Artikel 4:

3
Artikel 4
5
  • 1. 
    Het kapitaal van de Bank bedraagt 163.653.737.000 euro, waarin door de lidstaten voor de volgende bedragen wordt deelgenomen:
     

    Duitsland

    26 649 532 500

    Frankrijk

    26 649 532 500

    Italië

    26 649 532 500

    Verenigd Koninkrijk

    26 649 532 500

    Spanje

    15 989 719 500

    België

    7 387 065 000

    Nederland

    7 387 065 000

    Zweden

    4 900 585 500

    Denemarken

    3 740 283 000

    Oostenrijk

    3 666 973 500

    Polen

    3 411 263 500

    Finland

    2 106 816 000

    Griekenland

    2 003 725 500

    Portugal

    1 291 287 000

    Tsjechische Republiek

    1 258 785 500

    Hongarije

    1 190 868 500

    Ierland

    935 070 000

    Slowakije

    428 490 500

    Slovenië

    397 815 000

    Litouwen

    249 617 500

    Luxemburg

    183 382 000

    Letland

    152 335 000

    Estland

    117 640 000

    Malta

    69 804 000

    De lidstaten zijn ten hoogste aansprakelijk tot het nog niet gestorte bedrag van hun aandeel in het geplaatste kapitaal.

  • 2. 
    De toelating van een nieuw lid brengt verhoging van het geplaatste kapitaal mede, overeenkomende met de inbreng van het nieuwe lid.
  • 3. 
    De Raad van gouverneurs kan met eenparigheid van stemmen tot een verhoging van het geplaatste kapitaal besluiten.
  • 4. 
    Het aandeel der leden in het geplaatste kapitaal kan gecedeerd noch verpand worden en is niet vatbaar voor beslag.