Protocol betreffende goederen van oorsprong en van herkomst uit bepaalde landen onderworpen aan een bijzondere regeling bij invoer in een van de Lid-Staten

DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN,

VERLANGENDE nadere aanduidingen te geven voor de toepassing van het Verdrag op bepaalde goederen van oorsprong en van herkomst uit bepaalde landen onderworpen aan een bijzondere regeling bij invoer in een der Lid-Staten,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT omtrent de volgende bepalingen, welke aan het Verdrag zijn gehecht

  • 1. 
    De toepassing van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap vergt geen enkele wijziging in de douaneregeling die bij de inwerkingtreding van het Verdrag van toepassing is op de invoer
    • a) 
      in de Benelux-landen, van goederen van oorsprong en van herkomst uit Suriname en de Nederlandse Antillen,
    • b) 
      in Frankrijk, van goederen van oorsprong en van herkomst uit Marokko, Tunesië, de Republiek Vietnam, Kambodja en Laos. De hierboven vermelde bepalingen zijn eveneens van toepassing op de Franse nederzettingen in het Condominium van de Nieuwe Hebriden,
    • c) 
      in Italië, van goederen van oorsprong en van herkomst uit Lybië en uit het thans onder Italiaans bestuur staand trustgebied van Somaliland.
  • 2. 
    De goederen in een Lid-Staat ingevoerd met toepassing van bovenvermelde regeling kunnen niet worden geacht in die Staat in het vrije verkeer te zijn, in de zin van artikel 10 van het Verdrag, wanneer zij weer worden uitgevoerd naar een andere Lid-Staat.
  • 3. 
    Vóór het einde van het eerste jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag delen de Lid-Staten de bepalingen betreffende de in dit Protocol bedoelde bijzondere regeling alsmede de lijst van de produkten waarvoor zij gelden, aan de Commissie en aan de andere Lid-Staten mede.

    Zij brengen de Commissie en de andere Lid-Staten eveneens op de hoogte van de later in deze lijsten of in deze regeling aangebrachte wijzigingen.

  • 4. 
    De Commissie waakt ervoor dat de toepassing van bovengenoemde bepalingen geen schade kan berokkenen aan de andere Lid-Staten; zij kan daartoe alle passende maatregelen nemen ten aanzien van de betrekkingen tussen Lid-Staten.

Fait à Rome, le vingt-cinq mars mil neuf cent cinquante-sept.

Geschehen zu Rom am fünfundzwanzigsten März neunzehnhundertsiebenundfünfzig.

Fatto a Roma, il venticinque marzo millenovecentocinquantasette.

Gedaan te Rome, de vijfentwintigste maart negentienhonderd zevenenvijftig.

1.

Toelichting Nederlandse regering

[Zie ook de toelichting bij artikel 136 i]

In een viertal Intentieverklaringen, opgenomen in de Slotakte, resp. betrekking hebbend op de landen, behorend tot de zone van de Franse frank, Libië en Somaliland en Suriname en de Nederlandse Antillen, verklaren de Lid-Staten zich bereid na de inwerkingtreding van het Verdrag onderhandelingen te openen over de afsluiting van speciale associatieconventies met die gebieden.

In een afzonderlijk Protocol, dat op deze gebieden betrekking heeft, is voorts overeengekomen, dat de inwerkingtreding van het Verdrag op zich zelf geen enkele wijziging brengt in het speciale douaneregime, dat deze gebieden zouden hebben met bepaalde Lid-Staten. De Benelux zal dus behoudens hetgeen nader zou worden geregeld in de voorziene speciale conventies - het voorkeursregime ten aanzien van een aantal soorten zuidvruchten en enkele andere produkten uit Suriname kunnen voortzetten. Wel brengt dit mede, dat deze produkten dan niet kunnen worden beschouwd als te zijn gebracht in het vrije verkeer binnen de Gemeenschap. De andere Lid-Staten mogen deze produkten dus aan de binnengrens belasten als kwamen zij uit derde landen.