Afdeling II - Ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen herkomstig uit de Gemeenschap

Inhoudsopgave van deze pagina:

57: Optierecht

  • 1. 
    Het optierecht van het Agentschap geldt:
    • a) 
      voor de verkrijging van het gebruiks- en verbruiksrecht ten aanzien van materialen die krachtens de bepalingen van hoofdstuk VIII aan de Gemeenschap in eigendom toebehoren;
    • b) 
      voor de verkrijging van het eigendomsrecht in alle andere gevallen.
  • 2. 
    Het Agentschap oefent zijn optierecht uit door het sluiten van contracten met de producenten van ertsen, grondstoffen of bijzondere splijtstoffen.

    Behoudens de bepalingen van de artikelen 58, 62 en 63 is iedere producent gehouden de ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen welke hij voortbrengt op het grondgebied van de Lid-Staten, aan het Agentschap aan te bieden, alvorens deze ertsen of stoffen worden gebruikt, overgedragen of opgeslagen.

58: Aanbieden produkt aan Agentschap door producent

Wanneer een producent verscheidene bewerkingen verricht vanaf de ertswinning tot en met de produktie van metaal, is hij slechts gehouden het produkt aan het Agentschap aan te bieden in het produktiestadium dat hij zelf kiest.

Hetzelfde geldt voor verschillende ondernemingen, waartussen bindingen bestaan, welke tijdig aan de Commissie zijn medegedeeld en met deze besproken zijn volgens de in de artikelen 43 en 44 bepaalde procedure.

59: Procedure wanneer Agentschap optierecht niet uitoefent

Wanneer het Agentschap zijn optierecht niet uitoefent ten aanzien van de gehele produktie of een gedeelte daarvan:

  • a) 
    kan de producent hetzij met eigen middelen, hetzij door middel van contracten voor loonveredeling, de ertsen, grondstoffen of bijzondere splijtstoffen verwerken, onder voorbehoud dat hij het Agentschap het produkt van deze verwerking aanbiedt,
  • b) 
    wordt de producent bij beschikking van de Commissie toestemming verleend om de beschikbare produktie buiten de Gemeenschap te verkopen onder voorbehoud dat geen gunstiger voorwaarden worden bedongen dan bij het eerder gedane aanbod aan het Agentschap. De uitvoer van bijzondere splijtstoffen kan echter slechts door het Agentschap geschieden overeenkomstig de bepalingen van artikel 62.

De Commissie mag haar toestemming niet verlenen, indien de ontvangers van deze leveranties niet alle waarborgen bieden dat de algemene belangen van de Gemeenschap zullen worden geëerbiedigd of indien de bepalingen en voorwaarden van deze contracten in strijd zijn met de doelstellingen van dit Verdrag.

60: Informatieplicht gebruikers en producenten, levering

De eventuele gebruikers delen aan het Agentschap op gezette tijden hun behoeften aan materialen mede, onder opgave van de hoeveelheden, de natuurkundige en scheikundige aard, de plaatsen van herkomst, het gebruik, de leveringstermijnen en de prijzen, welke de bepalingen en voorwaarden zouden uitmaken van een leveringscontract, waarvan zij de afsluiting wensen.

Eveneens delen de producenten aan het Agentschap de aanbiedingen mede, welke zij kunnen doen, met alle specificaties die nodig zijn om hun produktieprogramma's te kunnen opstellen en met name de duur der contracten. Deze duur mag, zonder toestemming van de Commissie, niet langer zijn dan tien jaar.

Het Agentschap brengt alle eventuele gebruikers op de hoogte van de aanbiedingen en van de omvang der ontvangen aanvragen en nodigt hen uit binnen een bepaalde termijn hun bestellingen in te dienen.

Wanneer het Agentschap al deze bestellingen ontvangen heeft, deelt het mede, onder welke voorwaarden het aan deze kan voldoen.

Indien het Agentschap niet in staat is aan alle ontvangen bestellingen volledig te voldoen, verdeelt het de leveringen naar evenredigheid van de bij elk der aanbiedingen passende bestellingen, behoudens de bepalingen van de artikelen 68 en 69.

Een reglement van het Agentschap, dat de goedkeuring van de Commissie behoeft, bepaalt de wijze waarop vraag en aanbod tegen elkaar worden afgewogen.

61: Bestellingen, voorschotten

Het Agentschap is verplicht aan alle bestellingen te voldoen, tenzij juridische of materiële bezwaren zich daartegen verzetten.

Het Agentschap kan, met inachtneming van de voorschriften van artikel 52, bij het sluiten van een contract de gebruikers verzoeken een passend voorschot te storten, hetzij als waarborg, hetzij ter verlichting van de eigen verplichtingen op lange termijn die het Agentschap voor het voldoen aan deze bestelling ten opzichte van de producenten op zich heeft genomen.

62: Optierecht op bijzondere splijtstoffen

  • 1. 
    Het Agentschap oefent zijn optierecht uit op de bijzondere splijtstoffen welke op het grondgebied van de Lid-Staten worden voortgebracht,
    • a) 
      hetzij om aan de aanvragen van de verbruikers in de Gemeenschap onder de in artikel 60 bepaalde voorwaarden te voldoen,
    • b) 
      hetzij om deze stoffen zelf op te slaan,
    • c) 
      hetzij om deze stoffen uit te voeren met toestemming van de Commissie, die zich houdt aan de bepalingen van artikel 59 b), tweede alinea.
  • 2. 
    Onverminderd de toepassing van de bepalingen van hoofdstuk VII worden deze stoffen en de bij de produktie overgebleven kweekstoffen echter ter beschikking gelaten van de producent,
    • a) 
      hetzij om opgeslagen te worden met machtiging van het Agentschap,
    • b) 
      hetzij om binnen de grenzen van zijn eigen behoeften te worden gebruikt,
    • c) 
      hetzij om binnen de grenzen van hun behoeften ter beschikking te worden gesteld van ondernemingen binnen de Gemeenschap, welke met die producent, voor de uitvoering van een tijdig aan de Commissie medegedeeld programma, rechtstreekse bindingen hebben, welke noch ertoe strekken, noch ten gevolge hebben dat de produktie, de technische ontwikkeling of de investeringen worden beperkt, of wederrechtelijk een ongelijkheid tussen de gebruikers van de Gemeenschap wordt teweeggebracht.
  • 3. 
    De bepalingen van artikel 89 lid 1 a) zijn van toepassing op bijzondere splijtstoffen, welke op het grondgebied van de Lid-Staten zijn voortgebracht en waarop het Agentschap zijn optierecht niet heeft uitgeoefend.

63: Toewijzing ertsen, grondstoffen of splijtstoffen

De ertsen, grondstoffen of bijzondere splijtstoffen, voortgebracht door de Gemeenschappelijke Ondernemingen, worden aan de gebruikers toegewezen volgens de regels, vastgesteld in de statuten of overeenkomsten welke voor deze Ondernemingen gelden.