Artikel 21:

20
Artikel 21
22

In de in artikel 150 van het Verdrag bedoelde gevallen, wordt van de beslissing van de nationale rechterlijke instantie die de procedure schorst en een beroep doet op het Hof, aan dit Hof kennis gegeven op initiatief van die instantie. De griffier van het Hof geeft van deze beslissing vervolgens kennis aan de betrokken partijen, de Lid-Staten en de Commissie, alsmede aan de Raad wanneer de handeling, waarvan de geldigheid of de uitlegging wordt betwist, van deze uitgaat.

Binnen twee maanden na deze laatste kennisgeving hebben de partijen, de Lid-Staten, de Commissie en, in voorkomend geval, de Raad het recht bij het Hof memoriën of schriftelijke opmerkingen in te dienen.