Hoofdstuk V - Gemeenschappelijke ondernemingen

Inhoudsopgave van deze pagina:

45: Oprichting

Ondernemingen welke van fundamenteel belang zijn voor de ontwikkeling van de industrie op het gebied van de kernenergie binnen de Gemeenschap, kunnen worden opgericht als Gemeenschappelijke Ondernemingen in de zin van dit Verdrag, overeenkomstig de bepalingen van de hiernavolgende artikelen.

46: Procedure bij oprichting

  • 1. 
    Elk project voor een Gemeenschappelijke Onderneming, dat uitgaat van de Commissie, van een Lid-Staat, of voortvloeit uit enig ander initiatief, wordt door de Commissie aan een onderzoek onderworpen.

    Hiertoe wint de Commissie het advies in van de Lid-Staten alsmede van elk openbaar of particulier lichaam, dat haar, naar haar oordeel, kan voorlichten.

  • 2. 
    De Commissie geeft ieder project voor een Gemeenschappelijke Onderneming, te zamen met haar met redenen omkleed advies, aan de Raad door.

    Indien zij een gunstig advies uitbrengt over de noodzakelijkheid van de beoogde Gemeenschappelijke Onderneming, doet de Commissie aan de Raad voorstellen betreffende:

    • a) 
      de vestigingsplaats,
    • b) 
      de statuten,
    • c) 
      de omvang en het ritme van de financiering,
    • d) 
      de eventuele deelneming van de Gemeenschap aan de financiering van de Gemeenschappelijke Onderneming,
    • e) 
      de eventuele deelneming van een derde Staat, een internationale organisatie of een onderdaan van een derde Staat aan de financiering of aan het beheer van de Gemeenschappelijke Onderneming,
    • f) 
      de toekenning van alle of van een gedeelte der in bijlage III van dit Verdrag genoemde gunsten.

Zij voegt daaraan een uitvoerig rapport toe over het gehele project.

47: Stemprocedure in de Raad over oprichting en deelnemingen

Wanneer de Commissie zich tot de Raad heeft gewend, kan deze haar verzoeken om de nadere inlichtingen en het aanvullend onderzoek, die hij noodzakelijk acht.

Indien de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de mening uitspreekt dat een door de Commissie met een ongunstig advies doorgegeven project toch moet worden uitgevoerd, is de Commissie gehouden de voorstellen en het uitvoerig rapport, bedoeld in artikel 46, aan de Raad voor te leggen.

Bij gunstig advies van de Commissie of in het in de voorgaande alinea bedoelde geval beslist de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen over ieder voorstel van de Commissie.

De Raad beslist echter met eenparigheid van stemmen over:

  • a) 
    de deelneming van de Gemeenschap aan de financiering van de Gemeenschappelijke Onderneming,
  • b) 
    de deelneming van een derde Staat, een internationale organisatie of een onderdaan van een derde Staat aan de financiering of aan het beheer van de Gemeenschappelijke Onderneming.

48: Toekenning gunsten

De Raad kan met eenparigheid van stemmen op voorstel van de Commissie alle of een gedeelte van de in bijlage III van dit Verdrag genoemde gunsten van toepassing verklaren op iedere Gemeenschappelijke Onderneming; de Lid-Staten zijn, ieder wat hem betreft, gehouden de toepassing daarvan te verzekeren.

De Raad kan op dezelfde wijze de voorwaarden vaststellen, waaraan de toekenning van deze gunsten wordt verbonden.

Deze gunsten zijn onder meer voorrechten op belastinggebied, inzake onteigening overeenkomstig de nationale wetgevingen, deviezenfaciliteiten e.d. Zij worden verleend zowel als middel om de totstandkoming van Gemeenschappelijke Ondernemingen te bevorderen als in verband met het internationale karakter, dat deze ondernemingen gewoonlijk zullen hebben.

49: Beschikking Raad, rechtspersoonlijkheid, handelingsbevoegdheid in Lid-Staten, voorschriften, geschilbeslechting

De oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming geschiedt ingevolge beschikking van de Raad.

Iedere Gemeenschappelijke Onderneming bezit rechtspersoonlijkheid.

In elke Lid-Staat heeft de Gemeenschappelijke Onderneming de ruimste handelingsbevoegdheid welke door de onderscheidene nationale wetgevingen aan rechtspersonen wordt toegekend; zij kan met name roerende en onroerende goederen

verkrijgen en vervreemden en in rechte optreden.

Voor zover in dit Verdrag of in haar statuten niet anders is bepaald, valt elke Gemeenschappelijke Onderneming onder de voorschriften, welke van toepassing zijn op handels- en industriële ondernemingen; de statuten kunnen subsidiair verwijzen naar de nationale wetgevingen der Lid-Staten.

Onder voorbehoud van de krachtens dit Verdrag aan het Hof van Justitie verleende bevoegdheden worden de geschillen, waarbij de Gemeenschappelijke Ondernemingen betrokken zijn, door de bevoegde nationale rechterlijke instanties beslecht.

50: Wijziging statuten

De statuten van de Gemeenschappelijke Ondernemingen worden in voorkomende gevallen gewijzigd overeenkomstig de bijzondere bepalingen, welke daarin voor dat doel zijn opgenomen.

Deze wijzigingen kunnen echter eerst van kracht worden, nadat zij op voorstel van de Commissie door de Raad, die beslist overeenkomstig de bepalingen van artikel 47, zijn goedgekeurd.

51: Rol Commissie in aanvangsperiode

De Commissie zorgt voor de uitvoering van alle beschikkingen van de Raad betreffende de oprichting van Gemeenschappelijke Ondernemingen, totdat de organen belast met de werking van deze Ondernemingen tot stand zijn gebracht.