Bijlage III - Gunsten, welke op grond van artikel 48 van het Verdrag kunnen worden toegekend aan gemeenschappelijke ondernemingen
-
1.
-
a)Erkenning van het openbare nutskarakter, overeenkomstig de nationale wetgevingen, van de door Gemeenschappelijke Ondernemingen te verkrijgen, voor hun vestiging noodzakelijke, onroerende goederen.
-
b)Toepassing, overeenkomstig de nationale wetgevingen, van de onteigeningsprocedure ten openbaren nutte ten einde bij gebreke van minnelijke overeenstemming die goederen te verkrijgen.
-
-
2.Begunstiging door licentieverlening bij wege van arbitrage of ambtshalve op grond van de artikelen 17 tot en met 23.
-
3.Ontheffing van alle rechten en belastingen bij de oprichting van Gemeenschappelijke Ondernemingen en van alle rechten ter zake van inbreng.
-
4.Ontheffing van rechten en belastingen op de overdracht geheven bij de verkrijging van onroerende goederen en van rechten van overschrijving en registratie.
-
5.Ontheffing van alle directe belastingen, welke op de Gemeenschappelijke Ondernemingen, hun goederen, bezittingen en inkomsten zouden kunnen worden toegepast.
-
6.Ontheffing van alle douanerechten en heffingen van gelijke werking en van alle verboden en beperkingen van in- of uitvoer, zowel van economische als van fiscale aard, wat betreft:
-
a)wetenschappelijke en technische goederen, met uitzondering van bouwmaterialen en materieel voor administratieve doeleinden,
-
b)stoffen bestemd voor be- of verwerking of reeds bewerkt in de Gemeenschappelijke Onderneming.
-
-
7.Deviezenfaciliteiten, ais bedoeld in artikel 182, lid 6.
-
8.Vrijstelling van toelatings- en verblijfsbeperkingen ten gunste van de in dienst der Gemeenschappelijke Ondernemingen zijnde onderdanen der Lid-Staten, alsmede van hun echtgenoten en de te hunnen laste komende gezinsleden.