Commissie onderzoekt maatregelen voor professionele sportclubs in Italië ("Salva calcio")
De Europese Commissie heeft besloten Italië om inlichtingen te vragen over twee aspecten van een recente nationale wet inzake financiële verslaglegging door professionele sportclubs inclusief voetbalclubs uit de Serie A - in Italië. De Commissie is ten eerste bezorgd dat de wetgeving in strijd is met de wetgeving van de Europese Unie inzake boekhouding. Ten tweede is wellicht sprake van staatssteun. Beide onderzoeken vormen een eerste stap in de desbetreffende formele procedures en laten een definitieve beslissing over de vraag of de betrokken maatregelen inderdaad in strijd zijn met de EU-wetgeving onverlet. Indien bepaalde sportclubs financiële voordelen verkrijgen ten opzichte van andere clubs in Europa, vervalst dit de concurrentie die wordt beschermd door de EU-wetgeving inzake de interne markt en de mededinging - en dus ook de competitie. De Italiaanse autoriteiten hebben twee maanden om op het verzoek van de Commissie te reageren: wanneer binnen die termijn geen bevredigend antwoord wordt ontvangen, kan de Commissie haar inbreukprocedure voortzetten en de zaak uiteindelijk aan het Europese Hof van Justitie voorleggen.
Italië heeft eind vorig jaar maatregelen inzake belasting- en verslagleggingsregels voor professionele sportclubs goedgekeurd (wetsdecreet 282 van 24 december 2002, omgezet in wet nr. 27 van 21 februari 2003). Het gevolg van deze wet is dat sommige clubs, met name grote voetbalclubs waarvoor de spelerssalarissen de grootste uitgavenpost vormen, rekeningen kunnen indienen die de werkelijke kosten in een bepaald jaar onderschatten, werkelijke verliezen verbergen en een misleidend beeld geven aan investeerders, wier geld in gevaar komt. Een ander neveneffect hoewel dit aspect niet direct onder het EU-recht valt - is dat de betrokken clubs tenminste op korte termijn te hoge prijzen en salarissen voor spelers kunnen betalen, ook wanneer hun werkelijke financiële positie dit niet toelaat, en zo ook op het veld voordeel behalen.
Technisch gesproken staat de maatregel sportclubs toe de kapitaalverliezen als gevolg van de verminderde waarde van de rechten op de exploitatie van de prestaties van profspelers, zoals bepaald op basis van een taxatie door een beëdigde expert, in een speciale activapost van de balans te plaatsen. Deze post wordt over een bepaald aantal jaren afgeschreven. De wet bepaalt dat ondernemingen die kiezen voor de speciale regels die bij deze wet worden ingevoerd, deze balanspost voor verslagleggings- en belastingdoeleinden in tien gelijke jaarlijkse bedragen moeten afschrijven, zelfs wanneer de rechten die bij overeenkomst met de betrokken spelers zijn vastgesteld, bijvoorbeeld slechts twee of drie jaar duren.
De Europese Commissie is bezorgd dat de maatregel in strijd is met de EU-regels inzake jaarrekeningen en staatssteun.
Overeenkomstig de Vierde (78/660/EEG) en de Zevende (83/349/EEG) Richtlijn van de Raad (jaarrekeningenrichtlijnen) betreffende de jaarrekening respectievelijk de geconsolideerde jaarrekening moeten contracten van sporters, wanneer zij als immateriële activa worden behandeld, worden afgeschreven over hun gebruiksduur, die normaliter de looptijd van die contracten is. Het contract mag niet over een langere periode worden afgeschreven dan de looptijd van het contract zelf. Voorts bepalen de jaarrekeningenrichtlijnen dat de waarde die aan vaste activa wordt toegekend, naar beneden moet worden bijgesteld tot de werkelijke waarde op de balansdatum indien wordt verwacht dat de waardevermindering permanent is. In deze richtlijnen is ook het fundamentele beginsel verankerd dat de jaarrekeningen een getrouw beeld moeten geven van het vermogen, de financiële positie en de resultaten van de onderneming.
De Commissie heeft derhalve redenen om aan te nemen dat de Italiaanse wet in strijd is met de jaarrekeningenrichtlijnen door toe te staan dat contracten van sporters, die als immateriële activa worden behandeld, over een langere periode dan hun gebruiksduur worden afgeschreven. Voorts lijkt het erop dat de Italiaanse wet sportclubs toestaat geen waardecorrecties aan te brengen met betrekking tot hun contractuele rechten op profsporters, zelfs wanneer die sporters bijvoorbeeld door blessures niet meer presteren op het niveau dat van hen wordt verwacht. Jaarrekeningen die op een dergelijke wijze worden ingediend kunnen geen getrouw beeld geven en wijken af van het voorzichtigheidsbeginsel van de Vierde richtlijn.
Wat betreft de mogelijke inbreuk op artikel 87 van het EG-Verdrag betreffende staatssteun, kan het toegekende voordeel worden aangemerkt als speciale regeling voor waardevermindering zoals gedefinieerd in de bekendmaking van de Commissie inzake directe belastingen op ondernemingen. De regeling kan ertoe leiden dat de Italiaanse staat voor bepaalde sportclubs afziet van belastingontvangsten die wel worden geïnd bij andere ondernemingen met gelijkwaardige financiële posities. Hierdoor wordt de concurrentie vervalst en de handel tussen de lidstaten ongunstig beïnvloed. Sommige van de door sportclubs uitgeoefende activiteiten kunnen duidelijk op internationale markten plaatsvinden, bijvoorbeeld het aantrekken van spelers en de verkoop van de uitzendrechten voor Europese competities zoals de Champions League.
Indien deze maatregel inderdaad staatssteun vormt in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag, is het twijfelachtig of die steun verenigbaar is met het Verdrag.
De laatste informatie over inbreukprocedures tegen alle lidstaten is te vinden op de volgende site:
<A onclick="popup(this.onclick="popup(this.href+'&noframes=1',0,0);return false" href+'&noframes=1',0,0);return false" HREF="http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.htm">http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.htm