Artikel 1:

Artikel 1
2
  • 1. 
    Gezien de bijzondere toestand van zijn landbouw wordt aan het Groothertogdom Luxemburg toegestaan de kwantitatieve beperkingen te handhaven bij de invoer van de produkten voorkomende op de lijst welke is gehecht aan het besluit van de Verdragsluitende Partijen bij de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel van 3 december 1955 met betrekking tot de Luxemburgse landbouw.

België, Luxemburg en Nederland passen de regeling toe vermeld in artikel 6, lid 3, van de Overeenkomst van 25 juli 1921 tot oprichting van een economische unie tussen België en het Groothertogdom Luxemburg.

  • 2. 
    Het Groothertogdom Luxemburg neemt alle maatregelen van structurele, technische en economische aard waardoor de geleidelijke integratie van de Luxemburgse landbouw in de gemeenschappelijke markt mogelijk wordt gemaakt. De Commissie kan het Groothertogdom Luxemburg aanbevelingen doen over de te nemen maatregelen.

Aan het einde van de overgangsperiode besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie in hoeverre de afwijkingen toegestaan aan het Groothertogdom Luxemburg moeten worden gehandhaafd, gewijzigd of afgeschaft.

Tegen die beschikking staat voor elke betrokken Lid-Staat beroep open bij een scheidsrechterlijke instantie, aangewezen overeenkomstig de bepalingen van artikel 8, lid 4, van het Verdrag.