Europese bank mag geen eigen fraudecomité instellen
De Europese centrale bank en de Europese investeringsbank mogen niet afwijken van de Europese afspraken over het werk van het antifraudebureau OLAF van de Europese Commissie. Dat heeft het Europese Hof van Justitie bepaald. In mei 1999 bereikten het Europees Parlement, de Europese Raad en de Europese Commissie een interinstitutioneel akkoord over de procedures voor interne onderzoeken van het antifraudebureau OLAF. In dat akkoord staat dat alle Europese instellingen en organen interne regels moeten opstellen die overeenkomen met het bereikte akkoord. Alleen in heel speciale gevallen zou daarvan afgeweken mogen worden. De Europese centrale bank ECB en de Europese investeringsbank EIB stelden echter toch afwijkende regels op. De Europese Commissie, ondersteund door het parlement, de raad en Nederland, stapte daarop naar de rechter. Volgens het Europese Hof van Justitie zijn de ECB en de EIB buiten hun boekje gegaan. Het hof verwierp de verweren van de banken, dat zij een speciale onafhankelijke positie genieten waardoor ze niet gebonden zouden zijn aan het interinstitutionele akkoord.