Artikel 93: Afschaffing douanerechten

92
Artikel 93
94

Een jaar na de inwerkingtreding van dit Verdrag schaffen de Lid-Staten onderling alle douanerechten op de in- en uitvoer, of heffingen van gelijke werking en elke kwantitatieve beperking van de in- en uitvoer af:

  • a) 
    voor de op de lijsten A1 en A2 voorkomende produkten,
  • b) 
    voor de op lijst B voorkomende produkten, voor zover hiervoor een gemeenschappelijk douanetarief geldt en deze produkten worden begeleid door een door de Commissie afgegeven certificaat, waaruit blijkt dat zij bestemd zijn voor doeleinden op het gebied van de kernenergie.

De niet-Europese grondgebieden, welke vallen onder de rechtsmacht van een Lid-Staat, kunnen echter in- en uitvoerrechten of heffingen van gelijke werking met een uitsluitend fiscaal karakter blijven heffen. De hoogte en de wijze van heffing dezer rechten en heffingen mogen geen discriminatie teweegbrengen tussen deze Staat en de overige Lid-Staten.

1.

Toelichting Nederlandse regering

De afschaffing van douanerechten en alle heffingen van gelijke werking en van kwantitatieve beperkingen in het onderlinge verkeer der Lid-Staten geschiedt op tweeërlei wijze:

  • a. 
    voor de produkten van de lijsten Al en A2 (d.w.z. specifiek voor de kernenergie) een jaar na inwerkingtreding van het Verdrag;
  • b. 
    voor de produkten van lijst B (produkten, die ook buiten de kernenergie aanwending vinden) eveneens een jaar na inwerkingtreding van het Verdrag, indien een gemeenschappelijk douanetarief tegenover derde landen hiervoor tot stand is gekomen en deze produkten worden begeleid door een certificaat van de Commissie, waaruit blijkt, dat zij voor doeleinden op het gebied van de kernenergie zijn bestemd.

Dit certificaat is nodig, omdat men voor deze produkten, indien zij voor andere doeleinden zijn bestemd, niet wil vooruitlopen op de algemene Gemeenschappelijke Markt van de Europese Economische Gemeenschap.

De niet-Europese grondgebieden van een Lid-Staat kunnen echter voortgaan fiscale in- en uitvoerrechten te heffen, zolang zij daarbij niet discrimineren tegenover de andere Lid-Staten.