

Vast overtuigd dat Europa, "verenigd in zijn verscheidenheid", hun de beste kansen biedt om, onder eerbiediging van eenieders rechten en in het besef van de verantwoordelijkheden ten opzichte van de toekomstige generaties en de aarde, voort te gaan met het grote avontuur dat van Europa een bevoorrechte ruiocmte van de menselijke hoop maakt,

Erkentelijk jegens de leden van de Europese Conventie omdat zij namens de burgers en de staten van Europa deze Grondwet hebben opgesteld,

[die, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten, als volgt zijn overeengekomen:]