"Behoud de inhoud van het grondwettelijk verdrag," zegt interparlementaire vergadering

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op woensdag 13 juni 2007.

Tijdens het derde interparlementaire forum in Brussel op maandag en dinsdag drongen nationale en Europese parlementsleden aan op een nieuw EU-verdrag dat grotendeels de inhoud van de ontwerpconstitutie volgt, op de rol van nationale parlementen, het Handvest van de Grondrechten en de noodzaak het vertrouwen van de burger te winnen.

Volgens EP-voorzitter Hans-Gert Pöttering (EVP-ED, DE) is het "de hoogste tijd" dat er een besluit over het grondwettelijk verdrag valt. "Er is niet nóg meer bedenktijd nodig," zei hij en voegde eraan toe dat de leden van het EP betrokken moeten worden bij de discussies in de komende intergouvernementele conferentie.

De leden van het Europees Parlement en leden van de nationale parlementen debatteerden in drie werkgroepen: energie en klimaatverandering, de rol van nationale parlementen in het institutionele hervormingsproces, en de structuur van een nieuw verdrag. De meeste afgevaardigden vonden dat de kern van de Europese grondwet weerspiegeld moet worden in een nieuw verdrag.

Wat vinden de parlementsleden ervan?

Volgens Jo Leinen (PES, DE) "wordt het vertrouwen uitgehold" wanneer onderwerpen waarover reeds een akkoord is bereikt, opnieuw ter discussie worden gesteld. "We moeten de essentie van het onderhandelingsresultaat overeind zien te houden." De Deense afgevaardigde Elisabeth Arnold noemde het "ongelukkig voor alle lidstaten die het verdrag reeds hebben geratificeerd" dat er nu een nieuw compromis tussen de 27 lidstaten gevonden moet worden. Het Luxemburgse lid Ben Fayot zei dat zijn parlement de Luxemburgse regering een duidelijk mandaat zou geven om de inhoud van de constitutie te behouden. Fayot was ook voorstander van de opname van het Handvest van de Grondwet in een nieuw verdrag.

George Vella, een parlementslid uit Malta, sprak van "de doos van Pandora" die nu geopend dreigt te worden. Hij waarschuwde dat de lidstaten niet mogen ontrafelen wat reeds is bereikt. Rainder Steenblock van de Duitse Bondsdag sprak zich uit tegen een verdrag waarin de fundamentele rechten van de burger "ergens in een bijlage" staan vermeld. Edmund Wittbrodt, lid van de Poolse senaat, onderstreepte het belang van een versterking van een rol van de nationale parlementen.

Wat willen de Raad en de Commissie?

Frank-Walter Steinmeier, de Duitse minister van Buitenlandse Zaken zei: "De negatieve uitslagen van de referenda resulteerden uit een gevoel dat de besluitvorming te ver af staat van de burger. De oplossing voor een gebrek aan vertrouwen is solidariteit binnen de Europese samenleving en tussen de lidstaten."

De minister vervolgde met een opsomming van de belangrijkste gebieden waarop de EU hervormd moet worden. Het buitenlandse beleid van de Unie moet worden versterkt, de Unie moeten de middelen worden gegeven om met één stem in de wereld te spreken. Ten aanzien van het Handvest van de Grondrechten zei hij: "Een grote meerderheid is er voorstander van om het tot een juridisch bindend instrument te maken, zonder noodzakelijkerwijs de bevoegdheden van de Europese instellingen uit te breiden."

Voorzitter José Manuel Barroso van de Europese Commissie zei: "De noodzaak om de capaciteit van de EU om op te treden te versterken, is de belangrijkste reden voor mij om het constitutionele verdrag te verdedigen. Laten we nu niet verdeeld raken over zaken van ondergeschikt belang."

Barroso wees ook op het belang van een juiste toepassing van het subsidiariteitsbeginsel en zei dat er sinds september 2006 verbeteringen waren aangebracht in de wijze waarop de nationale parlementen op de hoogte worden gebracht van voorstellen en consultaties van de Commissie. De opname van het Handvest in het nieuwe verdrag verdedigend, merkte de voorzitter van de Commissie op: "Ik zie niet hoe een democraat tegen het Handvest van de Grondrechten kan zijn."

De conclusies van de werkgroepen

Volgens de rapporteur van de werkgroep veiligheid van de energievoorziening en klimaatverandering, Enrique Barón Crespo (PES, ES), waren de onderwerpen van zijn werkgroep "de twee belangrijkste uitdagingen van onze tijd." Veel afgevaardigden waren van mening dat een toekomstig verdrag met deze uitdagingen rekening zou moeten houden.

De rapporteur van de werkgroep inzake de rol van de nationale parlementen, de Portugese afgevaardigde Jorge Tadeu Morgado, legde uit dat in zijn werkgroep overeenstemming was bereikt over het behouden van de regels uit de ontwerpgrondwet voor Europa. Het betrof de regels met betrekking tot de taak van de nationale parlementen om de toepassing van het subsidiariteitsprincipe te garanderen, "zonder het institutionele evenwicht in de EU te verstoren," aldus Morgado.

De werkgroep structuur van een nieuw verdrag ten slotte, kwam tot de conclusie dat het gebruik van symbolen in het nieuwe verdrag, zoals de Europese vlag of de hymne van Beethoven, van eminent belang is om Europa dichter bij de burgers te brengen. De werkgroep was fel gekant tegen een 'miniverdrag'.

11/06/2007

Co-Voorzitter : Hans-Gert Pöttering (Voorzitter van het Europees Parlement)

Co-Voorzitter : Gerda Hasselfeldt (Vice-Voorzitter van de Duitse Bundestag)

Derde interparlementaire forum over de Toekomst van Europa

 

REF.: 20070611IPR07694