Belasting van pensioenbijdragen: Commissie verzoekt België, Portugal, Spanje en Frankrijk om discriminatie van buitenlandse fondsen te beëindigen

woensdag 17 december 2003

De Europese Commissie heeft België, Portugal, Spanje en Frankrijk formeel verzocht hun belastingwetgeving aan te passen. In deze landen zijn bijdragen aan buitenlandse pensioenfondsen fiscaal niet aftrekbaar, terwijl dit wel het geval is bij de inleg in binnenlandse pensioenfondsen. De Commissie is van mening dat een voorkeursbehandeling van binnenlandse pensioenfondsen niet verenigbaar is met het EG-Verdrag, dat het vrij verrichten van diensten en het vrije verkeer van werknemers en kapitaal garandeert. Dit sluit aan op de actie van de Commissie van februari 2003 (zie IP/03/179), overeenkomstig haar Mededeling van april 2001 over de opheffing van fiscale barrières voor grensoverschrijdende arbeidspensioenregelingen (zie IP/01/575 en MEMO/01/142).

"De Commissie is vastbesloten de fiscale discriminatie van arbeidspensioenfondsen in andere lidstaten aan te pakken," zei Frits Bolkestein, Commissaris Belastingen en interne markt. "Tenzij de lidstaten een einde maken aan hun fiscale discriminatie, zullen toekomstige gepensioneerden de potentiële voordelen van een gemeenschappelijke pan-Europese markt voor pensioenen niet ten volle kunnen benutten."

De Commissie heeft België, Portugal, Spanje en Frankrijk formeel verzocht hun belastingwetgeving aan te passen en bijdragen aan pensioenfondsen in andere lidstaten dezelfde fiscale behandeling te geven als bijdragen aan binnenlandse pensioenfondsen. Dit gebeurde in een met redenen omkleed advies, de tweede stap in de inbreukprocedure volgens artikel 226 van het EG-Verdrag. Deze landen hebben in februari 2003 al een eerste verzoek om informatie ontvangen, in de vorm van een schriftelijke aanmaning (zie IP/03/179). Als deze lidstaten de Commissie binnen twee maanden geen overtuigend antwoord geven, kan deze de zaak bij het Hof van Justitie aanhangig maken. Eerdere uitspraken van het Europese Hof van Justitie geven aan dat de speelruimte van de lidstaten om afwijkende fiscale regels toe te passen voor in andere lidstaten gevestigde pensioenfondsen zeer beperkt is (zaken Wielockx (C-80/94), Jessica Safir (C-196/98), Danner (C-136/00) en Skandia (C-422/01)).

Spanje

In haar antwoord op de schriftelijke aanmaning heeft de Spaanse regering toegegeven dat de huidige Spaanse bepalingen niet verenigbaar zijn met de EU-wetgeving. Spanje heeft aangekondigd dat het van plan is de nodige wijzigingen in de wetgeving aan te brengen voor 23 september 2005 (de uiterste datum voor toepassing van de pensioenfondsenrichtlijn 2003/11). De Commissie is echter van mening dat deze planning niet voldoende is.

Frankrijk

Ook Frankrijk heeft in zijn antwoord op de schriftelijke aanmaning toegegeven dat de analyse van de Commissie juist is en dat de Franse fiscale wetgeving niet verenigbaar is met de vier vrijheden van het EG-Verdrag. Frankrijk heeft aangekondigd dat het zijn wetgeving zal wijzigen. Er werden echter geen details, noch een planning verstrekt, en een aantal voorgestelde wijzigingen bevat nog steeds bepaalde voorwaarden die volgens de Commissie een belemmering van de vrijheden van het Verdrag vormen.

België

De Belgische regering heeft nog niet definitief geantwoord wat zij van plan is te doen aan de kwesties die de Commissie aan de orde gesteld heeft. De Commissie vindt het niet acceptabel dat:

  • de fiscale aftrekbaarheid van de pensioenbijdragen beperkt is tot bijdragen aan Belgische pensioenfondsen

  • de overdracht van opgebouwde pensioengelden naar een buitenlands pensioenfonds speciaal belast wordt in België

  • pensioenen die worden uitbetaald aan personen die naar andere EU-lidstaten verhuizen nog steeds in België belast worden, ook al heeft België in zijn bilaterale belastingconventies afstand gedaan van zijn fiscale rechten over dergelijke pensioenen

  • België eist dat buitenlandse pensioenfondsen een fiscaal vertegenwoordiger in België aanstellen voordat zij hun diensten op het Belgische grondgebied aanbieden.

Portugal

Portugal heeft betoogd dat zijn belastingwetgeving coherent is in die zin dat er een samenhang bestaat tussen fiscale aftrekbaarheid van pensioenbijdragen en de belasting op pensioenen in het geval van Portugese pensioenfondsen, evenals tussen fiscaal niet-aftrekbare bijdragen aan buitenlandse pensioenfondsen en niet-belaste pensioenen die door een buitenlands pensioenfonds betaald worden (zoals de samenhang die door het Hof geaccepteerd is in het Bachmann-arrest (C-204/90 van 28 januari 1992)). De Commissie is echter van mening dat een dergelijke samenhang in de Portugese wetgeving niet voorkomt.

Beleid van de Commissie inzake de belasting van pensioenen

In haar mededeling van 19 april 2001 heeft de Europese Commissie de opheffing van de fiscale barrières voor grensoverschrijdende arbeidspensioenregelingen een prioriteit genoemd en een alomvattende juridische analyse van de problematiek gepresenteerd. Zij heeft erop gewezen dat mobiele werknemers in hun recht van vrij verkeer worden beperkt, als zij geen fiscale aftrek mogen toepassen voor hun bijdragen aan hun oorspronkelijke pensioenregeling. De fiscale discriminatie verhindert ook pensioenfondsen gebruik te maken van hun vrijheid van dienstverlening. Tot slot weerhoudt de fiscale discriminatie ondernemingen met vestigingen in verschillende lidstaten ervan hun arbeidspensioenregelingen samen te brengen in één regeling voor al hun werknemers in de hele Unie. Een dergelijke centralisatie, expliciet vermeld in de pensioenfondsrichtlijn 2003/11 (zie IP/03/669), zou ondernemingen aanzienlijke schaalvoordelen opleveren en de beheerskosten fors doen dalen.

De situatie in de andere lidstaten

De Commissie heeft in juli van dit jaar besloten de zaak van Denemarken, dat volgens de Commissie buitenlandse pensioenfondsen ook discrimineert, aanhangig te maken bij het Hof van Justitie. Bijdragen aan een buitenlandse pensioenregeling zijn fiscaal niet aftrekbaar, terwijl bijdragen aan Deense pensioenfondsen dat wel zijn. De Commissie heeft tegelijkertijd stappen ondernomen tegen Ierland en het Verenigd Koninkrijk inzake gelijkaardige belastingwetgeving (zie IP/03/965).

De stand van zaken op het gebied van inbreukprocedures met betrekking tot alle lidstaten kunt u vinden op de volgende website:

http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.htm