EP-debat over Statuut van de leden

woensdag 28 januari 2004

Verklaring van de Raad - Statuut van de leden

Verklaring zonder debat : 28 januari 2004

 

1. De Raad

Minister Dick ROCHE legt uit dat de Raad tijdens zijn vergadering van 26 januari 2004 heeft gedebatteerd over de tekst van het Statuut van de Leden. Voor alle artikelen van het ontwerpstatuut, uitgezonderd artikel 12, was gekwalificeerde meerderheid vereist. Artikel 12, over de belastingheffing, vereiste unanimiteit. Het voorstel hield in dat een MEP 50% zou verdienen van het salaris van een rechter van het Hof van Justitie. Ten tijde van de stemming in het Parlement kwam dit neer op een maandsalaris van € 8670.

Vier leden van de Raad bleken echter blijvende moeilijkheden met het voorstel te hebben. Het voorzitterschap moest wel concluderen dat er geen gekwalificeerde meerderheid mogelijk was. Het was toen niet meer nodig om te onderzoeken of er unanimiteit bestond ten aanzien van artikel 12. Roche had liever een andere boodschap gebracht, maar dat is niet mogelijk.

2. De Voorzitter

Pat COX (ELD, IRL) betreurt dat deze gelegenheid verloren is gegaan. Hij noemt het resultaat zeer frustrerend. Het EP is in de onderhandelingen te goeder trouw geweest. Het is lastig om tot een akkoord te komen wanneer de doelstellingen verplaatst worden. Eind 2003 heeft een meerderheid van het EP getracht een compromis tot stand te brengen. Cox noemt de mislukking symptomatisch voor het onvermogen om ten aanzien van de kerntaken van Europa overeenstemming te bereiken. Cox verwijt niet het voorzitterschap, maar wel de Raad het mislukken van de onderhandelingen. Cox dankt het Ierse voorzitterschap voor zijn inspanningen.

Enrique BARON CRESPO (PES, E) wil van het Ierse voorzitterschap informatie ontvangen omtrent de redenen van vier lidstaten om tegen het Statuut te zijn. Nu weet het EP niet precies wat de problemen zijn.